2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat

1 / 23
next
Slide 1: Video
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Op welke manier was filosofie volgens Socrates een hulpmiddel?

Slide 2 - Open question

Waarom werd Socrates ook wel 'de horzel' genoemd?
A
Hij bleef vasthoudend bij het bestoken met vragen
B
Hij was een gerespecteerd bioloog
C
Door zijn fascinatie voor bijen en insecten
D
Hij maakte vaak een zoemend geluid

Slide 3 - Quiz

Socrates stelde vooral vragen die gingen over....?
A
Goed en kwaad
B
Aristocratie
C
Gifbekers
D
Liefde

Slide 4 - Quiz

Socrates werd gezien als een gevaar. Waar werd hij van beschuldigd?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

De filosoof Plato was eerder een leerling geweest van?
A
Aristoteles
B
Socrates
C
Thales
D
Spinoza

Slide 7 - Quiz

In het voorgaande clipje over Plato schuilt kritiek op de Atheense democratie. Leg uit!

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Video

Waarom zou je Aristoteles de eerste echte 'homo universalis' (universeel mens) kunnen noemen?
A
Hij dacht na over het universum
B
Hij kon met iedereen goed opschieten
C
Hij leverde een bijdrage aan zeer veel disciplines
D
Door het nadenken over Ethiek

Slide 10 - Quiz

Noem minimaal 4 disciplines waar Aristoteles een bijdrage aan heeft geleverd

Slide 11 - Open question

Lees nu paragraaf 2.1 op blz. 22 en 23 van je handboek goed door!

Slide 12 - Slide

Leg met een voorbeeld uit wat een mythologisch wereldbeeld is

Slide 13 - Open question

Klik op de bron. Over welke bestuursvorm heeft Plato het? Heeft hij een voorkeur voor deze bestuursvorm?

Slide 14 - Open question

Tot welk soort samenleving of maatschappijtype rekenen we de Griekse stadstaat?

Slide 15 - Open question

Leg uit hoe volgens welke regels wetenschap zou moeten werken volgens Aristoteles

Slide 16 - Open question

Leg met de bron uit dat de geschiedschrijving van Polybios wetenschappelijk van aard was.

Slide 17 - Open question

Athene had een directe democratie. Nederland heeft een indirecte democratie. Wat is het verschil?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video