apprendre5

Bonjour! 
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bonjour! 

Slide 1 - Slide

Objectif pour aujourd'hui 
Apprendre 5 -  Aimer,  adorer,  préférer, détester + le/la/les/l'


Met de regelmatige werkwoorden aimer, adorer, préférer, détester is wat bijzonders aan de hand! 


Slide 2 - Slide

Détester - Adorer 
Madame Baichere déteste.                          le gaming    




J'adore                             la classe  B1B


         

Slide 3 - Slide

Aimer - Préférer
Les élèves aiment                                 l'histoire.



Madame Baichere préfère                                                  les livres .
X

Slide 4 - Slide

Aimer, Adorer, Préférer, Détester + Le/ La/ Les/ L'
Mes parents adorent le tennis  - Mijn ouders zijn dol op X tennis

Bilal déteste l'histoire -Bilal heeft een hekel aan X geschiedenis  

Na deze werkwoorden gebruik je in het frans meestal, le, la, l', les. In het Nederlands gebruik je hier geen lidwoord.

Slide 5 - Slide

Aimer, Adorer, Préférer, Détester + Le / La /L' / Les
Met de regalmatige werkworden aimer, adorer, préférer, détester is wat bijzonders aan de hand. 

Na deze werkwoorden gebruik je in het frans meestal, le, la, l', les. In het Nederlands gebruik je hier geen lidwoord.

Je préfère la musique => Ik heb liever X muziek



Slide 6 - Slide

Tu aimes beaucoup ... chiens
A
les
B
l'
C
la
D
le

Slide 7 - Quiz

Les
Bij meervoud is het lidwoord 

Slide 8 - Slide

J'adore .... histoire
A
les
B
la
C
le
D
l'

Slide 9 - Quiz

L'
Voor een klinker of stomme h
veranderen 
le, en, la 
in
l'

Slide 10 - Slide

Je déteste ... anglais
A
la
B
l'
C
les
D
le

Slide 11 - Quiz

Je préfère ... musique
A
la
B
l'
C
le
D
les

Slide 12 - Quiz

Aimer, Adorer, Préférer, Détester + Le / La /L' / Les
Met de regelmatige werkwoorden aimer, adorer, préférer, détester is wat bijzonders aan de hand. 

Na deze werkwoorden gebruik je in het frans meestal, le, la, l', les. In het Nederlands gebruik je hier geen lidwoord.

Je préfère la musique => Ik heb liever X muziek



Slide 13 - Slide

J'

Slide 14 - Slide