5.1 Overheid, burgers en bedrijven

Verwachtingen vandaag!
  • Mijn boek ligt open op paragraaf: 5.1 blz. 138
  • Ik heb alleen de spullen op tafel die ik deze les nodig ben: Boek, etui en rekenmachine
  • Als ik wat wil zeggen steek ik mijn hand op 
  • Als de docent praat ben ik stil
  • Ik respecteer een ander en zijn eigendommen
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Verwachtingen vandaag!
  • Mijn boek ligt open op paragraaf: 5.1 blz. 138
  • Ik heb alleen de spullen op tafel die ik deze les nodig ben: Boek, etui en rekenmachine
  • Als ik wat wil zeggen steek ik mijn hand op 
  • Als de docent praat ben ik stil
  • Ik respecteer een ander en zijn eigendommen

Slide 1 - Slide

H5 Hoe werkt de overheid?
Paragraaf 5.1 Overheid, burgers en bedrijven

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 5.1
  • Je kunt uitleggen wat collectieve goederen zijn en wat de collectieve sector is.
  • Je kunt uitleggen wat de particuliere sector is en hoe daar marktwerking plaatsvindt.
  • Je kunt voor- en nadelen noemen van privatisering.
  • Je kunt uitleggen hoe de overheid met subsidie en accijns het gedrag van burgers beïnvloedt.

Slide 3 - Slide

Collectieve sector
De overheid levert en betaal voorzieningen waarvan iedereen gebruik kan maken, dit zijn collectieve goederen.
Deze worden geleverd door de collectieve sector, die bestaat uit de overheid en instellingen voor de sociale zekerheid.
Er zijn collectieve goederen omdat:
  • Voor iedereen van belang zijn. (politie)
  • Een vaste kwaliteit moeten hebben (rechtspraak
  • Niet apart betaalbaar is (straatverlichting)
  • Voorzieningen voor iedereen betaalbaar moeten zijn (onderwijs)

Slide 4 - Slide

Particuliere sector
  • De particuliere sector bestaat uit burgers en bedrijven.
  • Bedrijven in de particuliere sector proberen winst te maken.
  • Hierbij is dus altijd sprake van marktwerking.
  • Dat betekent dat aanbieders van producten met elkaar concurreren om klanten de krijgen.
  • Hierbij concurreren ze met prijen en kwaliteit.
  • De particuliere sector werkt soms voor de overheid.

Slide 5 - Slide

Privatisering
  • Soms vindt de overheid dat het aanbieden van bepaalde goederen of diensten geen overheidstaak meer is. Ze kunnen dan besluiten tot privatisering.
  • Privatisering betekent dat particulieren bedrijven deze taken in handen krijgen. Treinvervoer en postbezorging zijn voorbeelden hiervan.
  • Het doel hiervan is concurrentie en dat daardoor de prijs en dienstverlening verbetert. 
  • Het tegenovergestelde van privatiseren is nationaliseren

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Aanmoedigen en ontmoedigen
De overheid wil dat we gezonder leven, minder vervuilen en minder energie verbruiken. Daarom probeert ze het gedrag van burger te beïnvloeden. Dit doen ze door:
  • Subsidie te geven op producten die de overheid wil stimuleren, zoals een zonneboiler.
  • Accijns te heffen op producten die schadelijk zijn of slecht voor het milieu, zoals alcohol.

Slide 8 - Slide

Aan het werk!
Maken opdrachten 5.1: 3, 4, 7, 8, 9 en 10 
Maken Rekenopdrachten: 1 en 2
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 5.1
Veel goed? -> Maken plusopdrachten 5.1 
 

timer
25:00

Slide 9 - Slide

Leerdoelen herhalen
  • Je kunt uitleggen wat collectieve goederen zijn en wat de collectieve sector is.
  • Je kunt uitleggen wat de particuliere sector is en hoe daar marktwerking plaatsvindt.
  • Je kunt voor- en nadelen noemen van privatisering.
  • Je kunt uitleggen hoe de overheid met subsidie en accijns het gedrag van burgers beïnvloedt.

Slide 10 - Slide