5.1 casus

Energie vervoeren
Paragraaf 5.1 Energievoorziening
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, k, g, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Energie vervoeren
Paragraaf 5.1 Energievoorziening

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Wat gaan we leren vandaag?
5 min
Voorkennis ophalen
10 min
Samen lezen paragraaf 5.1 
10 min
Opdracht elektriciteitscentrale
15 min
Maken opdrachten 5.1
15 min
Nakijken opdrachten
10 min
Exittickets
5 min

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

Aan het eind van de les kan je:
  • Uitleggen wat rendement is en ermee rekenen
  • Uitleggen hoe de stroom van de elektriciteitscentrale bij jouw stopcontacten komt
  • Uitleggen wat een energielabel is en waar je dit voor kunt gebruiken
  • Beschrijven hoe een elektriciteitscentrale werkt door gebruik te maken van de woorden generator, dynamo en bewegingsenergie

Slide 3 - Slide

Voorkennis ophalen:
We bekijken het filmpje op de volgende dia klassikaal
Maak de kijkvragen op je werkblad tijdens het kijken

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Open je boek op blz. 8
We lezen samen de tekst

Slide 6 - Slide

Energieverlies
  • Als stroom door een kabel gaat, wordt de kabel warm.
          
 
  • Voor de minste energieverlies moet de stroom met een zo hoog mogelijke spanning worden vervoerd worden.
ENERGIEVERLIES
minder energie over voor de eindgebruikers

Slide 7 - Slide

Elektriciteitcentrale

Transformators



380kV
10kV
230 V

Slide 8 - Slide

Transformatoren zijn overal!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Energielabel
Energielabels maken het je makkelijk om te kiezen, want ze laten in één oogopslag zien welke apparaten, auto's en woningen zuinig omgaan met energie. 

Het energielabel is verplicht gesteld door de EU

Slide 12 - Slide

Rendement
Niet alle energie wordt nuttig gebruikt. Door het percentage nuttige energie te berekenen, kun je het rendement vinden. 

Slide 13 - Slide

Opdracht energiecentrale:
  • Wat?: Zie hieronder:
1. Voer stap 1 uit in stilte (5 min)
2. Voer stap 2 en 3 uit met je buur (5 min)
3.  Voer stap 4 en 5 uit met je buur (5 min)
  • Hulp? Docent, buur, paragraaf 5.1
  • Tijd? 15 minuten
  • Resultaat? Je weet hoe een elektriciteitscentrale werkt
  • Klaar? Start met paragraaf 5.1 opdracht 8 t/m 12

timer
5:00

Slide 14 - Slide

Aan de slag
  • Wat? Maak paragraaf 5.1 opdracht 8 t/m 12 + 14, 15, 20
  • Hoe? In je groep
  • Tijd? 15 minuten
  • Hulp? Buur, docent, lees 5.1 nogmaals door
  • Klaar? Maak 5.1 opdracht 1 t/m 7
  • Ook daarmee klaar? Lees de rest van 5.1 door en maak de paragraaf af

timer
15:00

Slide 15 - Slide

Vraag 12. Voor je telefoon heb je een adapter nodig. Waarom sluit je je telefoon niet direct aan op het stopcontact?

Slide 16 - Open question

Vraag 20. Een ledlamp heeft een rendement van 50%. Wat betekent dit?

Slide 17 - Open question

Vraag 24. Pascal heeft 23,4 kJ energie nodig om zijn telefoon voor de helft op te laden. Op het zonnepaneel valt dan 130kJ aan stralingsenergie. Bereken het rendement van het paneel.

Slide 18 - Open question

Exit tickets

Aan het eind van de les kan je:
  • Uitleggen wat rendement is en ermee rekenen
  • Uitleggen hoe de stroom van de elektriciteitscentrale bij jouw stopcontacten komt
  • Uitleggen wat een energielabel is en waar je dit voor kunt gebruiken
  • Beschrijven hoe een elektriciteitscentrale werkt door gebruik te maken van de woorden generator, dynamo en bewegingsenergie

Slide 19 - Slide

Een gloeilamp levert 20J aan warmte. Het rendement is 30%. Hoeveel energie wordt verbruikt?
A
20 x 0,30 --> 6,0 J
B
20 / 0,30 --> 67 J
C
20 x 0,70 --> 14 J
D
20 / 0,70 --> 29 J

Slide 20 - Quiz

Leg uit hoe de stroom van de elektriciteitscentrale bij jouw stopcontacten komt

Slide 21 - Open question

Leg uit wat een energielabel is en waar je dit voor kunt gebruiken

Slide 22 - Open question

Beschrijf hoe een elektriciteitscentrale werkt door gebruik te maken van de woorden generator, dynamo en bewegingsenergie

Slide 23 - Open question