Staatsinrichting

1 / 49
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Noem een begrip uit de politiek

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
  • Weet je hoe een democratie werkt
  • Kun je uitleggen waarom we een wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht hebben.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

Navalny, strijdt in Rusland voor meer democratie. Vlogt en heeft onder andere onyhuld dat Poetin een paleis van 1,3 miljard heeft laten bouwen van belastinggeld. Putins geheime dienst heeft hem vergiftigd, dat is niet gelukt. Hij is in Duitsland weer hersteld. Bij terugkomst in Rusland moest werd hij veroordeeld omdat hij zich niet had gehouden aan zijn meldplicht. Straf: 3,5 jaar werkkamp in Siberië.
Wet: meldplicht
Rechter: niet aan voldaan
Uitvoering: Opgepakt

Slide 7 - Slide

In Rusland zijn de wetgevende macht, uitvoerende macht en rechterlijke macht niet goed gescheiden. Poetin heeft deze regels verzonnen (wetgevende macht), hij zorgt dat ze uitgevoerd worden (uitvoerende macht) en de rechterlijke macht durft/wil niet tegen Poetin in te gaan. In een normale democratie halen oneerlijke wetten het meestal niet in de tweede kamer. Bij de uitvoerende macht horen er dan alarmbellen af te gaan als wetten oneerlijk zijn. En een rechter kan zeggen dat een wet in strijd is met andere wetten en uitgangspunten. 
Toeslagenaffaire
Wetgevende macht: streng zijn tegen fraudeurs
Uitvoerende macht was heel streng
Rechterlijke macht heeft niet goed gekeken naar individuele gevallen en daaruit opgemaakt dat er iets groots mis was

Slide 8 - Slide

Bij de toeslagenaffaire heeft de trias politica niet goed gewerkt, de ene macht heeft de andere niet gecorrigeerd.

Slide 9 - Slide

avondklok werd onwettig verklaard
Uitvoering: Avondklok is nodig
Wet: snel gemaakt door uitvoerende macht, maar de tweede kamer werd om advies gevraagd
Rechter: voldoet niet aan de richtlijnen voor een noodwet, want er is tijd genomen om de tweede kamer te vragen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Trias Politica (Montesquieu)
Uitvoerende macht
Wetgevende macht
Rechterlijke macht
Waarom hebben we een trias politica in Nederland?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Trias Politica (Montesquieu)
Uitvoerende macht
Wetgevende macht
Rechterlijke macht
Waarom hebben we een trias politica in Nederland?
Parlement + regering
Regering
Onafhankelijke rechters

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Scheiding der machten (Trias Politica)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Tweede Kamerleden mogen een wetsvoorstel indienen (wetgevende macht)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Recht van Initiatief


De TK mag zelf een wetsvoorstel indienen. Ministers mogen dit ook maar de TK moet er altijd over stemmen.

Recht van Amendement


De TK mag wetsvoorstellen van de regering (ministers) wijzigen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

1. Recht van Interpellatie
De minister moet op het matje komen om uitleg te geven in de TK.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

2. Recht van motie


Het parlement kan hiermee aangeven een minister 'af te keuren' of te 'wantrouwen'. Als de meerderheid zo'n motie steunt moet de minister weg.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

3. Budgetrecht
 De jaarlijkse begroting van de regering wordt gecontroleerd door de TK.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

4. Dertigledendebat

De minister moet komen voor een spoeddebat als 30 leden van de TK daar om vragen.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

5. Parlementaire Enquête


Als de EK of de TK een onderzoek instelt naar de regering (bijv. over een ramp of fraude).

6. Kamervragen


Leden van het parlement (EK+TK) mogen de regering vragen stellen.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Welke uitspraak is juist?
A
Ministers kunnen Tweede Kamerleden wegstemmen.
B
Tweede Kamerleden kunnen Ministers wegstemmen.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Coalitie


De partijen die samen een meerderheid hebben en de regering vormen.

Oppositie


De overige partijen die de regering controleren.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Kabinetsformatie
1. Informateur: krijgt advies en kijkt naar de mogelijke combinaties.
2. Regeerakkoord: de partijen die samenwerken maken een plan voor 4 jaar.
3. Formateur: de latere premier gaat ministers zoeken voor elke post.
4. De beëdiging door de koning (bordesfoto)

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Link

This item has no instructions

Dimensie 3
Politiek - Juridisch

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Wie zitten er in de Tweede Kamer?

