Het perfectum

• NT2
• Secundair onderwijs

Het perfectum

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)

Wanneer heb jij je verkleed? 

Heb je iets gemaakt of gekocht?

a) De kinderen maken kledij.

b) De kinderen hebben kledij gemaakt.

Welke zin is juist? 

De kinderen maken kledij.

Nu = tegenwoordig

Now = nowadays

الآن = في الوقت الحاضر

alan = fi alwaqt alhadir

اوس = نن ورځ

os = nan warz

Maintenant = aujourd'hui

De kinderen hebben kledij gemaakt.

verleden = voltooid

past = completed

الماضي = اكتمل

almadi = aktamilا

تېر = بشپړ شوی

ter = bashpar shawi

passé = terminé

Vul aan:
(zeggen) Ik heb ...

Vul aan:
(wandelen) Ik heb ...

Vul aan:
(maken) Ik heb ...

Vul aan:
(snappen) Ik heb ...

Vul aan:
(struikelen) Ik ben...

Vul aan:
(dromen) Ik heb ...

Vul aan:
(passen) Ik heb ...

Vul aan:
(fietsen) Ik heb ...

Vul aan:
(groeien) Ik ben...

Vul aan:
(praten) Ik heb ...

Vul aan:
(luisteren) Ik heb ...

Vul aan:
(spelen) Ik heb ...

Vul aan:
(rennen) Ik heb ...

Vul aan:
(reizen) Ik heb ...

Vul aan:
(kleven) Ik heb ...

Vul aan:
(vrezen) Ik heb ...

Vul aan:
(beloven) Ik heb ...

Vul aan:
(proeven) Ik heb ...

Vul aan:
(niesen) Ik heb ...