This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
WELKOM terug!
Slide 1 - Slide
Planning
Even terug naar het begin van dit hoofdstuk: kaartjes
Uitleg over 3.4 en 3.5 Landschapszones (1 en 2) --> met vragen in LessonUp dus computer erbij!
Aan de slag met opdrachten
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je kunt de 6 landschapszones benoemen.
Je kunt de kenmerken (klimaat, vegetatie, landbouwmogelijkheden) van de tropische en aride, subtropische, gematigde, boreale en polaire landschapszones benoemen.
Je kunt de verdeling van de landschapszones op aarde verklaren aan de hand van de klimaatfactoren
Je begrijpt dat landschappen zeer divers zijn, dat verschillen binnen landschapszones groot kunnen zijn en dat grenzen tussen landschapszones geleidelijke overgangen zijn.
Je kunt aan de hand van kaarten (GIS en Grote Bosatlas) het verband uitleggen tussen klimaatgebieden, landschapszones en vegetatiezones van de 6 gebieden/landschapszones.
Slide 3 - Slide
Landschapszones
Gebieden waar bepaalde bodems en vegetatietypes domineren. Natuurlijk spelen de klimaten een belangrijke rol in het voorkomen van bepaalde vegetatiesoorten
Slide 4 - Slide
Tropische zone
Tropisch regenwoud
Etages (hoogteverschillen in begroeiing)
Hele jaar door groen - warm en vochtig
Onvruchtbare bodems
Savanne
Afwisseling bomen, struiken en grassen. Minder dicht begroeid
Droge periode - verschuiving ITCZ
Slide 5 - Slide
Savannes liggen in het algemeen tussen de keerkringen. Leg het ontstaan uit met de jaarlijkse verschuiving van luchtdrukgebieden. Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
Slide 6 - Open question
Aride zone
Steppe
Graslandschap
Kort regenseizoen - verschuiving ITCZ
Woestijn
Kaal landschap - zandwoestijnen is maar een klein percentage
1. Omschrijf eerst het verschil tussen een steppe en savannelandschap. 2. Geef daarna aan waardoor steppes vaker verder van de evenaar te vinden zijn dan savannes.
Loofbossen (afhankelijk locatie: grassteppe en naaldbossen)
Slide 10 - Slide
Welke landschapszone zie je op deze foto?
A
Tropische zone
B
Aride zone
C
Gematigde zone
D
Subtropische zone
Slide 11 - Quiz
Tot welke landschapszone behoort de savanne?
A
Gematigde
B
Aride
C
Tropisch
D
Subtropisch
Slide 12 - Quiz
Wat is een kenmerk van de gematigde zone?
A
redelijke onvruchtbare grond
B
Loofbomen die blad verliezen
C
gemiddelde temperaturen onder 10 graden
D
Loofbomen die geen blad verliezen
Slide 13 - Quiz
Boreale zone
Taiga
Passend bij de D-klimaten
Taiga - naaldbossen
Nauwelijks aanwezig op zuidelijk halfrond
Slide 14 - Slide
Polaire zone
Toendra
Passend bij de E-klimaten, maar ook in gebergten
Toendra - mossen en grassen
Permafrost
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Polaire zone
Boreale zone
Gematigde zone
Subtropische zone
Aride zone
Tropische zone
Deze landschapszone is het gebied tussen de keerkringen.
In deze zone valt zo weinig neerslag en is de verdamping zo hoog dat er geen vegetatie kan groeien.
Het is er iets koeler dan in de tropische zone. Er komt mediterrane plantengroei voor met altijd groene naaldbomen en bladverliezende loofbomen.
Er heerst een vochtig klimaat. Het wordt er niet ijskoud, en ook niet heel warm. Er groeien naaldbomen, bladverliezende loofbomen en er komen steppen (prairies) voor.
Er komen taiga’s met homogeen bos voor en toendra’s. In toendra’s ontdooit alleen de bovenlaag van de bodem in de zomer en er groeien geen bomen.
Landschapszone waar het nooit warmer dan 10 °C wordt. Het is er te koud voor bomen; er groeien alleen struikachtige planten.
Slide 17 - Drag question
Zet de afbeelding van de juiste landschapszone bij de juiste plek op de wereld.
Let op:
1 afbeelding
blijft over.
Slide 18 - Drag question
Polaire zone
Boreale zone
Gematigde zone
Subtropische zone
Aride Zone
Tropische zone
Sleep de landschapszones naar het juiste gebied
Slide 19 - Drag question
Aan de slag!
Maken opdrachten:
3.4 & 3.5 --> beide verkorte route maken, zelfstandig en in stilte!
Straks nog 2 afsluitende vragen! Niet zo goed opgelet? Bekijk eerst de video
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Stel je ziet dit diagram: in welke landschapszone zit je?
Slide 22 - Open question
Verklaar met behulp van de atlas dat dit klimaat voorkomt op 46,1 graden noorderbreedte (NB) in Europa