3. Rollen

Toezicht
Periode 3
Onderwijsassistent jaar 1

Methodiek en begeleiden voor pedagogisch werk:
Thema 15, paragraaf 15.5 (Pedagogisch klimaat)
Boek Pedagogisch Werk 1: Thema 17, paragraaf 17.3 (Pesten)
1 / 15
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Toezicht
Periode 3
Onderwijsassistent jaar 1

Methodiek en begeleiden voor pedagogisch werk:
Thema 15, paragraaf 15.5 (Pedagogisch klimaat)
Boek Pedagogisch Werk 1: Thema 17, paragraaf 17.3 (Pesten)

Slide 1 - Slide

Vragen over de BPV opdracht?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Opdracht
Naast de pester en de gepeste horen verschillende rollen. 
Ga in tweetallen opschrijven of tekenen wat deze rollen zijn, met de signalen en kenmerken.

Welk pestprotocol heb je op stage? Op wat voor manier word er gekeken naar de rollen?

Klaar? Bespreek het met een ander tweetal. 
En maak de verwerkingsopdracht. 

Slide 4 - Slide

Voorbereiding volgende les
Jij wilt weten hoe er in de praktijk met pesten wordt omgegaan en wat het pestprotocol is. Daarom ga je een leerkracht interviewen waarvan jij weet/hoort dat deze al eerder te maken heeft gehad met pestproblematiek in de klas. Je bedenkt in tweetallen vragen die je de leerkracht individueel op stage wilt stellen over pesten in de klas.

Na het interview geef je kort weer wat jij de belangrijkste punten/tips vond.
Volgende les gaat het over de aanpak van pesten.

Slide 5 - Slide

Volgende week:
Aanpak van pesten
Verschillende pestprotocollen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Rollen bij pesten
Twee groepen: 
  1. Kinderen die er wel toe doen 
  2. kinderen die er niet toe doen. 
Hoor je bij de tweede heb je meer risisco om gepest te worden. Je wordt de zondebok: Zondebokfenomeen

Slide 8 - Slide

De assistent
  • Moedigt de pester aan vanaf de zijlijn.
  • Deze zorgt ervoor dat het pestgedrag in stand blijft
  • De assisten gaat soms verder in het pestgedrag dan de pester zelf. 
De meelopers 
  • De meeloper is een kind dat lachend of zwijgend onbewust de acties van de pester goedkeurt. 
  • Ze erkennen de dominante positie van de pester. 
  • Zijn vaak onzeker en willen zelf geen slachtoffer worden. 

Slide 9 - Slide

De zwijgers
  • Zwijgers weten dat er gepest wordt. 
  • Negeren het pesten uit angst.
  • Ze tolereren het pestgedrag door niks te zeggen. 
De verdediger
  • De verdediger neemt het op voor de gespeste.
  • Durft niet tegen de pester op te treden.
  • Als de pester uit de buurt is is deze persoon een grote steun voor de gepeste.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Verschilt pesten per cultuur?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Pesten komt vaker voor op het
A
vmbo
B
havo
C
vwo

Slide 13 - Quiz

Wat vergroot de kans op pestgedrag?
A
Een veilig leerklimaat.
B
Een niet gelijke verdeling van mannen en vrouwen.
C
Weinig aandacht en betrokkenheid.
D
Twee verschillende culturen bijvbelkaar.

Slide 14 - Quiz

Slachtoffers van pesten hebben vaak
A
Te weinig aandacht van hun ouders gekregen.
B
Weinig zelfvertrouwen.
C
Een dominant karakter

Slide 15 - Quiz