B&F groep 4, Staal taal woordenschat slapen 16 maart 2021

• Taal
• Basisschool
• Groep 4

Woordenschat slapen

De bedstee

Een bed in een kast. Er zitten deurtjes voor. Vroeger hadden veel huizen dit.

Het bloembed

Een stukje grond met bloemen, bijvoorbeeld in de tuin of het park.

De hangmat

Een groot doek dat je bijvoorbeeld tussen twee bomen ophangt. Je kunt erin liggen.

Het hemelbed

Een bed met een mooie stof erboven, als een soort dakje.

De hoogslaper

Een hoog bed. Onder het bed is ruimte om bijvoorbeeld te spelen.

Het luchtbed

Een matje waar je lucht in blaast. Daarna kun je er op slapen in een tent bijvoorbeeld.

Maf

Gek of raar

De slaapbank

Een bank waar je ook een bed van kunt maken.

Het stapelbed

Twee bedden boven elkaar. Er kan iemand bovenin en iemand onderin slapen.

Het waterbed

Een bed met een matras wat gevuld is met water.

Noem zoveel mogelijk bedden

Welk bed heeft twee bedden boven elkaar?

Welk bed heeft een matras gevuld met water?

Onder welk bed kan je spelen?

Welk bed heeft een stofje boven het bed hangen als een soort dak?

Wat hang ik tussen twee bomen en kan ik in liggen?

Het beddengoed

De spullen waarmee je een bed opmaakt.

Lakens

Slopen

Kussens

Dekens

Dekbedden

Het dekbedovertrek

De hoes om je dekbed. Dan wordt het dekbed niet zo vies.

Een dutje doen.

uitdrukking voor kort slapen.

knikkebollen

Zittend slapen waarbij je hoofd steeds naar voren knikt.

De kussensloop

Een hoes voor je kussen. Je stopt je kussen erin. Zo wordt je kussen minder snel vies.

Maffen

Slapen

Tukken

Slapen

Pitten

Slapen

Onder zeil zijn

Een uitdrukking voor lang en diep slapen. Je wordt voorlopig niet wakker.

Een uiltje knappen

Een uitdrukking voor kort slapen.

Welke woorden zijn er allemaal voor slapen?

Ik ben opzoek naar de uitdrukking voor kort slapen. Er zijn er twee.

Hoe heten de spullen waar ik mijn bed mee opmaak?

Wat beschermt mijn kussen tegen vies worden?

Wat betekent maffen?

1. gekke dingen doen
2. slapen
3. De mat schoonmaken
4. Stoffen

Wat betekent een uiltje knappen?

1. Een ui snijden.
2. Een lang dutje doen.
3. Een kort dutje doen.
4. De hele nacht wakkerliggen.

Maak een zin met de woorden dekbedovertrek en tukken.

Welk woord ga je nu nooit meer vergeten?