3D les 28-09

Le jeudi 29 septembre
1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Le jeudi 29 septembre

Slide 1 - Slide

Plan du cours
1. Les but du cours
2. Prononciation des mots 
3. Herhaling grammaire II: le passé-composé met être en avoir
4. Travailler seul et en duo
5a. Quiz apprendre 6 en 7
5b. Doelen behaald? 

Slide 2 - Slide

1. Les buts du cours
Les buts du cours: 
-Je hebt de uitspraak van de woordjes (apprendre 6) geoefend. 

-Je kunt informatie vragen, reserveren en iets bestellen

-Je kunt je mening verwoorden en een klacht schrijven



Slide 3 - Slide

2. Apprendre 6 oefenen
Prends ton livre à la page 38 et lis les mots apprendre 6
Oefen met je buurman/buurvrouw.


timer
5:00

Slide 4 - Slide

3a. Le passé-composé
Met Avoir (hebben                               Met Être (zijn)
J'ai + voltooid deelwoord                   Je suis + v.d (+"e" vrouw. vorm)
Tu as + v.d                                                  Tu es + v.d (+"e" v. v)
Il/ elle/ on a + v.d                                     Il/elle/on est + v.d (+"e" v. v)
Nous avons  + v.d                                    Nous sommes + v.d  (+"e"/ "s")
Vous avez + v.d                                         Vous êtes + v.d (+"e"/ "s")
Ils/elles ontv.d                                      Ils/elles sont + v.d (+"e"/ "s")

Slide 5 - Slide

3b. Le passé-composé
De werkwoorden dat je moet kennen! 
Faire (doen): avoir vervoegen + fait  (ik heb gedaan) 
Avoir: avoir vervoegen + eu (ik heb gehad)
Être: avoir vervoegen + été  (ik ben geweest)   
Aller (gaan): être vervoegen + allé(e)/ (s)  (ik ben gegaan)   
Sortir (uitgaan): être vervoegen + sorti (e)/(s) (ik ben uitgegaan) 

Slide 6 - Slide

4. Travailler seul et en duo
Ensemble (samen)/ en duo:
- 17(écouter + parler) 18 page 28 : vragen beantwoorden.
-23 page 31: Formulaire de réservation invullen.

Seul (zelfstandig): 
HV: Faire les exercices 26 et 30 pages 34-36
H: Faire les exercices 26 et 28 pages 34-35.
timer
5:00

Slide 7 - Slide

5. Quiz apprendre 6/7 p. 38-39
Prends ton cahier et écris tes réponses. 



Bonne chance! :)

Slide 8 - Slide

Heb je de doelen behaald? 
Les buts du cours: 
-Je hebt de uitspraak van de woordjes (apprendre 6) geoefend.


-Je kunt informatie vragen, reserveren en iets bestellen.

-Je kunt je mening verwoorden en een klacht schrijven.

Slide 9 - Slide

4b. Tu as atteint les buts du cours?
Oui, bien sûr!
Presque! (bijna)
Non :(

Slide 10 - Poll

Herhaling Grammaire I
-De onregelmatige werkwoorden: être + avoir (samen herhalen)
-De -er werkwoorden (tip*: "er" afhalen + uitgangen toevoegen)
-Le passé-composé (voltooid tegenwoordige tijd p. 157) + l'imparfait (onvoltooid verleden tijd p. 159) . 


*Een ESkimo Eet ONS EZeltje En Trecht

Slide 11 - Slide

L'imparfait
1. Neem de nous-vorm van het werkwoord in le présent
2. Haal "ons" af. -> Nous faisons = fais
3. Schrijf de uitgangen aan het eind van het werkwoord. 
Bijvoorbeeld: fais + ais/ais/ait/ions/iez/aient
Et voilà je kunt een werkwoord in l'imparfait vervoegen!.

Slide 12 - Slide