NB statiegeld op blikjes



Sinds 1 april 2023 zit er € 0,15 statiegeld op blikjes.
Is dit echt of een 1 april grap. Waarom denk jij dat?
1 / 40
next
Slide 1: Open question
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 40 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson



Sinds 1 april 2023 zit er € 0,15 statiegeld op blikjes.
Is dit echt of een 1 april grap. Waarom denk jij dat?

Slide 1 - Open question

Slide 2 - Link

lesdoel sessie 1
Ik leer de betekenis van tien woorden en ik kan met deze woorden vragen beantwoorden.

Ik kan achter de betekenis van de woorden
komen door:
1.    Terug te lezen of door te lezen
2.    Het op te zoeken in een woordenboek
3.    Het vragen aan juf Daphne of Marijke

Slide 3 - Slide

let op
De woorden die rood zijn onderstreept gaan we bespreken.

Zie jij nog andere woorden die je niet snapt.
Zet hier dan een streep onder!

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

let goed op!
We gaan de betekenis van de woorden samen maken.

We beginnen met het eerste woord. Wat denk jij dat het betekent?

Slide 6 - Slide

heel en compleet

Slide 7 - Slide

de gift, meestal geld

Slide 8 - Slide

namelijk

Slide 9 - Slide

precies

Slide 10 - Slide

zeggen dat iets klopt


Slide 11 - Slide

iets verplicht laten betalen


Prijs voor 1 april
€ 1,59

Prijs VANAF 1 april
€ 1,74

€ 0,15
verplicht duurder

Slide 12 - Slide

duidelijk, werkelijk
2,5 miljard - 90% =
250 miljoen
900 miljoen - 90% =
90 miljoen

Slide 13 - Slide

gebruiken
€ 0,15
€ 0,25

Slide 14 - Slide

het gevoel hebben iets te willen of te moeten doen

Slide 15 - Slide

een ding waar er meer van zijn

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Aan het werk
Werk zelfstandig en maak de 27 vragen.

timer
40:00

Slide 27 - Slide

lesdoel sessie 2
Ik snap de tekst nu goed en daardoor kan ik vragen beantwoorden over de tekst waarbij ik dieper na moet denken. Ik kan mijn antwoord in mooie zinnen en in mijn eigen woorden opschrijven.

Slide 28 - Slide

Waar wordt het invoeren van statiegeld op blikjes mee vergeleken?
1
Wat betekent terugdringen in r. 3
2
Wat betekent afnemen in regel 4.
3

Slide 29 - Slide

Wat is het doel van deze maatregel?

1
Wat zou het mooiste zijn?
2
Wanneer is het voor mensen gemakkelijk om een blikje in te leveren?
3

Slide 30 - Slide

Waarom is het handig om te weten hoeveel plastic flesjes er zijn ingeleverd?
1
Wat kan Statiegeld Nederland wel zien?
2

Slide 31 - Slide

In r. 23 staat: Dirk de groot bevestigd dat beeld. Wat wordt daarmee bedoeld?
1
Wat vertelt hij over het effect van de invoering van statiegeld op plastic flesjes?
2

Slide 32 - Slide

Wat is er in Nederland anders dan in Duitsland? (r. 35-37)
1
Waarom heeft Recycling Benelux twijfels?
Let op het signaalwoord namelijk in 4. 40
2

Slide 33 - Slide

Lees regel 44-45. Waar moet je in het begin goed opletten?
1
Welke twee dingen noemt Klein Lankhorst van Statiegeld Nederland over het inleveren van blikjes?
2

Slide 34 - Slide

aan het werk
Je werkt zelfstandig!
Lees eerst de vraag.
Lees dan de tekst opnieuw.
Stel jezelf vragen.
Maak mooie zinnen.
Schrijf het in jouw eigen woorden.

timer
40:00

Slide 35 - Slide

sessie 3
Ik kan een stripverhaal of avonturenverhaal schrijven over het leven van een blikje.
 


Slide 36 - Slide

opdracht 1
Beantwoord eerste de 5 vragen.

Je gaat zelfstandig de tekst lezen.

Slide 37 - Slide

opdracht 2
Beantwoord eerste de 5 vragen.

Je gaat zelfstandig de tekst lezen.

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

aan het werk
Je werkt zelfstandig!
maak opdracht 1 en 2
.

timer
50:00

Slide 40 - Slide