Les FH communicatie

1 / 27
next
Slide 1: Slide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Communicatie.....

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:

  1. Vooraf:
    Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen

  2. Instructie:
    Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen

  3. Toepassing:
    Actieve verwerking, Formatief handelen 

  4. Evaluatie:
    Afsluiting

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

              Startklaar
  • Jassen uit over de stoel. 
  • Oordopjes uit.
  • Kauwgom uit.
  • Telefoon in zakkie in je tas.
  • Pak je chromebook
  • Tas op de grond onder je tafel.
  • Ga op je plek zitten.
  • Log in lessonUp
timer
3:00

Slide 5 - Slide

1. Startklaar
Docent:
-De docent verwelkomt de leerlingen bij de deur en wijst de leerlingen op het startklaar zijn. 

Leerlingen:
-De leerlingen zorgen ervoor dat ze startklaar zijn voor de les. Door de acties uit te voeren die op het bord staan. 

Slide 6 - Video

Docent:
-De docent bied de aandachtsrichter (voorkennis activeren) aan zonder iets te vertellen over het filmpje. Tijdens het bekijken van het filmpje observeert de docent de klas. Welke leerlingen begrijpen het filmpje? Welke leerlingen letten op of juist niet?

Leerlingen:
De leerlingen bekijken het filmpje aandachtig en hun voorkennis wordt geactiveerd. Waarom laat de docent dit zien? Waar gaat deze les over? Wat zie ik in het filmpje?

Nabespreken filmpje
  • Wat gebeurt er in het gesprek? Gaat het goed of fout? Wat gaat er goed of fout?
  • Is Judeska boos, blij of verdrietig? Hoe zie je dat?
  • Luisteren de mensen naar elkaar? Of praten ze alleen zelf?
  • Hoe kun je beter met elkaar praten in deze situatie?

*Waar denk jullie dat deze les over gaat?
*Waarom is het belangrijk voor jullie om dit te leren?

Slide 7 - Slide

Docent: 
-De docent stelt vragen over het filmpje en gaat de dialoog aan met de klas. De docent probeert de leerlingen zelf te laten benoemen wat de link zou kunnen zijn tussen het filmpje en de les die gaat volgen. 
*uiteindelijk vertelt de docent waar de les over gaat. 
Vervolgens worden de leerlingen aan het denken gezet wat het nut is van de les. 

Leerlingen:
-De leerlingen worden geactiveerd en getriggerd door de vragen die de docent stelt. De leerlingen worden aan het denken gezet waar de les over zou kunnen gaan en wat het nut is van de les. 
Wat gaan we doen vandaag?
  • Filmpje kijken.
  • Lesprogramma doornemen.
  • Lesdoelen bespreken.
  • Theorie communiceren en communicatieschema.
  • Opdracht 1: communicatieschema.
  • Opdracht nakijken
  • Terugblikken op de les. 
  • Terugkijken op de lesdoelen.
  • Afsluiting van de les. 

Slide 8 - Slide

Docent:
-De docent benoemd en bespreekt wat het lesprogramma is. Indien er vragen of onduidelijkheden zijn vanuit de leerlingen dan zal de docent de vragen beantwoorden of onduidelijkheden wegnemen. 

Leerlingen:
-De leerlingen luisteren naar de docent en horen wat het lesprogramma is en wat zij kunnen verwachten. Indien de leerlingen vragen hebben dan kunnen zij deze stellen aan de docent. 
           Lesdoelen
  • Na de les kan ik in mijn eigen woorden uitleggen wat communiceren/ communicatie betekent. (I)
  • Na de les kan ik vertellen op welke manieren mensen met elkaar kunnen communiceren. (R)
  • Na de les kan ik het communicatieschema uitleggen. (I)
  • Na de les kan ik het communicatieschema toepassen. (T1)

Slide 9 - Slide

Stap 1: Oriënteren en Voorspellen
In deze eerste stap van formatief handelen bereidt de docent zich voor door leerdoelen af te stemmen op het curriculum: wat moeten leerlingen kennen en kunnen? Deze doelen worden gedeeld en besproken met de leerlingen, zodat zij weten wat er van hen verwacht wordt. Ook denkt de docent vooraf na over mogelijke misvattingen om hier tijdens de les effectief op in te spelen.

