1.3 Basisbehoeften, arm en rijk

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Basisbehoeften, arm en rijk

1.3

1. Herhaling+ nakijken

2. Leervragen 1.3 (deel 1)

3. Uitleg

4. Werktijd

5. Afsluiting

Planning

Wat betekend een middel van bestaan?

1. manier om aan voedsel te komen
2. eerste historische periode
3. geld dat je uitgeeft
4. een grote, belangrijke verandering

Wat is een revolutie?

1. manier om aan voedsel te komen
2. eerste historische periode
3. geld dat je uitgeeft
4. een grote, belangrijke verandering

Nakijken 

Opdrachten 8+9 blz 23

Leervragen

Wat zijn basisbehoeften?

Belangrijke vragen bij 1.3

Wat is het verschil tussen arme en rijke landen in wonen en werken?

Wat is het verschil tussen welvaart en welzijn en 

Hoe kan je zien of inwoners van een land arm of rijk zijn?

Wat is het bnp per hoofd?

Waar denk je aan bij armoede?

Werktijd

Maak opdrachten 1 t/m 4 blz 26+27

Vr 22-09-'23 Go1e+Go1f

1 TOPO SO provincies Nederland (15 minuten)

2 Nakijken opdrachten 2 t/m 4 blz 27

3 Theorie uitleg

4 Werktijd 

Welvaart: rijkdom op basis van geld.
Bruto nationaal product

Opdracht

Je werkt in tweetallen. Gebruik je rekenmachine of die op je laptop staat.

1. We gaan het bruto nationaal product per hoofd (bnp/hoofd) van drie landen berekenen.

Bnp/hoofd

Nederland
Bnp: 924.000.000.000
Inwoners: 17.000.000

Polen
Bnp: 1.126.000.000.000
Inwoners: 38.000.000

India
Bnp: 1.126.000.000.000
Inwoners: 1.326.000.000

Welvaart: rijkdom op basis van geld.
Bruto nationaal product per hoofd

Welzijn

Levensomstandigheden

1 Gezondheid - levensverwachting

2 Onderwijs - alfabetiseringsgraad 

3 Koopkracht- wat je kunt kopen met je geld

Welzijn: kijk naar de levensomstandigheden

Aan de slag

STAP 1

STAP 2

KLAAR ?

Maken:

• Opdracht 2 t/m 6 
• Blz. 26 t/m 28 

Hoe?

• In tweetallen of alleen
• Zachtjes overleggen
• Vraag? Steek je vinger op

Opdrachten nakijken

Hoe?

• Klaar? Laat zien aan de leraar.
• Haal een nakijkboekje op het OLC.
• Verbeteren met een andere kleur pen.
• Klaar? Laten zien aan de leraar.

Goed zo! 

Jij verdient even tijd om iets leuks te doen!

Hoe?

• Ga iets voor jezelf doen.
• Doe dit zachtjes
• Vraag? Steek je vinger op