Stam van werkwoorden met -d of -t

   Regelmatige werkwoorden 
op -d of -t
Deutsch
1 / 22
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

   Regelmatige werkwoorden 
op -d of -t
Deutsch

Slide 1 - Slide

Lernziel
Je kunt de werkwoorden met een
stam op een -d of -t vervoegen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Extra uitleg?
Bekijk op de volgende dia de uitleg.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Aufgaben!
Maak op de volgende dia's de 
opgaven.

Slide 8 - Slide

Wat is de stam van het werkwoord?
kaufen

Slide 9 - Open question

Wat is de stam van het werkwoord?
finden

Slide 10 - Open question

Wat is de stam van het werkwoord?
heiraten

Slide 11 - Open question

Wat is de stam van het werkwoord?
schneiden

Slide 12 - Open question

Sleep de juiste vervoegingen naar de persoonlijke voornaamwoorden.
Plaats de volgende 7 woorden in de juiste vak.
ich
du
er
wir
ihr
Sie
arbeite
findet
heiraten
chattest
reitet
warten
wartest

Slide 13 - Drag question

Wat gebeurt er als de stam van een werkwoord eindigt op een
-t of een -d?

Slide 14 - Open question

Wat is de juiste vorm?
Ich [arbeiten] in einem Supermarkt.
A
arbeite
B
arbeitet
C
arbeitest
D
arbeit

Slide 15 - Quiz

Vervoeg het werkwoord.
Wir (antworten) immer, wenn unser Lehrer etwas fragt.

Slide 16 - Open question

Vervoeg het werkwoord.
Wo (reiten) er eigentlich?

Slide 17 - Open question

Vervoeg het werkwoord.
Du [reden] mit deiner Mutter über die Schule.

Slide 18 - Open question

Vervoeg het werkwoord.
Frank [melden] den Fehler im Buch bei seiner Lehrerin.

Slide 19 - Open question

Vervoeg het werkwoord.
Meine Eltern [antworten] immer schnell.

Slide 20 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord?
arbeiten
A
gearbeit
B
gearbeite
C
gearbeitet
D
gearbeitt

Slide 21 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord?
chatten
A
gechattet
B
gechatt
C
gechatte

Slide 22 - Quiz