Docent:
-De docent leest de doelen op en legt uit wat er met het doel bedoelt wordt. Vraagt aan de leerlingen of zij de lesdoelen begrijpen. Indien er onduidelijkheid is dan zal de docent uitleg geven. 

Leerlingen:
-De leerlingen horen, aan welke lesdoelen er gewerkt wordt deze les. Krijgen de ruimte om vragen te stellen over de lesdoelen. 
Denken Duo Delen
Wat weet je over communiceren?
  • Denken: Denk eerst zelf goed na. Dit doe je in stilte!

  • Duo: Bespreek heel zacht met je buurman/vrouw je antwoord.
  • Delen: Vertel aan de klas wat jullie besproken hebben.
timer
1:00
timer
1:00

Slide 10 - Slide

Stap 2: Nadenken en produceren
Zodra de leerlingen in duo's met elkaar in gesprek gaan, loopt de docent rond om en  Let op:
Welke termen gebruiken ze?
Stellen ze elkaar vragen of vullen ze elkaar aan?
Komen er al misvattingen naar voren?

Docent:
-De docent laat de leerlingen eerst individueel, daarna in duo's en als laatst klassikaal nadenken over het onderwerp van de les. Dit om erachter te komen wat de leerlingen al weten over het onderwerp. 

Leerlingen:
-De leerlingen gaan eerst individueel, daarna in duo's en vervolgens klassikaal bespreken wat zij al over het onderwerp weten. 
Communiceren betekent..........................
Communiceren betekent met elkaar praten, schrijven of iets laten zien om informatie te delen. Het kan ook door middel van lichaamstaal, zoals glimlachen, knikken of handgebaren. Wanneer je communiceert, vertel je iemand iets of vraag je iets. Het doel van communiceren is om elkaar te begrijpen.

Slide 11 - Slide

Stap 3: interpreteren, communiceren en beslissen. 
Het aanbieden van theorie en het communicatieschema past bij stap 3 van formatief handelen: Hoe komen leerlingen een stap verder?

Ik interpreteer eerst de antwoorden uit de denken–duo–delen om te zien wat ze al weten. Vervolgens communiceer ik de theorie duidelijk en gestructureerd, zodat ze hun begrip kunnen verdiepen. Op basis daarvan beslis ik welke uitleg nodig is om hen verder te helpen.

Docent:
-De docent geeft theorie over het onderwerp van de les. 

Leerlingen:
-Luisteren aandachtig naar de aangeboden theorie en kunnen/mogen eventuele vragen stellen. 
Er zijn verschillende soorten communicatie
  • Verbale communicatie
  • Non verbale communicatie
  • Formele communicatie
  • Informele communicatie
  • Professionele communicatie
  • miscommunicatie

Slide 12 - Slide

Stap 3: interpreteren, communiceren en beslissen.
Het aanbieden van theorie en het communicatieschema past bij stap 3 van formatief handelen: Hoe komen leerlingen een stap verder?

Ik interpreteer eerst de antwoorden uit de denken–duo–delen om te zien wat ze al weten. Vervolgens communiceer ik de theorie duidelijk en gestructureerd, zodat ze hun begrip kunnen verdiepen. Op basis daarvan beslis ik welke uitleg nodig is om hen verder te helpen.

Docent:
-De docent geeft uitleg over de verschillende soorten communicatie. Stelt vragen aan de leerlingen of zij hier al iets over weten en geeft voorbeelden. 

Leerlingen:
-Luisteren naar de uitleg, mogen vragen beantwoorden of vragen stellen indien nodig. 
Op welke manieren kun je met elkaar communiceren?

