Begrijpend lezen les 4: hoofdzaken en bijzaken

Nederlands
Begrijpend lezen
Les 4:
Jaar 2
 P2 2023-2024
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Nederlands
Begrijpend lezen
Les 4:
Jaar 2
 P2 2023-2024

Slide 1 - Slide

In de vorige les...
heb je geleerd...

... welke 5 tekstdoelen en tekstsoorten we kennen.
... welke 3 soorten publiek we kennen.
... welke 2 functies de ‘rest’ van een alinea kan hebben.

Hoe zat het ook alweer? Steek je vinger op als je het weet!  

Slide 2 - Slide

Aan het einde van de les...


... weet je waar in de alinea de kernzin kan staan.
...weet je het verschil tussen hoofd -en bijzaken.

Slide 3 - Slide

Kernzinnen
Kernzin
De belangrijkste informatie van een alinea.
Waar staat de kernzin?
  • Er is geen kernzin. Alle zinnen bevatten belangrijke informatie.
  • De 1e zin is de kernzin.
  • De 2e zin van een alinea is de kernzin. De 1e zin is een inleidende zin.
  • In het midden van de alinea staat de kernzin.
  • De laatste zin van de alinea is de kernzin.


Slide 4 - Slide

Opbouw alinea

Een alinea gaat over een deelonderwerp van de tekst.

Over ieder deelonderwerp worden de hoofdzaak en de bijzaken beschreven.

De hoofdzaak = de kernzin
De bijzaak = voorbeeld of toelichting

Slide 5 - Slide

Tekstdoel
Tekstsoort
Onderwerp
Inleiding
Middenstuk
Slot
Alinea
Deelonderwerp
Hoofdzaak (kernzin)
Bijzaken (voorbeeld, toelichting)

Slide 6 - Slide

Aan de slag!
Boek Op niveau Lezen blok 2 lees op blz 93 : Alineaopbouw
Lees nu de tekst: Tikkie te vroeg
Blz. 95/96 grondig

Maak vraag 1 t/m 14 op slide 8 t/m 22

Slide 7 - Slide

1. Waar staat de kernzin van alinea 2?
A
In de eerste zin van de alinea.
B
In de laatste zin van de alinea.
C
In de tweede zin van de alinea.
D
In het midden van de alinea.

Slide 8 - Quiz

2. Waar staat de kernzin van alinea 4?
A
In de eerste zin van de alinea.
B
In de laatste zin van de alinea.
C
In de tweede zin van de alinea.
D
In het midden van de alinea.

Slide 9 - Quiz

3. Waar staat de kernzin van alinea 5?
A
In de eerste zin van de alinea.
B
In de laatste zin van de alinea.
C
In de tweede zin van de alinea.
D
In het midden van de alinea.

Slide 10 - Quiz

4 . Waar staat de kernzin van alinea 6?
A
In de eerste zin van de alinea.
B
In de laatste zin van de alinea.
C
In de tweede zin van de alinea.
D
In het midden van de alinea.

Slide 11 - Quiz

5. Waar staat de kernzin van alinea 8?
A
In de eerste zin van de alinea.
B
In de laatste zin van de alinea.
C
In de tweede zin van de alinea.
D
In het midden van de alinea.

Slide 12 - Quiz

6. Hoofdzaak of bijzaak?
'Het ontwerp bestaat uit een platform waar vier mensen op konden zitten.' (r. 11-12)
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 13 - Quiz

7. Hoofdzaak of bijzaak?
'Honderd jaar voor het oudst bekende duikpak werd gemaakt, had Leonardo da Vinci
er al een ontwerp voor getekend: (r. 19-20)
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 14 - Quiz

8. Hoofdzaak of bijzaak?
'In de tijd van Leonardo da Vinci werden er regelmatig toneelstukken opgevoerd: (r. 26-27)
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 15 - Quiz

9. Hoofdzaak of bijzaak?
'Het succes van Leonardo da Vinci lijkt vooral te komen doordat hij overal verbanden
zag: (r. 57-S8)
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 16 - Quiz

10. Hoofdzaak of bijzaak?
'Ze moesten schetsen en 'aantekeningen maken' met lichte (houtskool-streken in klein boekje dat je altijd bij je moet hebben.' (r. 63-64)
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 17 - Quiz

11. Noteer de hoofdzaken van de tekst.

Slide 18 - Open question

12. Past het tussenkopje 'Verbanden zien' bij de kern van de alinea's erna? Leg je antwoord uit.

Slide 19 - Open question

13. Op welke manier sluit de schrijver de tekst af?

Slide 20 - Open question

14. Wat is het tekstdoel van de tekst?

Slide 21 - Open question

Tot slot:
Welk onderdeel van deze les zou jij aan een klasgenoot kunnen uitleggen?

Slide 22 - Open question