U3 les 16

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

BONJOUR et BIENVENUE!

Bonjour

et 

bienvenue!!

Lundi 07 février

Les objectifs du cours :

- Je kunt een vraag stellen met een vraagwoord;

- Jij oefent voor het PW die vrijdag plaats vindt.

Qui a fait les devoirs ?

En premier, apprendre :

1/ Leer Apprendre 10, pagina 109 in jouw boek.

2/ Jij leert ook Apprendre 9, pagina 109 in jouw boek.

Qui a fait les devoirs ?

En deuxième, faire : tu écris 8 questions :

Schrijf een zin met het vraagwoord "comment";

schrijf een zin met het vraagwoord "qui";

schrijf een zin met het vraagwoord "quel" of "quelle"?

schrijf een zin met het vraagwoord "combien";

schrijf een zin met het vraagwoord "est-ce que";

schrijf een zin met het vraagwoord "pourquoi";

schrijf een zin met het vraagwoord "quand";

schrijf een zin met het vraagwoord "où".

Jij schrijft alle zinnen op papier. Niet gedaan? Dan krijg jij "huiswerk vergeten" in Magister.

Zouden leerlingen alle dezelfde vragen hebben, dan krijgen ze "huiswerk vergeten" in Magister.

Opdracht 1 in het PW

• Kies het juiste woord en vertaal het.
• B.V.:
• Le premier cours commence / donne à 8h25 =
• commence = begint

Non, difficile/ désolé, je ne peux pas

Il joue au tennis presque/ comme un champion

Hent aime beaucoup l'école demi/ sauf l'histoire

Opdracht 2 in het PW

• Vertaal de woorden tussen haakjes
• B.V.:
• Amin est (fort en) mathématiques
• goed in

Madame Baichere est une prof et Max est (un élève)

(bientôt), la classe a cours de biologie

Opdracht 3 in het PW

• Vul de juiste vorm van het gegeven werkwoord in.
• B.V.:
• Marie (donner) le cahier
• Marie = elle
• donne

Tu (expliquer) bien !

Nour et Yasmine (aimer) le français

Nous (jouer) au tennis

Vous ( redoubler) ? Oh non...!

Opdracht 4 in het PW

Vertaal de zinnen in het Frans.

Gaat over de werkwoorden "aimer, adorer, préférer et détester".

Pas op: 

1/ Wat is de vertalling van het werkwoord?

2/ Denk aan het werkwoord te vervoegen!

3/ Wat gebruik jij tussen zo'n werkwoord en een zelfstandig naamwoord?

Jullie houden van engels

Wij hebben een hekel aan biologie

Opdracht 5 in het PW

• Lees de antwoorden, zoals geformuleerd in de onderstaande zinnen.
  
• Maak daarna een vraagzin waarop het antwoord past.
• B.V.:
• Le crayon est dans la trousse.
  
• Vraagzin begint met waar...
• waar = où est-il ?
• Vraag is: Où est le crayon ?

J'aime le foot !
Vraagzin begint met wat

Opdracht 6 in het PW

Vertaal de volgende zinnen in het Frans.

Leer de zinnen van Apprendre 7 en 9.

Jij kan een combinatie van maken om nieuwe zinnen te kunnen schrijven.

Pourquoi tu ne viens pas ?

Laatste opdracht

Leestoets!