Slide 13 - Open question

Stap 2 en Stap 3: interpreteren, communiceren en beslissen. 
 Ik stel deze vraag om te controleren of leerlingen begrijpen wat communiceren betekent en om te achterhalen welke manieren van communicatie ze al kennen. Dit doe ik voordat ik de theorie behandel, zodat ik eventuele misvattingen vroeg kan signaleren en corrigeren. Zo sluit ik beter aan bij hun voorkennis en zorg ik voor een effectievere uitleg. 

 Docent:
-De docent stelt een open vraag aan de leerlingen over de manieren van communicatie. Dit om te checken of de leerlingen weten welke middelen er zijn om te communiceren met elkaar. Uiteraard geeft de docent ook uitleg/voorbeelden. 

Leerlingen:
-De leerlingen beantwoorden de vraag, krijgen uitleg/voorbeelden van de docent. 

Slide 14 - Video

Stap 3: Interpreten, communiceren en beslissen.
De docent laat een filmpje zien dat aansluit bij de lesstof en lesdoelen.  Na aanleiding van het filmpje gaat de docent in gesprek met de klas om te checken of zij de stof hebben begrepen. Eventuele misvattingen wegnemen, verduidelijken en beslissen of er een vervolgactie nodig is zoals verlengde instructie. 

Docent:
-De docent laat het filmpje zien, observeert de klas. Wie let er op? Wie niet? Wie begrijpt het filmpje? Wie niet? 

Leerlingen:
-De leerlingen kijken aandachtig naar het filmpje. 

Slide 15 - Slide

Stap 3: Interpreten, communiceren en beslissen.
De docent laat een filmpje zien dat aansluit bij de lesstof en lesdoelen. Na aanleiding van het filmpje gaat de docent in gesprek met de klas om te checken of zij de stof hebben begrepen. Eventuele misvattingen wegnemen, verduidelijken en beslissen of er een vervolgactie nodig is zoals verlengde instructie. 

Docent:
-Nabespreken van het filmpje, vragen stellen, extra uitleg geven. 

Leerlingen:
-Antwoordt geven op de vragen van de docent. Opletten en vragen stellen indien nodig. 
Wie is de zender?
''De juf zegt tegen de leerlingen''pak je boeken''.
A
De leerlingen
B
pak je boeken
C
De juf
D
praten/ mond

Slide 16 - Quiz

Stap 2 en 3:
Hier stelt de docent diagnostische vragen (nadenken en produceren) om vervolgens de antwoorden te interpreteren (de docent kan snel zien of de leerlingen de antwoorden goed hebben), communiceren (de docent bespreekt de antwoorden die er er gegeven zijn) en beslissen (hebben de leerlingen de stof begrepen of is er verlengde instructie nodig?). 

Docent:
-De docent stelt diagnostische vragen om te checken (stap 2 en 3) of de leerlingen de theorie hebben begrepen. Dit zodat de docent weet welke vervolgactie (stap 4) er eventueel nodig is. 

Leerlingen:
-De leerlingen beantwoorden de vragen. 
Wat is de boodschap?
''De juf zegt tegen de leerlingen''pak je boeken''.
A
pak je boeken
B
de leerlingen
C
praten/ mond
D
de juf

Slide 17 - Quiz

Stap 2 en 3:
Hier stelt de docent diagnostische vragen (nadenken en produceren) om vervolgens de antwoorden te interpreteren (de docent kan snel zien of de leerlingen de antwoorden goed hebben), communiceren (de docent bespreekt de antwoorden die er er gegeven zijn) en beslissen (hebben de leerlingen de stof begrepen of is er verlengde instructie nodig?). 

Docent:
-De docent stelt diagnostische vragen om te checken (stap 2 en 3) of de leerlingen de theorie hebben begrepen. Dit zodat de docent weet welke vervolgactie (stap 4) er eventueel nodig is.

