Nectar Hfst 12.1-2 GL

1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma
- Wat hebben we onthouden?
- Leerdoelen
- Lesinstructie
- Huiswerk opdrachten (als de tijd het toelaat)

Slide 2 - Slide

Charles Darwin ontdekte dat de aarde en zijn soorten voortdurend veranderen. Hij ontdekte dat goed aangepaste organismen meer kans hebben op nakomelingen dan minder goed aangepaste organismen.
Hoe wordt dit laatste ook wel genoemd?
A
erfelijke variatie
B
kunstmatige selectie
C
natuurlijke selectie
D
variatie in fenotype

Slide 3 - Quiz

Leg uit wat
natuurlijke selectie is!

Slide 4 - Open question

Selectie
  • Proces dat vele jaren duurt.
  • Natuurlijke en kunstmatige selectie
  • Gaat niet alleen om gunstige mutaties, maar ook om niet negatieve mutaties.
  • Veel organismen zijn dus al uitgestorven.

Slide 5 - Slide

Leerdoelen

- Je kunt uitleggen waardoor variatie in genotypen en fenotypen ontstaat.

- Je kunt uitleggen wat evolutie is en hoe evolutie verklaard wordt.



Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Wat is een soort?
Een soort is een groep dieren die samen 
vruchtbare nakomelingen kunnen voortbrengen

Slide 8 - Slide

Wat is een soort?
Een soort is een groep dieren die samen 
vruchtbare nakomelingen kunnen voortbrengen

Alle honden zouden onderling kunnen paren 
en vruchtbare nakomelingen krijgen.

Slide 9 - Slide

Wat is een soort?
Een soort is een groep dieren die samen 
vruchtbare nakomelingen kunnen voortbrengen

Alle honden zouden onderling kunnen paren 
en vruchtbare nakomelingen krijgen.

Leeuwen en tijgers kunnen wel nakomelingen krijgen, 
maar deze nakomelingen zijn zelf onvruchtbaar, 
tijgers en leeuwen zijn dus 2 verschillende soorten, 
(Panthera Tigris en Panthera Leo).

Slide 10 - Slide

Wat is juiste omschrijving van een soort?
A
alleen organismen van dezelfde soort kunnen zich voorplanten en leven in hetzelfde gebied.
B
alleen organismen van dezelfde soort kunnen vruchtbare nakomelingen krijgen.
C
alle organismen van dezelfde soort hebben hetzelfde genotype
D
alle organisme van dezelfde soort hebben hetzelfde fenotype

Slide 11 - Quiz

Leg het verschil uit tussen een ras en een soort.

Slide 12 - Open question

Hoe ontstaan nieuwe soorten?
  • Een groep organismen raakt geïsoleerd van de rest. Tussen de organismen is erfelijke variatie.
  • De twee groepen leven in gebieden die van elkaar verschillen. In elk gebied zijn verschillende eigenschappen een voordeel.
  • Door natuurlijke selectie overleven in de verschillende gebieden sommige organismen beter als andere.
  • De verschillen in de organismen worden zo groot dat ze niet meer met elkaar vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen en dus aparte soorten zijn.

Slide 13 - Slide

Hoe ontstaan nieuwe soorten?
  • Vinken komen door storm op galapagoseilanden
  • Erfelijke variatie (snaveldikte, vorm) nog steeds hetzelfde dier





  • Groot verschil in leefomgeving op eilanden (veel/weinig begroeiing, meer/minder insecten)
  • Natuurlijke selectie, dieren met een handige snavelvorm overleefden beter op dat eiland.
  • Geen contact meer met de andere vinken op ander eiland -> Isolatie
  • Nieuwe soort ontstaat

Slide 14 - Slide

Hoe ontstaan nieuwe soorten?

Slide 15 - Slide

Hoe ontstaan nieuwe soorten?

Slide 16 - Slide


Leg in eigen woorden uit waardoor er nieuwe soorten kunnen ontstaan. 
Welke 4 voorwaarden zijn er voor nodig?

Slide 17 - Open question

Hoe ontstaat erfelijke variatie?
  • Mutatie is verandering in het erfelijke materiaal. Mutaties gebeuren continu. Lichaam laat de cel sterven en word opgeruimd. 
  • Als een mutatie in geslachtscel plaats vind dan wordt dit doorgegeven aan de nakomelingen. Zo komt er dus erfelijke variatie in genotype, en dus ook in fenotype.
  • Mutaties kunnen schadelijk of voordelig zijn. Als ze voordelig zijn zorgen ze vaak dat de nakomelingen beter kunnen overleven. Zo komt de mutatie steeds vaker voor.
  • Een voorbeeld van een schadelijke mutatie is albinisme.

Slide 18 - Slide

Wat is nu evolutie?
Evolutie: het langzaam ontstaan van de ene soort uit een andere soort.
  • Er zijn drie voorwaarden om evolutie te laten gebeuren:
  1. Er is variatie (in fenotype, dus eigenschappen)
  2. De variatie is erfelijk (eigenschappen worden overgebracht van ouders naar jong)
  3. Er is (natuurlijke) selectie, organismen met gunstige eigenschappen hebben een grotere kans op overleven en voortplanten.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Zelf aan de slag
Maak opdracht 18 tot en met  31 van paragraaf 12.1

Slide 21 - Slide