les 11: verstedelijkingsgraad en verstedelijkingstempo

Je leert
  • Wat verstedelijkingsgraad en -tempo inhoudt 
  • je weet het verband tussen welvaart en verstedelijking


1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Je leert
  • Wat verstedelijkingsgraad en -tempo inhoudt 
  • je weet het verband tussen welvaart en verstedelijking


Slide 1 - Slide

Door de industriële revolutie vertrokken we van platteland naar de stad

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Verstedelijkingsgraad
Verstedelijkingsgraad = het percentage van de bevolking dat in steden woont



Slide 5 - Slide

Verstedelijkingstempo
Verstedelijkingstempo= het percentage waarmee de verstedelijkingsgraad per jaar toeneemt



Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Verstedelijkingsgraad & verstedelijkingstempo
Welke relatie zie je tussen rijkdom en verstedelijkingsgraad en verstedelijkingstempo?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

notie
Verstedelijkingsgraad=
Verstedelijkingstempo=
Hoe hoger de verstedelijkingsgraad, hoe welvarender het land Hoe hoger het verstedelijkingstempo, hoe minder welwarend het land.

Slide 10 - Slide

Opdracht
Bekijk de storymap.
Kies 1 van de steden uit de storymap.

Beantwoord met de tekst van 2.6, de storymap en internet de vragen in deze lesson up.

Slide 11 - Slide

ga zelfstandig maken 
Paragraaf 2.1 opdracht 4 t/m 6

Slide 12 - Slide

Welke stad uit de StoryMap heb je gekozen?

Slide 13 - Open question

Wat is de verstedelijkingsgraad van het land waar de stad in ligt?

Slide 14 - Open question

Wat is het verstedelijkingstempo van het land waar de stad in ligt?

Slide 15 - Open question

Wat is juist:
Een land met een hoge verstedelijkingsgraad heeft over het algemeen een ...... verstedelijkingstempo.
A
hoog
B
laag

Slide 16 - Quiz

Wat is juist:
In een opkomend land is de verstedelijkingsgraad ....1.... en het verstedelijkingstempo ...2....
A
1 =hoger 2 = lager
B
1 = lager 2 = hoger
C
1 = hoger 2 = hoger
D
1 = lager 2 = lager

Slide 17 - Quiz

Leg met het inwoneraantal van de stad uit of de stad wel of niet een megastad is.

Slide 18 - Open question

Is deze stad een primate city?
Leg uit waarom wel/niet. Zorg dat uit je uitleg blijkt dat je begrijpt wat de kenmerken van een primate city zijn.

Slide 19 - Open question

aan het werk
Ga verder aan het werk met de weektaak.

weektaak af?
Ga een planning maken voor de toetsweek
Ga veder werken aan een weektaak van een ander vak

Slide 20 - Slide