Leerlingen:
-De leerlingen beantwoorden de vragen.
Wie is de ontvanger?
''De juf zegt tegen de leerlingen''pak je boeken''.
A
de juf
B
praten/mond
C
pak je boeken
D
de leerlingen

Slide 18 - Quiz

Stap 2 en 3:
Hier stelt de docent diagnostische vragen (nadenken en produceren) om vervolgens de antwoorden te interpreteren (de docent kan snel zien of de leerlingen de antwoorden goed hebben), communiceren (de docent bespreekt de antwoorden die er er gegeven zijn) en beslissen (hebben de leerlingen de stof begrepen of is er verlengde instructie nodig?). 

Docent:
-De docent stelt diagnostische vragen om te checken (stap 2 en 3) of de leerlingen de theorie hebben begrepen. Dit zodat de docent weet welke vervolgactie (stap 4) er eventueel nodig is.

Leerlingen:
-De leerlingen beantwoorden de vragen.
Wat is het middel?
''De juf zegt tegen de leerlingen''pak je boeken''.
A
de juf
B
praten/mond
C
pak je boeken
D
de leerlingen

Slide 19 - Quiz

Stap 2 en 3:
Hier stelt de docent diagnostische vragen (nadenken en produceren) om vervolgens de antwoorden te interpreteren (de docent kan snel zien of de leerlingen de antwoorden goed hebben), communiceren (de docent bespreekt de antwoorden die er er gegeven zijn) en beslissen (hebben de leerlingen de stof begrepen of is er verlengde instructie nodig?). 

Docent:
-De docent stelt diagnostische vragen om te checken (stapt 2 en 3) of de leerlingen de theorie hebben begrepen. Dit zodat de docent weet welke vervolgactie (stap 4) er eventueel nodig is.

Leerlingen:
-De leerlingen beantwoorden de vragen.
Bonusvraag: Wat is de feedback die je krijgt?
''De juf zegt tegen de leerlingen''pak je boeken''.
A
de juf laat een film zien
B
de leerlingen lopen naar buiten
C
de leerlingen vragen wat ze moeten doen
D
de leerlingen pakken hun boek

Slide 20 - Quiz

Stap 2 en 3:
Hier stelt de docent diagnostische vragen (nadenken en produceren) om vervolgens de antwoorden te interpreteren (de docent kan snel zien of de leerlingen de antwoorden goed hebben), communiceren (de docent bespreekt de antwoorden die er er gegeven zijn) en beslissen (hebben de leerlingen de stof begrepen of is er verlengde instructie nodig?). 

Docent:
-De docent stelt diagnostische vragen om te checken  (stap 2 en 3) of de leerlingen de theorie hebben begrepen. Dit zodat de docent weet welke vervolgactie (stap 4) er eventueel nodig is.

Leerlingen:
-De leerlingen beantwoorden de vragen.
Opdracht 1:  Oefenen met het communicatieschema 
Tijd: 15 minuten

📄 Hoe: Je krijgt een werkblad met zinnen van de docent.

🙋‍♂️ Hulp: Eerst denken met je brein, dan overleggen met je buur, daarna vragen aan de docent.

📝 Wat doe je?
Lees de zinnen goed. Vul per zin het communicatieschema in.

🎯 Uitkomst: Je hebt geoefend met het herkennen van de onderdelen van communicatie.

Klaar? Blijf rustig op je plek zitten. Steek je hand op. Je krijgt dan een vervolgopdracht van de docent.
timer
15:00

Slide 21 - Slide

Stap 4: geïnformeerde vervolgactie.
De docent heeft al geïnterpreteerd, gecommuniceerd en besloten of er een een vervolgactie nodig is zoals verlengde instructie of differentiatie in opdrachtvorm. Tijdens dit stap wordt hetgeen wat de docent heeft besloten ingezet. 

