Hst 33 Hoofd- en bijzaken

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Let op 
Dinsdag SO over hst 22, 23, 27 en 28 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Blokuur  
Zelf lezen 

Hst 33
Aan de slag met hst 33


Slide 4 - Slide

Lezen
PARIJS, 1789. De adellijke Sandrine de Billancourt heeft al haar familieleden verloren aan de guillotine. Zelf weet ze te ontsnappen en vindt ze onderdak bij een schoenmakers- familie. 

Tegen het decor van de Franse Revolutie voltrekt zich niet alleen de strijd om vrijheid, gelijkheid en broederschap, maar voert Sandrine ook een innerlijke strijd.

De guillotine speelt zich af in een van de meest roerige periodes in de geschiedenis van Frankrijk en beschrijft de scherpe tegenstellingen tussen arm en rijk. Het verhaal van Sandrine overstijgt echter de sociale klassen en politieke tegenstellingen.

timer
20:00

Slide 5 - Slide

Leerdoelen Hst 33
R: ik weet wat een hoofdzaak en wat een bijzaak is 
T1: Ik kan zinnen met hoofdzaken en zinnen met bijzaken van elkaar onderscheiden
T2: Ik kan uitleggen waarom zinnen in een tekst hoofdzaken of bijzaken zijn
I: Ik kan zelf de hoofdzaken van een tekst samenvatten in een alinea

Slide 6 - Slide

Vandaag 
Hst 33 Leesvaardigheid
'Hoofd- en bijzaken'

Wat zijn hoofd- en bijzaken en waar  kun je die aan herkennen. Hoe kun je  je ze onderscheiden in zinnen of  klein stukje tekst 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

KERNZINNEN
Kernzin
De belangrijkste informatie van een alinea.
Waar staat de kernzin? 
  • De 1e zin is de kernzin.
  • De 2e zin van een alinea is de kernzin.
  • De laatste zin van de alinea is de kernzin.

De rest van de alinea zijn bijzaken, zoals toelichting en voorbeelden


Slide 12 - Slide

dus....
Hoofdzaak vaak aangegeven door de kernzin: waar gaat die alinea over? Welk deelonderwerp wordt hier behandeld?

Als er verder wordt uitgelegd wat er bedoeld wordt, voorbeelden worden gegeven (denk aan de signaalwoorden hiervoor zie hst 17/18) of andere toelichting wordt gegeven => dan is het 
een bijzaak


Slide 13 - Slide

voorbeeld, toelichting







signaalwoord = Bij signaalwoorden van een toelichting of voorbeeld wordt er een toelichting of voorbeeld van een uitspraak gegeven om deze uitspraak duidelijker te maken. 
zo
bijvoorbeeld
onder andere
zoals
dat wil zeggen
je moet daarbij denken aan
met andere woorden
neem nou...



Slide 14 - Slide

Samen 
Vraag 2 

blz. 134 

Slide 15 - Slide

Vraag 2 blz. 134 
a. Bijzaak (voorbeelden van soorten chocola)
b. Hoofdzaak
c. Hoofdzaak
d. Bijzaak (uitleg van een situatie waarin brandweer vreesde voor leven)
e. Hoofdzaak 
f. Bijzaak (voorbeelden van soorten strips) 
g. Hoofdzaak
h. Bijzaak (uitleg, en voorbeeld waarom het dus moeilijk is) 

Slide 16 - Slide

Vraag 4 

'Gregory Porter warm en persoonlijk in Carré'
Blz. 135 

timer
5:00

Slide 17 - Slide

Aan de slag 
Blz. 7 & 8 (blz. 137) 

Dit wordt huiswerk 

Slide 18 - Slide

Vandaag 
Als het goed is begrijp je nu een klein beetje wat het verschil is tussen een hoofdzaak en een bijzaak, en waar je die kunt vinden in een stuk(je) tekst 

Slide 19 - Slide