Bijwoordelijke bepalingen

Grammatica 
Paragraaf 11

Bijwoordelijke bepaling (bwb)

1 vwo
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Grammatica 
Paragraaf 11

Bijwoordelijke bepaling (bwb)

1 vwo

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Bespreken huiswerk
afmaken paragraaf 9
Nieuw zinsdeel: de bijwoordelijke bepaling

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Na deze lessenserie kun je: 
- bijwoordelijke bepalingen in een zin vinden 

Slide 3 - Slide

Hoe vind je de pv in een zin?

Slide 4 - Open question

Welke vraag stel je voor het vinden van het ow?

Slide 5 - Open question

Wat is het wg?

Slide 6 - Open question

Welke vraag stel je voor het lv?

Slide 7 - Open question

Welke vraag stel je voor het mv?

Slide 8 - Open question

Ontleed onderstaande zin. Benoem pv - ow - wg - lv - mv

Heeft u gisteren deze klanten een nieuwe folder gestuurd?

Slide 9 - Open question

Welk zinsdeel geeft antwoord op de vraag "waar"?

A
in Engeland
B
de scholen
C
gezonde maaltijden
D
aan kinderen

Slide 10 - Quiz

Welk zinsdeel geeft antwoord op de vraag "hoe laat"?
A
de conciërge
B
om half acht
C
de deuren van de school

Slide 11 - Quiz

Welk zinsdeel geeft antwoord op de vraag "waardoor"?
A
Marianne
B
door de tocht in het lokaal
C
verkouden

Slide 12 - Quiz

Welk zinsdeel geeft antwoord op de vraag "door"?
A
de Houtribdijk
B
door de extreem harde wind

Slide 13 - Quiz

Bijwoordelijke bepaling (bwb)
Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen als: 
hoe? hoelang? hoever? waar? waardoor? waarheen? waarom? waarover? waarvandaan? waar? wanneer? enz. 

De zinsdelen die antwoord op deze vragen geven noemen we bijwoordelijke bepaling. 
Er kunnen meerdere bwb's in een zin zitten. Het kan ook voorkomen dat er geen bwb in de zin zit.  Ze geven vaak een tijd, een plaats of een reden aan.

Ook de woorden waarmee je de vraag stelt (waar, waarmee, waardoor, hoe, waarom hoever enz) zijn bijwoordelijke bepaling. 

Slide 14 - Slide

Wat is (zijn) de bijwoordelijke bepaling(en)?
Hoe laat kom je met de trein naar Nijmegen?

Slide 15 - Open question

Hoeveel bijwoordelijke bepalingen zitten er in deze zin?
Wanneer ben je met je vriendin gisteravond naar huis gegaan?
A
1
B
3
C
3
D
4

Slide 16 - Quiz

Een bijwoordelijke bepaling begint heel vaak met een voorzetsel
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Vervolg bwb
Let op: 
Niet alle bijwoordelijke bepalingen geven antwoord op een vraag. 
Woorden als: wel, niet, misschien, waarschijnlijk, natuurlijk, absoluut, vermoedelijk enz. zijn ook bwb. 

Tip: alle overgebleven zinsdelen na het ontleden van pv - ow - wg - lv - mv zijn bwb. 

(Filmpje Nieuw Nederlands)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Ik kan de pv in een zin vinden
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Ik kan het ow in een zin vinden
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Ik kan het wg in een zin vinden
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Ik kan het lv in een zin vinden
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Ik kan het mv in een zin vinden
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Ik kan de bwb's in een zin vinden
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Dit vind ik nog moeilijk:

Slide 26 - Open question

Opdracht
Blz. 224-225:
Maak opdracht 1, 2, 3 en 4
Let op: het ng hoef je niet te benoemen in opdracht 2 

Slide 27 - Slide