Docent:
-De docent zet de leerlingen aan het werk middels de volledige instructie. Na de uitleg laat de docenten een aantal leerlingen in hun eigen woorden uitleggen wat de opdracht is.  Verder gaat de docent hier differentiëren eventueel op basis van instructie of werkvorm. Afhankelijk van de antwoorden die op de vorige slides zijn gegeven.  (stap 4)

Leerlingen:
-De leerlingen herhalen in hun eigen woorden wat de opdracht is. Sommige leerlingen krijgen verlengde instructie of een andere (makkelijkere of moeilijkere opdracht). 
Nakijken 
- Pak je blaadje erbij met alle vragen.
-Wissel je blaadje met je buurman/buurvrouw
-Kijk elkaars werk na met het antwoordblad. 

Slide 22 - Slide

Stap 4: geïnformeerde vervolgactie:
Hier wordt gecheckt of hetgeen wat er in de voorgaande stappen is doorlopen en besloten effect heeft gehad. Doordat de leerlingen elkaars werk nakijken creëer je een situatie van peerfeedback en mogelijkheid tot het uitwisselen van kennis.  Kwaliteitsbesef hebben de leerlingen door middel van het antwoordenblad. Daarop staat duidelijk aangegeven wat juist is. 

Docent:
-De docent geeft het antwoordblad aan de leerlingen zodat zij elkaars werk kunnen nakijken. Ondertussen loopt de docent rond langs de leerlingen. Dit om te controleren hoe het nakijken gaat en eventuele vragen te beantwoorden. 

Leerlingen:
-De leerlingen kijken elkaars werk na aan de hand van een antwoordblad. Ze hebben de mogelijkheid om elkaar vragen te stellen of vragen aan de docent te stellen. 
Exit ticket
Je krijgt van de docent een exit ticket. Vul dit in en lever het bij de docent in.....

Slide 23 - Slide

Stap 5: Verifiëren, terugblikken en  voorspellen:
Door middel van het exit ticket kan de docent checken of alle voorgaande stappen effect hebben gehad. Zijn de lesdoelen behaald? Je kijkt terug op de lesstof en het proces. Met de informatie die je hieruit haalt kun je beslissen of er meer verdieping of herhaling nodig is of dat je verder kan met het aanbieden van nieuw lesstof.

Docent:
-Deelt de exit tickets uit en vraagt de leerlingen dit in te vullen. (stap 5)

Leerlingen:
-Vullen het exit ticket in en leveren deze in bij de docent. 
Terugkijken op de leerdoelen:
Na de les kan ik in mijn eigen woorden uitleggen wat communiceren/ communicatie betekent. (I)
Na de les kan ik vertellen op welke manieren mensen met elkaar kunnen communiceren. (R)
Na de les kan ik het communicatieschema uitleggen. (I)
Na de les kan ik het communicatieschema toepassen. (T1)

Slide 24 - Slide

Docent:
-De docent blikt terug op de lesdoelen en bespreekt met de leerlingen welke lesdoelen er waren. Laat de leerlingen nadenken welke lesdoelen zij hebben behaald. 

Leerlingen:
-Moeten nadenken over welke lesdoelen zij hebben behaald en hier uitleg over kunnen geven. 
Bijlage 1: Opdracht gemiddeld
Bijlage 2: Opdracht makkelijk

Slide 25 - Slide

In deze bijlage vind je de verwerkingsopdrachten op drie niveaus: gemiddeld (bijlage 1), makkelijk (bijlage 2) en moeilijk (bijlage 3). Bijlage 4 bevat het exit ticket
Bijlage 3: Opdracht moeilijk
Bijlage 4: Exit ticket

Slide 26 - Slide

In deze bijlage vind je de verwerkingsopdrachten op drie niveaus: gemiddeld (bijlage 1), makkelijk (bijlage 2) en moeilijk (bijlage 3). Bijlage 4 bevat het exit ticket
Goede communicatie is niet wat je zegt, maar wat de ander begrijpt.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions