Daken klas 1 - 2022 oefening voor toets PW4

Dit dak heeft geen noklijn
A
Zadeldak
B
Mansardedak
C
Tentdak
D
Schilddak
1 / 47
next
Slide 1: Quiz
BouwkundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Dit dak heeft geen noklijn
A
Zadeldak
B
Mansardedak
C
Tentdak
D
Schilddak

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Op welke 3 dingen moet je letten als je wil dat een plat dak lang meegaat?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Kilkeper
Hoekkeper

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Bij een sporenkap lopen de houten balken (de sporen) van de nok tot de dakvoet, dus verticaal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

TENGELS: latten in de richting van de dakhelling
PANLATTEN: horizontale latten waaraan dakpannen met hun nokken kunnen worden opgehangen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Nokvorst
Ruiter
Ondervorst

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Een ruiter is een open raamwerk of plank die onder de nokgording zit om nokvorsten te bevestigen
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

mastgoot
bakgoot
hoekgoot
blokgoot

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

een dampremmende laag pas je toe in de dakdoorsnede

A
aan de warme kant van de constructie, dus bij het plafond
B
aan de koude kant van de constructie, dus bij de dakpannen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Een kap met houten balken evenwijdig aan de nok / goot heet:
A
Sporenkap
B
Gordingenkap

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

ondergrond voor bevestigen van dakbedekking, isolatie en afwerking van de zolderverdieping
open raamwerk of plank die op de nokgording zit om nokvorsten te bevestigen
latten op het dakbeschot in de richting van de dakhelling
Ruiter 
Dakschild 
Tengel

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions


A
gewoon dak-element
B
sandwich-element

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

WARM
OMGEKEERD
KOUD

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Extensief groen dak is een dak met een gras(gazon), sierstruiken en bomen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Kilgoten zijn goten BUITEN de gevel
A
Ja
B
Nee, goten BINNEN de gevel
C
Nee, goten OP de gevel

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Zakgoten zijn goten achter bv de hoge kant van een schoorsteen of achter een dakdoorbreking.
A
Waar
B
Niet waar = zalinggoot
C
Niet waar = kilgoot
D
Niet waar = verholen goot

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

gootklossen
vogelschroot
muurplaat

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

1. Aluminium daktrim 3. mastiek strook 7. Scheggen 8. dampremmende laag

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

De verholen goot ligt vaak voor een deel onder de dakpannen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

goot bij de aansluiting van een dakvlak op een opgaande gevel of naast een dakkapel
Pannenlijn = denkbeeldige lijn in de holten van de pannen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Verschil tussen kil- en zakgoot is dat een kilgoot schuin naar beneden loopt en een zakgoot horizontaal
A
Waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

zak: aan de onderkant, tussen twee hellende vlakken
kil: schuine goot op de inwendige hoek bij ontmoetende dakvlakken
Ondervorst is een buigzame brede strook kunststof
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Vogelschroot

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Om te voorkomen dat het water over de dakrand stroomt als de waterafvoer niet werkt gebruik je ...
A
scheggen
B
spuwers

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Hoe groot moet het afschot zijn van een plat dak?
A
minimaal 15 mm per meter
B
minimaal 120mm

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Lange levensduur en lage onderhoudskosten zijn voordelen van bitumen dakbedekking.
A
Waar
B
Onwaar

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Hoe zorg je ervoor dat dit niet gebeurd met je platte dak?

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Wat is dit voor type trap?

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Hier zie je twee
A
Kilkepers
B
Hoekkepers

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

een muurplaataansluiting is de ontmoeting tussen … en …

Slide 41 - Open question

muur en dakvoet
hoe heet dit kaptype?

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

een kilkeper bevindt zich bij een … hoek tussen twee schuine dakvlakken
A
inwendige
B
uitwendige

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Bij een gordingenkap worden de gordingen ondersteund door:
A
nokgording en muurplaat
B
topgevels, tussenmuren of spanten

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Wat is dit voor type trap?

Slide 45 - Open question

This item has no instructions

De ‘wel’ is het stukje van de trede dat voor het ‘stootbord’ uitsteekt
A
dit is juist
B
dit is onjuist

Slide 46 - Quiz

voorkant trede - voorkant trede
Bedankt voor de aandacht :)
Succes met leren voor de toets! 

Slide 47 - Slide

This item has no instructions