hoofdstuk 2 LEZEN

2.2 lezen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.2 lezen

Slide 1 - Slide

Pak je schrift en boek (blz. 56)

Ga naar LessonUp en log in.

Klassencode is

gmttc

Slide 2 - Slide

Als je je mening over een boek wilt uitleggen, kun je gebruikmaken van verschillende soorten argumenten. Welke hoort er niet bij?
A
Morele argumenten
B
Emotieve argumenten
C
Realistische argumenten
D
Emotionele argumenten

Slide 3 - Quiz

In een boek krijg je veel over een personage te weten, karakter, leefomgeving en hoe de persoon verandert. Welke term past bij deze omschrijving?
A
Round character
B
Flat character.

Slide 4 - Quiz

huiswerk opdracht 2a
hoe weet je dat Benyamin de hoofdpersoon is? geef 2 argumenten

Slide 5 - Open question

huiswerk opdracht 3a
Welke karaktereigenschappen heeft Benyamin?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

aan de slag

Maken opdracht 3 t/m 6 blz. 56, 57


gemaakte werk inleveren


timer
15:00

Slide 11 - Slide

Kijk je eigen werk na of maak de opdracht af.

(opdr 3 t/m 6 blz. 65. 57)


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Ga naar LessonUp en log in.


Klassencode is

gmttc

Slide 14 - Slide

De vier tekstdoelen zijn:
informeren, amuseren, activeren en overtuigen.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Noem een voorbeeld van een activerende tekst.

Slide 16 - Open question

Je leest een recensie over een film.
Wat is het tekstdoel?
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 17 - Quiz

Wat is het tekstdoel van stripverhalen?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 18 - Quiz

Je ontvangt een uitnodiging voor een buurtfeest. Wat is het tekstdoel?
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 19 - Quiz

Uitleg: objectief of subjectief?

Objectieve informatie: de schrijver is neutraal. Zijn mening speelt geen rol. Hij heeft het over feiten.

Subjectieve informatie: Het oordeel van de schrijver wordt duidelijk. Hij heeft het over meningen.

Slide 20 - Slide

Het is nodig dat er een kijkwijzer op YouTube komt.
Wat voor informatie is dit?
A
objectieve informatie
B
subjectieve informatie

Slide 21 - Quiz

Rico Verhoeven zegt kickboksen nog niet vaarwel.
Deze informatie is ....
A
objectief
B
subjectief

Slide 22 - Quiz

Nakijken huiswerk (5 min)

Totaal: 22 punten

cijfer weten? = aantal punten : 22 x 9 + 1

Slide 23 - Slide

interne en externe links

Interne links: verwijzen naar een andere webpagina van de site.

Externe links: verwijzen naar een andere website.

Slide 24 - Slide