§ 12 Werkwoordalarm
1 / 34
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Hoe zou je de sfeer van de boeken van Margje Woodrow omschrijven?
Slide 3 - Open question
Wat is de persoonsvorm in de zin:
Piet heeft een fijn weekend gehad.
Piet heeft een fijn weekend gehad.
Slide 4 - Open question
Wat is de persoonsvorm in de zin:
Lola heeft een tosti gegeten.
Lola heeft een tosti gegeten.
Slide 5 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord in de zin:
Loki heeft de hele avond gegamed.
Loki heeft de hele avond gegamed.
Slide 6 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord in de zin:
De kaars is opgebrand.
De kaars is opgebrand.
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Schrijf het voltooid deelwoord op:
KAARTEN: Ik heb gisteren met mijn vrienden ……..
KAARTEN: Ik heb gisteren met mijn vrienden ……..
Slide 9 - Open question
Schrijf het voltooid deelwoord op:
SPELEN: We hebben wel drie rondes …………
SPELEN: We hebben wel drie rondes …………
Slide 10 - Open question
Schrijf het voltooid deelwoord op:
TROUWEN: Onze beste vrienden zijn vorig jaar …..
TROUWEN: Onze beste vrienden zijn vorig jaar …..
Slide 11 - Open question
Schrijf het voltooid deelwoord op:
VOLGEN: Op de basisschool heb ik een typecursus …….
VOLGEN: Op de basisschool heb ik een typecursus …….
Slide 12 - Open question
Schrijf het voltooid deelwoord op:
WORDEN: Ik ben helemaal nat …...
WORDEN: Ik ben helemaal nat …...
Slide 13 - Open question
Schrijf het voltooid deelwoord op:
ZIJN: Hij is de hele week ziek ……..
ZIJN: Hij is de hele week ziek ……..
Slide 14 - Open question
Schrijf het voltooid deelwoord op:
LIGGEN: Mijn broertje heeft veel op de bank …..
LIGGEN: Mijn broertje heeft veel op de bank …..
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Gerald vertrouw…
niemand
niemand
A
t
B
d
Slide 25 - Quiz
Gerald heeft niemand vertrouw…
A
t
B
d
Slide 26 - Quiz
De docent omcirkel…
de onvoldoendes.
de onvoldoendes.
A
t
B
d
Slide 27 - Quiz
De kok verbran…
zijn vingers.
zijn vingers.
A
t
B
dt
C
d
Slide 28 - Quiz
De kok heeft zijn vingers verbran…
A
t
B
dt
C
d
Slide 29 - Quiz
Mijn zusje geloof…
in Sinterklaas.
in Sinterklaas.
A
t
B
dt
C
d
Slide 30 - Quiz
Mijn zusje heeft in Sinterklaas geloof…
A
t
B
d
C
dt
