Les klas 2 - C vraagzinnen chapitre 2

Bonjour & bienvenue
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bonjour & bienvenue

Slide 1 - Slide

Programme
Bron E
Étudier

Slide 2 - Slide

Vraagzinnen maken

Slide 3 - Slide

Wat is geen vraagwoord?
A
combien
B
quand
C
pour
D
quel

Slide 4 - Quiz

Welk woord is een vraagwoord?
A
souvent
B
pourquoi
C
chouette
D
beaucoup

Slide 5 - Quiz

wat is niet een vraagwoord?
A
pourquoi
B
combien
C
quand
D
est

Slide 6 - Quiz

Welk vraagwoord ontbreekt?
________ est ton anniversaire?
A
Quand
B
Pourquoi
C
Qui
D
Combien

Slide 7 - Quiz

Vertaal deze vraagzin:
"Waar is de bioscoop?"
(tip: begin met het vraagwoord)

Slide 8 - Open question

1. Zonder vraagwoord
1. De punt vervangen door een vraagteken. (toon omhoog)

Tu as treize ans?

2. 'Est-ce que' voor de zin zetten.

Est-ce que tu as treize ans?


Slide 9 - Slide

3. inversie: onderwerp en persoonsvorm omdraaien. 
Let op: gebruik dan wel een koppelstreepje.

As-tu treize ans? 

*LET OP: Bij klinkerbotsing voeg je er '-t-' tussen.

A-t-il faim?

Slide 10 - Slide

Maak de volgende zin op drie manieren vragend:
Vous mangez du pain.

Slide 11 - Open question

2. Met een vraagwoord 
In het Frans kennen we de volgende vraagwoorden:
combien = hoeveel         
comment = hoe             
où = waar                     
pourquoi = waarom         
quand = wanneer           
qu'est-ce que = wat       
qui = wie                      

Slide 12 - Slide

1. Gewone zin + vraagwoord
Vous allez à l'école quand?

2. Vraagwoord + est-ce que + rest van de zin
Quand est-ce que vous allez à l'école?

3. Vraagwoord + inversie 
Quand allez-vous à l'école? 

Slide 13 - Slide

Welke vraagzin is niet juist?
A
Tu vas où?
B
Est-ce que tu vas où?
C
Où est-ce que tu vas?
D
Où vas-tu?

Slide 14 - Quiz

Maak de volgende vraag op nog twee andere manieren vragend:
Ils arrivent quand?

Slide 15 - Open question


Hoe ging het ?
A
Appeltje eitje !!
B
Paar foutjes, verder goed.
C
Wel oké, beetje moeilijk
D
Pfff, snap er niks van!

Slide 16 - Quiz

Instructie
  • Wat? Jullie gaan een stripverhaal maken (vraagzinnen van bron D verander je: kies 1 van de 3 manieren die je geleerd hebt bij bron C).
  • Hoe? Met Toonytool  + gebruik bron C & D
  • Hulp? Klasgenoot of docent
  • Tijd? 25 minuten

  • Uitkomst? Je hebt goefend met de zinnen van D + de vraagwaarden
  • Klaar? Dan mag je verder metbron E
timer
25:00

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Et maintenant...
AU TAVAIL! 

  • Wat kan je nu?
  • Waar is dit voor nodig?

Maak bron E (les devoirs); 

Slide 19 - Slide