1 GT Th 6.5 en 6 Ongeslachtelijke voortplanting

Welkom 
Denk om…
 
  • Boek pen, potlood, gum op tafel. 
  • Tas op de grond.
  • Zitten op je eigen plek!

timer
3:00
1 / 48
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom 
Denk om…
 
  • Boek pen, potlood, gum op tafel. 
  • Tas op de grond.
  • Zitten op je eigen plek!

timer
3:00

Slide 1 - Slide

Welkom 
Denk om…
 
  • Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. 
  • Tas op de grond.
  • Zitten op je eigen plek!

timer
3:00

Slide 2 - Slide

Wat weten we nog?

Slide 3 - Slide

Bloemkelk --> kelkbladeren 
Bloemkroon --> kroonbladeren

Slide 4 - Slide


                               Bouw van een bloem

Slide 5 - Slide

Insectenbloemen       en               Windbloemen

Slide 6 - Slide

Bevruchting
Uit de stuifmeelkorrel groeit een stuifmeelbuis. Deze gaat door de stijl naar het zaadbeginsel toe. 
Stuifmeelkorrel
Stuifmeelbuis
zaadbeginsel

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Na de bevruchting
 Uit de bevruchte eicel ontstaat zo een kiem
Uit het zaadbeginsel ontstaat een 
zaad.

Elk zaad bevat een kiem. Als het zaad kiemt, groeit uit de kiem een kiemplantje.

Slide 9 - Slide




Sommige vruchten bevatten vruchtvlees: het zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht. Vruchtvlees kan ontstaan uit het vruchtbeginsel of uit de bloembodem. In afbeelding 3 zie je de ontwikkeling van bloem tot vrucht bij een appel.

Slide 10 - Slide

Appels, kersen, tomaten en peulen zijn vruchten. Bonen, erwten en de pitten in appels, kersen en tomaten zijn zaden. In sommige vruchten zit maar één zaad, in andere vruchten zitten meerdere zaden. Een meloen kan meer dan honderd zaden bevatten. Voor elk van deze zaden is de kern van de eicel in een zaadbeginsel versmolten met de kern van een stuifmeelkorrel.

Slide 11 - Slide


Door de plant zelf:
Verspreiding van vruchten en zaden

Slide 12 - Slide

Door poep

Slide 13 - Slide

Voortplanting bij dieren

Slide 14 - Slide

Voortplanting bij dieren

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat bij bevruchting elk van de ouders de helft van de chromosomen levert

  • Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting

Slide 16 - Slide

Begrippen uit de paragraaf

Geslachtelijke voortplanting
zaadcel en eicel
Uitwendige bevruchting
Inwendige bevruchting

Slide 17 - Slide

Geslachtelijke voortPLANTing

Slide 18 - Slide

Samensmelten van de kern van de eicel met de kern van de stuifmeelkorrel

Slide 19 - Slide

Op je ouders lijken??
De helft van de vader en de moeder
Eicel en zaadcel hebben 23 chromosomen
bevruchte eicel 46 chromosomen

Slide 20 - Slide

Bevruchting
- Zaadcel en eicel smelten samen.

- Als er één zaadcel bij de kern van de eicel is sluit de eicel zich af.

Slide 21 - Slide

uitwendige bevruchting

Slide 22 - Slide

Uitwendige bevruchting
Bij kikkers en vissen

Slide 23 - Slide

Inwendige bevruchting......

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Dieren?
Dieren maken geen stuifmeel. Bij dieren noem je dit namelijk zaadcellen of sperma. 

Maar bevruchting is dus altijd het samensmelten van een zaadcel en een eicel. 

Slide 26 - Slide

Even nadenken
  •  In de celkern hebben we besproken dat er chromosomen zitten. 

  • Deze chromosomen bevatten de erfelijke informatie van jouw lichaam. Dus je haarkleur, oogkleur etc. 

Slide 27 - Slide

Maar hoe worden die eicellen en zaadcellen eigenlijk gemaakt?
Geslachtscellen:
  • zijn hele speciale cellen. 
  • hebben maar de helft van het aantal chromosomen van een lichaamscel.
  • Een mens heeft 46 chromosomen per celkern, een paard heeft er 64 per celkern. 

Meiose:
  • Het maken van geslachtscellen. 
  • Mensen hebben dus geslachtscellen (eicel/zaadcel) met 23 chromosomen en paarden met 32 chromosomen. 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Chromosomen aantal
  • het aantal chromosomen wordt gehalveerd. 

  • want de eicel en zaadcel smelten weer samen en geven dan dus samen weer het goede aantal chromosomen. 

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Goed.
Hoe gaat dit nu bij paarden?

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Wat zijn mijn mogelijkheden?
  • als ik een merrie heb, hoe kies ik daar een hengst bij?

  • In de paardensport kiezen we de hengst uit op zijn sportprestaties. Een goede hengst mag dus vaker een merrie dekken dan een hengst die het niet zo goed doet . 

  • Op de volgende slide zie je 2 hengsten die op het moment hoog in de dressuursport lopen. 

Slide 34 - Slide

Dreamboy
Total US

Slide 35 - Slide

KI
  • Bij kunstmatige inseminatie wordt het sperma van de hengst bij de merrie ingebracht door een dierenarts. 
  • De bevruchting vindt inwendig plaats. 

Slide 36 - Slide

Drachtig
  • Als de dierenarts het goed heeft gedaan, is de merrie drachtig geworden. Drachtig betekent zwanger bij paarden. 

  • Na 11 maanden kan er een veulen worden geboren. 

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Aan het werk
Hoofdstuk 6: Voortplanting bij planten en dieren
Paragraaf 6.5 bevruchting bij dieren
  • Maak opdracht 1 t/m 9
  • werk op fluistertoon

Klaar?
Maak alvast een samenvatting van deze paragraaf!
timer
10:00

Slide 39 - Slide

Ongeslachtelijke voorplanting?

Slide 40 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen dat bij ongeslachtelijke voortplanting  de nakomelingen dezelfde erfelijke eigenschappen hebben als moeder
  • ik kan voorbeelden geven van ongeslachtelijke voortplanting 

Slide 41 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 42 - Slide

Bij stekken groeit er uit een stuk van een plant weer een nieuwe plant.
Stekken

Slide 43 - Slide

Weefselkweek

Slide 44 - Slide

Knollen

Slide 45 - Slide

Bollen

Slide 46 - Slide

Vragen?

Slide 47 - Slide

Maken van de opdrachten
Th. 6.5 Voortplanting bij dieren  1   t/m  7
Th 6.6 Ongeslachtelijke.                 1 t/m 3

De opdrachten worden gecheckt. Foute antwoorden goed rekenen is niet toegestaan!!


Slide 48 - Slide