  • Fracties = een groep personen van een politieke partij die in de Tweede Kamer zit

  • Regeringspartijen (coalitie)= deze partijen zitten ook in de regering

  • Oppositiepartijen = deze partijen zitten niet in de regering, wel in de Tweede Kamer

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Politieke partijen hebben verschillende ideeën over de samenleving. Op basis van die ideeën kun je politieke partijen indelen in 3 politieke stromingen

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

= GELIJKHEID
  • De overheid moet ervoor zorgen dat er goede voorzieningen zijn voor iedereen.
  • De welvaart moet eerlijk verdeeld worden
  • De overheid moet actief ingrijpen om dat te bewerkstelligen
  • Voorzieningen als zorg moeten door de overheid geregeld worden
Sociaal -Democratische partijen

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

      = VRIJHEID
  • Individuen en bedrijven moeten zich "in alle vrijheid" kunnen ontwikkelen.
  • De overheid moet zich zo weinig mogelijk bemoeien met de samenleving.
  • De zorg kan bijvoorbeeld best door "de markt" geregeld worden.
  • De consument kiest dan vanzelf voor de meest efficiënte aanbieders.
Liberale partijen

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

= CHRISTELIJKE WAARDEN
  • De overheid moet terughoudend zijn en moet allerlei zaken aan de samenleving overlaten.
  • Zorg is niet alleen de taak van overheid, burgers kunnen dit zelf
       ook organiseren.
Confessionele partijen

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

  • Partijen die hun standpunt bepalen op basis van emoties en opvattingen van groepen in de samenleving
  • Populisten proberen de zaken waar deze groepen zich kwaad over maken via de politiek te veranderen
  • Er zijn ook partijen die worden gevormd, omdat ze wel één doel nastreven. Dit worden belangenpartijen of 'one-issue-partijen' genoemd. 
One-issue partijen

Populistische partijen

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Het verschil tussen rechts en links is het verschil tussen socialisten en liberalen.
Links: grote overheid, eerlijke kansen voor iedereen, gelijke welvaart.  Kern begrip: gelijkheid.

Rechts: Kleine overheid, zelfverantwoordelijkheid, meer marktwerking. Kernbegrip: Vrijheid.

Ook een belangrijk onderscheid dat je kan zien in het verschil is dat links over het algemeen uit gaat van de maatschappij en rechts van het individu.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions


Als je hard werkt en risico's neemt mag je best meer verdienen. Je hoort dan niet gestraft te worden door meer belasting te moeten betalen.
A
Confessionele partij
B
Liberale partij
C
Sociaaldemocratische partij
D
Populistische partij

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions


Ook voor de belangen van kleine winkeliers is één dag rust per week belangrijk. 
Daarom moeten op zondag de winkels niet open
A
Confessionele partij
B
Liberale partij
C
Sociaaldemocratische partij
D
Populistische partij

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions


Je moet er van uit kunnen gaan dat de overheid zorgt voor genoeg geld om van te leven en te wonen.
A
Confessionele partij
B
Liberale partij
C
Sociaaldemocratische partij
D
One-issue partij

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions


De abortuswet moet worden ingetrokken.
A
Confessionele partij
B
Liberale partij
C
Sociaaldemocratische partij
D
One-issue partij

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Progressieve partijen zijn voor vernieuwingen. Ze reageren op veranderingen in de wereld met nieuwe maatregelen. De samenleving moet veranderen en met haar tijd meegaan, en niet krampachtig aan het verleden willen vasthouden.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Wat is dan Conservatief ???

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Conservatieve partijen willen de samenleving houden zoals die historisch is gegroeid. Ze leggen de nadruk op het goede dat er is bereikt en willen dat vasthouden. Veranderingen moeten langzaam en in kleine stappen plaatsvinden. 

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Video

This item has no instructions

L0VTHG
Je kunt op verschillende manieren voor jouw mening opkomen:
=> Door te stemmen/kiezen op een         politieke partij = actief kiesrecht
=> Door gekozen te worden 
      = passief kiesrecht

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

SP
Groen Links
SGP
Forum voor Democratie
VVD en D66
socialisme
Christendemocratie
Populisme
Liberalisme

Slide 47 - Drag question

This item has no instructions

Links
Rechts
Socialisme
Liberalisme
Conservatief
Progressief
Blauw
Rood
Gelijkheid
Vrijheid
Meer overheid
Minder overheid

Slide 48 - Drag question

This item has no instructions

Politiek is
A
het maken van keuzes
B
het bedenken van problemen
C
het uitgeven van geld

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions