Bronnen

Historische bronnen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Historische bronnen

Slide 1 - Slide

Herhaling toetsstof blok 2

Slide 2 - Slide

Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van monniken en ridders
B
Tijd van steden en staten
C
Tijd van burgers en stoommachines
D
Tijd van Grieken en Romeinen

Slide 3 - Quiz

Er zijn in totaal 10 tijdvakken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

In 1492 ontdekt Columbus Amerika.
Bij welk tijdvak hoort deze gebeurtenis?
A
Tijd van pruiken en revoluties.
B
Tijd van ontdekkers en hervormers.
C
Tijd van regenten en vorsten.
D
Tijd van monniken en ridders.

Slide 5 - Quiz

Een andere naam voor de tijd van jagers en boeren is
A
Oudheid
B
Prehistorie
C
Middeleeuwen

Slide 6 - Quiz

In welk tijdvak hoort deze afbeelding thuis?
A
Tijd van jagers en boeren
B
Tijd van Grieken en Romeinen
C
Tijd van monniken en ridders
D
Tijd van steden en staten

Slide 7 - Quiz

Soorten historische bronnen
  • Geschreven bronnen

  • en 

  • ongeschreven bronnen 

Slide 8 - Slide

Soorten historische bronnen
  • Geschreven bronnen

  • en 

  • ongeschreven bronnen 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

directe bronnen
indirecte bronnen

Slide 14 - Drag question

Prehistorie
Historie
Geschreven bronnen
ongeschreven bronnen
Voorgeschiedenis
Geschiedenis
Tot 3000 v.C
Vanaf 3000 v.c

Slide 15 - Drag question

Geschreven bronnen
Ongeschreven bronnen

Slide 16 - Drag question

Zijn de bronnen uit de prehistorie geschreven of ongeschreven?
A
Geschreven
B
Ongeschreven

Slide 17 - Quiz

Wat voor soort
bronnen zijn dit?
A
Geschreven bronnen
B
Ongeschreven bronnen

Slide 18 - Quiz

Geschreven bronnen zijn altijd betrouwbaarder dan ongeschreven bronnen.
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 19 - Quiz

Je hebt twee soorten bronnen: geschreven en ongeschreven.
Wat is een geschreven bron
A
Een brief aan de koning
B
Een fuik
C
een speer
D
een kip

Slide 20 - Quiz

primaire en secundaire bronnen
Primair 
 Ooggetuige 
 Uit de tijd zelf  

Secundair 
Via via 
 uit een andere tijd. 

Slide 21 - Slide

Secundaire bronnen
Primaire bronnen
Primaire bronnen komen uit de tijd die je bestudeert
Secundaire bronnen komen uit een latere periode

Slide 22 - Drag question