2.4 Gezonde voeding

Bs 4. Gezonde voeding
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Bs 4. Gezonde voeding

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
Herhalen voorgaande basisstoffen
Leerdoel
Bs 4. Gezonde voeding
Zelf werken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Verteringsorganen

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Mondholte, keelholte & slokdarm
-Verteringssap = speeksel
Wat is de functie van speeksel?


-Slokdarm: duwt voedsel naar de maag 
Speeksel bestaat uit water, slijm & enzym
-inslikken van voedsel is makkelijker
-enzym in speeksel verteerd zetmeel

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Maag 
-Verteringssap = maagsap
-Bevat lengtespieren en kringspieren
-Maagportier (kringspier) 
sluit de uitgang af
Maagsap bestaat uit:
-Water
-Zoutzuur: dood bacteriën die met het voedsel meekomen
-Enzym: verteerd eiwitten voor een deel
-Afwisselend samentrekken & ontspannen
-> maag constant in beweging
voordeel: voedsel gekneed en vermengt met verteringssappen uit de maagwand
-Laat steeds kleine hoeveelheden voedsel naar de twaalfvingerigedarm
-> maag fungeert als tijdelijke opslagplaats van voedsel

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

twaalfvingerige darm, lever, galblaas & alvleesklier
-twaalfvingerige darm
Wat is de verhouding tussen de lever en de galblaas?


-Gal emulgeert vetten
-Verteerd eiwitten, koolhydraten & vetten


-Via het maagportier komt het voedsel in de twaalfvingerige darm.
-Hier komen verteringssappen uit de lever en alvleesklier bij het voedsel.
-De lever maakt gal, dit wordt opgeslagen in de galblaas 
-Via de galbuis wordt het afgevoerd naar de twaalfvingerige darm. 
-Verdeelt grote druppels in kleinere druppeltjes
-Zorgt voor oppervlakte vergroting
-> beter bereikbaar voor enzymen zodat het sneller verteerd wordt
Gal emulgeert alleen, enzymen verteren vet

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Dunne darm
-Darmsapklieren: darmsap
-Voedselbrij met veel water

-Darmplooien met uitstulpingen: darmvlokken

Waarom gaat de opname snel?

-Verteringssappen bevatten veel water
-Voedingsstoffen en verteringsproducten zijn nu opgelost in water
-> deze worden vervolgens opgenomen in de darmwand
-Plooien zorgen voor een groot oppervlak
-In de darmvlokken liggen direct bloedvaten
-De wand van de darmvlokken is dun
-Darmsap bevat enzymen die de vertering van eiwtten en koolhydraten afmaken.
-De verteringsproducten worden via de darmwand opgenomen in het bloed

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Dikke darm, blindedarm & endeldarm
-blinde darm met appendix
-Dikke darm haalt water uit voedselbrij
-Darm bacteriën voor vertering cellulose
-Endeldarm > anus > ontlasting
-Blinde darm is de overgang tussen de dunne- en dikke darm, deze heeft geen functie bij de vertering
-Uitstulping blinde darm = appendix, dit is ontstoken bij een blindedarm ontsteking
-Mensen kunnen cellulose moeilijk verteren
-Darm bacteriën bevatten een enzym dat dit wel kan (wij hebben zelf dit enzym niet)
Wat als mensen niet genoeg (goede) bacteriën in hun darm hebben?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat doet je dikke darm?
A
Voedsel tijdelijk opslaan
B
Gal produceren
C
Water opnemen van de voedselbrij
D
alvleessap produceren

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

MAAG
LEVER
DUNNE DARM
DIKKE 
DARM
TWAALF
VINGERIGE 
DARM
SPEEKSEL

-productie zoutzuur
-enzym verteerd eiwit voor een deel
-Groot oppervlak
-enzymen verteren eiwitten, koolhydraten & vetten
-opname stoffen
-Maakt gal wat vetten emulgeert
-Bevat enzym wat zetmeel verteerd
-onttrekt water uit voedselbrij
-opname water in bloed
-Hier mengen gal & alvleessap met de voedselbrij

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Zijn er nog vragen over het huiswerk?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoel
Je kunt met de Schijf van Vijf adviezen voor een gezonden voeding geven.
Je weet wat een gezond gewicht is en welke keuzes daaraan kunnen bijdragen
Je kunt mogelijke oorzaken van eetstoornissen noemen en enkele voorbeelden geven

Slide 12 - Slide

vragen wat leerlingen hebben geleerd
samenvatten, de kern geven
vragen of leerlingen een advies over gezonde voeding kunnen geven
Waar denk je aan bij gezonde voeding?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Gezonde voeding

Schijf van Vijf

Gevarieerd: Elke dag iets uit elke schijf

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Welk type voedingstof is belangrijk dat je die aan het begin van de dag binnen krijgt?
A
Bouwstoffen
B
Reservestoffen
C
Brandstoffen
D
Beschermende stoffen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Groen
Groente en fruit



Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Welke voedingstoffen zitten er vooral in groente en fruit?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Bruin/oranje
Brood, graanproducten, aardappelen

Vooral koolhydraten

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Roze
Zuivel, vlees, vis, ei, noten, peulvruchten

Vooral eiwitten

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Het roze vak bevat, naast eiwitten, ook veel van een andere voedingsstof. Welke?
A
Vitamines
B
Mineralen
C
Water

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Geel
Boter en olie

Vooral vetten 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Boter en olie staan in een apart vak, maar in welk ander vak zitten ook veel vetten?
A
Groenten en fruit
B
Brood, graanproducten, aardappelen
C
Vlees, vis, ei, noten

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Blauw

Dranken

Vooral water

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel glazen drank (liefst water) moet je per dag drinken?
A
3
B
5
C
7
D
9

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Energie
Hoeveelheid energie
Kilojoule kJ

Kilocalorie kcal

1 kcal = 4,2 kJ

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Een kroket bevat 131 kcal.
Hoeveel kJ is dat?
(1 kcal = 4,2 kJ)

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Gewicht
Bepaald door
- Wat je eet
- Hoeveel je eet
- Hoeveel je beweegt
- Erfelijke eigenschappen
Zwaardere bouw, stofwisseling, dikte van onderhuids vetlaag

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

overgewicht
ondergewicht 
eetstoornis

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de gevolgen van overgewicht?

Slide 33 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn de gevolgen van ondergewicht?

Slide 34 - Mind map

This item has no instructions

BMI

BMI= Gewicht/ (lengte x lengte)

Bij jongeren verschilt het heel erg, want jullie zijn nog in de groei

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Eetstoornissen
-Anorexia
-Boulimia
-Eetbuistoornis

Oorzaak is vaak psychisch: 
Negatief zelfbeeld

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Video

This item has no instructions

Zelf werken
Bs. 4 opdr. 1 t/m 10

Of aan je stripverhaal werken

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Video

This item has no instructions

Slide 40 - Video

This item has no instructions