T5 Genetica en Evolutie

T5 Genetica en Evolutie
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurBiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

T5 Genetica en Evolutie

Slide 1 - Slide

Zie je hier een voorbeeld van een genotype of een fenotype?
A
Genotype
B
Fenotype
C
Dat is hier niet te bepalen

Slide 2 - Quiz

Zet in de juiste volgorde:
Moedercel
DNA kopiëren
2 dochtercellen

Slide 3 - Drag question

1) Een normale lichaamscel van een mens bevat 46 chromosomen
2) Er is maar een chromosoom dat het geslacht bepaald
A
Allebei zijn goed
B
Alleen stelling 1
C
Alleen stelling 2
D
Beide zijn fout

Slide 4 - Quiz

Een stukje DNA op een chromosoom heet ook wel een...
A
gen
B
allel
C
chromatide
D
celkern

Slide 5 - Quiz

Het geslacht van een kindje wordt bepaald door...
A
zowel de eicel als de zaadcel
B
alleen de eicel
C
alleen de zaadcel
D
de plek van bevruchting

Slide 6 - Quiz

Welk begrip kun je herkennen in het plaatje?
A
Allel
B
Natuurlijke selectie
C
Chromosoom
D
Mutatie

Slide 7 - Quiz

Als een gen AAN staat, dan ...? 
1. Sleep de gele woorden in de juiste vakken 
2. Sleep de groene termen op de juiste pijl 
RNA
DNA
eiwit
translatie
transcriptie

Slide 8 - Drag question

Waar vinden deze stappen plaats?
In de celkern
In het cytoplasma
Eiwitsynthese
Transcriptie
DNA-sequentie aflezen

Slide 9 - Drag question

Survival of the fittest betekent...
A
het organisme dat het sterkste is
B
het organisme dat een goede conditie heeft
C
het organisme dat het beste past in een milieu
D
het organisme dat niet opgegeten wordt

Slide 10 - Quiz

Mark heeft onderzoek gedaan naar gesteentelagen en heeft zijn bevindingen weergegeven in een afbeelding (rechts). Zet de verschillende fossielen op volgorde van oudst naar jongst
jongst
oudst

Slide 11 - Drag question

Wanneer spreek je van verwantschap?
A
Als dieren in hetzelfde leefgebied wonen.
B
Als er overeenkomst is in het DNA
C
Als er overeenkomst is in het dieet (wat dieren eten)
D
Als er geen enkele overeenkomst is tussen dieren.

Slide 12 - Quiz