Theatrale middelen

Theatrale middelen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
DramaMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Theatrale middelen

Slide 1 - Slide

Ensceneren met:
Theatrale middelen



 Spelgegevens
 Theatervormgevingsmiddelen
Mise en scene

Slide 2 - Slide

Spelgegevens:
Wie
Wat
Waar
Waarom
Wanneer

Slide 3 - Slide


8
Vormgevingsmiddelen


Decor 
Rekwisieten
Kostuums 
Kap en grime
Licht
Muziek 
Geluid
Projectie

Slide 4 - Slide

Decor
rekwisieten

Slide 5 - Slide

Decor
rekwisieten

Slide 6 - Slide

kostuums
kap en grime

Slide 7 - Slide

licht
Projectie

Slide 8 - Slide

projectie

Slide 9 - Slide

HErhaling Enscenering:
"In scène zetten"
Je maakt gebruik van: de spelgegevensmise-en-scène en de theatervormgevingsmiddelen  van het stuk.

Slide 10 - Slide

Opdracht: Ensceneer in sfeer
A: Ja?
B: Wat?
A: Begrijp je wat ik bedoel?
B: Ja, ik denk het...
A: Gaan we ervoor?
B: Ja.

Slide 11 - Slide

mise-en-scène
Betekent "Plaatsing op toneel"
Dus: waar staan de acteurs ten op zichte van elkaar en het decor/attributen.

Slide 12 - Slide

Wat is de betekenis van de mise-en-scène in de volgende foto's? 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Theatrale middelen
Spelgegevens



8 vormgevingsmiddelen




Enscenering
- 5 W's

- decor
- rekwisieten
-kostumering
- kap en grime
- licht
- muziek
- geluid
- projectie
- mise-en-scène
- vormgeving (plaatsing)

Slide 20 - Slide

kostuums
kap en grime

Slide 21 - Slide

audiovisueel (beeld)
Nog een voorbeeld

Slide 22 - Slide