Thema 5 BS 4 De ogen

• Biologie
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Biologie

Blok

Datum 

Welkom

Ga lekker zitten

Kauwgom is nakomen

Startslide (deze staat open op het moment dat de leerlingen binnenkomen)

Deze slide geeft de eerste informatie over de les die ze gaan volgen. 

Hoe voel je je op dit moment?

😒🙁😐🙂😃

De incheck (rol = gastheer/ pedagoog)

Je verwelkomt de leerlingen

Je controleert of iedereen aanwezig is

Je peilt hoe iedereen erbij zit en afhankelijk van het lesuur kun je hier meer of minder aandacht aan besteden.

De startvraag kan per les verschillen; wat wil je van je leerlingen weten?

Overzicht van de les

terugblik vorige les

"het oog"

Opdrachten maken en nakijken

Lesoverzicht (rol = presentator)

Je vertelt hoe de les er uit gaat zien, wat er aan bod gaat komen en maakt dit visueel met eventueel een tijdspad.

Vertel / laat ook zien wanneer leerlingen moeten luisteren, oefenen en actief gaan toepassen.

Verwachtingen 

Normatief kader

Je werkt serieus aan je taak.

Stel een vraag als je die hebt.

Overleg met de docent als je taak klaar is of niet lukt.

Verwachtingen gedrag tijdens de les ( rol = gasteer / pedagoog)

Je laat zien wat je van leerlingen verwacht tijdens de les op het gebied van gedrag, werkhouding, inzet. Je gaat hierbij uit van het normatieve kader

Je laat zien wat de leerlingen van jou mogen verwachten deze les

Je bespreekt/ maakt afspraken over wat de eventuele consequenties zijn als het gewenste gedrag, inzet of werkhouding niet gezien wordt

 

BS 4 de Ogen

Nakijken opdrachten:

BS 3: 1, 2, 3, 4, 5, 6.

Een prikkel voor je oren is?

1. geur
2. geluid
3. smaak
4. licht

Hoe heten de 2 lagen van de huid van buiten naar binnen?

1. Kiemlaag en hoornlaag
2. Opperhuid en kiemlaag
3. Opperhuid en hoornlaag
4. Opperhuid en lederhuid

Drukzintuigen liggen in het zintuig de oren.

1. Waar
2. Niet waar

Wat zit er in het slakkenhuis?

1. de gehoorbeentjes
2. de oorsmeerklieren
3. zintuigcellen met haartjes
4. de gehoorzenuw

Wat is de taak van de zintuigcellen in het slakkenhuis?

1. Geeft de trilling door aan de gehoorzenuw
2. brengt de trilling naar de hersenen
3. Zet de geluidsprikkel om in een impuls
4. Zet de trilling om in een prikkel

Wat is de taak van de buis van Eustachius?

1. Geluid doorgeven aan het trommelvlies
2. Zorgen dat de luchtdruk aan beide kanten van het trommelvlies gelijk blijft
3. Trillingen doorgeven tussen de gehoorbeentjes
4. Impulsen doorgeven aan de gehoorzenuw

De ´buis van Eustachius` verbindt

1. de trommelholte met het middenoor
2. de oorschelp met de keelholte
3. het slakkenhuis met de trommelholte
4. de trommelholte met de keelholte

Buis van Eustachius

Luchtdruk van gehoorgang en trommelholte moet gelijk zijn, dan werkt het trommelvlies het beste

• Bij slikken of gapen, gaat via de buis van Eustachius lucht  van de trommelholte  naar de keelholte of andersom.

BS De Ogen

Leerdoel

Je kunt de bouw en werking van het oog beschrijven

Je kunt benoemen hoe een bril je beter helpt om te zien

Buitenkant oog

• Ooglid met wimpers: houden stof, vuil en licht uit het oog
• Wenkbrauwen: houden zweet/vocht uit het oog
• Harde oogvlies: witte gedeelte in je oog 
• Iris: gekleurde deel van je oog
• Pupil: opening in de iris die hoeveelheid licht regelt
• Over de iris en pupil ligt het hoornvlies, deze is doorzichtig

Buitenkant oog

Boven de ogen liggen traanklieren:: maken traanvocht.

Tijdens het knipperen 

wordt traanvocht over ogen 

verdeeld zodat deze niet uitdrogen en spoelt het stof weg.

Teveel vocht wordt via traanbuizen 

afgevoerd naar neusholte.

Binnenkant oog

oogspieren: draaien ogen in richting waarin je kijkt

- vast aan harde oogvlies

glasachtig lichaam: oogbol mee gevuld

lens: zorgt ervoor dat je scherp kunt zien 

Binnenkant oog

De binnenkant van het oog

3 lagen:
Harde oogvlies
- bescherming 

Vaatvlies

- bloedvaten 
Netvlies
- zintuigcellen: hierin worden prikkels 

omgezet in impulsen en via oogzenuw naar 

hersenen

Bouw en functie

Gele vlek: hiermee zie je het scherpst (daar waar je naar kijkt, valt op dit gebied van het netvlies)

Blinde vlek: daar verlaten de zenuwcellen het oog. 

In de blinde vlek liggen geen zintuigcellen

Werking van ogen

Lens kan boller of platter worden

Bijziend

Dichtbij goed zien, veraf niet.

Holle lenzen (-lenzen)

Verziend

Veraf goed zien, dichtbij niet

Bolle lenzen (+lenzen)

Ezelsbruggetje!!

Ben je Bijziend kun je alles dichtBij goed zien 

en in de verte niet! 

Ben je Verziend kun je in de Verte goed zien 

maar dichtbij niet!

Aan het werk:

Maken opdrachten: 1, 2, 3, 4, 5, 6