Het bezittelijk voornaamwoord

1 / 37
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord
page 124

Slide 2 - Slide

But 
Je gaat oefenen met bezittelijke voornaamwoorden.
Aan het einde van de les kun je deze gebruiken in zinnen om een tekst te schrijven over wat je leuk en niet leuk vindt op school.

Slide 3 - Slide

Welke bezittelijke voornaamwoorden ken je (in het Nederlands)

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Er volgt altijd een zelfstandig naamwoord.......exemple....

Slide 6 - Slide

Hoe zit dat?
In het Frans hangt de vorm altijd af van het zelfstandig naamwoord dat volgt.....dus het woord dat erachter staat.

In de woordenlijst leer je of een woord mannelijk (le) of vrouwelijk is (la)

Slide 7 - Slide

Au travail !  (maak aantekeningen in je schrift )page 124


Bestudeer de tabel van opdracht 30b aandachtig. 
Maak aantekeningen en probeer zelf de regel van het bezittelijk voornaamwoord in het Frans te ontdekken.

 
Let daarbij op hoe het bezittelijk voornaamwoord verandert op basis van het geslacht en het aantal van het zelfstandig naamwoord.



Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Le copain - La copine
mon copain       mijn vriend         ma copine     mijn vriendin
ton copain           jouw vriend        ta copine      jouw vriendin
son copain   zijn/haar vriend       sa copine    zijn/haar vriendin

Slide 10 - Slide

Les copain - Les copines
mes copains  mijn vrienden           mes copines  mijn vriendinnen

tes copains    jouw vrienden           tes copines   jouw vriendinnen

ses copains zijn/haar vrienden   
                                                      ses copines zijnhaarvriendinnen

Slide 11 - Slide

Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk is én begint met een klinker of een stomme h, dan gebruik je mon, ton, son

Slide 12 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 13 - Slide

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

De bezittelijke voornaamwoorden: enkelvoud
Maak de juiste combinaties.
MIJN
JOUW
ZIJN/HAAR
  mon
 ton
  son
  ta
  tes
  mes
  ses
   ma
  sa

Slide 16 - Drag question

De bezittelijke voornaamwoorden: meervoud
Maak de juiste combinaties.
ONS/ONZE
JULLIE / UW
HUN
    nos
  votre
   leur
   notre
      vos
    leurs

Slide 17 - Drag question

Sleep het juiste bezittelijk voornaamwoord naar het juiste zelfstandig naamwoord.
secret
profs
récré
ma
leurs
son

Slide 18 - Drag question

Sleep het juiste bezittelijk voornaamwoord naar het juiste zelfstandig naamwoord.
livres
sac à dos
trousse
mon
mes 
ta

Slide 19 - Drag question

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

________ (mijn) collège s' appelle NSG

A
ma collège
B
mon collège
C
mes collège
D
son collège

Slide 20 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

(mijn) prof de géographie est sympa
A
mon
B
ma
C
son
D
sa

Slide 21 - Quiz

Vertaal en kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

dans (mijn) classe il ya 26 élèves
A
ma
B
tes
C
mon
D
ses

Slide 22 - Quiz

(zijn) père est sympa
(haar) père est marrant

Slide 23 - Open question

Vertaal en kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

(zijn) profs
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 24 - Quiz

Vertaal en kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

(haar) livre est dans son sac à dos
A
sa
B
mon
C
ton
D
son

Slide 25 - Quiz

(onze) prof est sévère
(onze) profs sont sympa

Slide 26 - Open question

(Ons) lapin est mignon!
A
nos
B
notre

Slide 27 - Quiz

(jullie) prof est sévère
(jullie) profs sont marrants

Slide 28 - Open question

(jullie) classe a 26 élèves
A
vos
B
votre

Slide 29 - Quiz

(hun) prof
(hun) profs

Slide 30 - Open question

(Hun) parents sont sympa
A
leur
B
leurs

Slide 31 - Quiz

Vertaal en kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

Dans (hun) classe il ya 20 élèves
A
leurs
B
leur
C
ma
D
sa

Slide 32 - Quiz

Vertaal en kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

(mijn) agenda
A
mes
B
ton
C
mon
D
ma

Slide 33 - Quiz

Vertaal en kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

(jouw) école
A
ton
B
tes
C
ses
D
mon

Slide 34 - Quiz

Welke bezittelijke voornaamwoorden ken je nu? (in het Frans)

Slide 35 - Mind map

Au travail 
Maak opdrachten:  30 c,d
  31a,b,d
32a
           blz 124..
.Wat niet af is is huiswerk .

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide