Eenheden van snelheid

Uitzetten
Profielfoto van jezelf
Welkom bij wiskunde!
We gaan zo starten
liggen al je spullen klaar?
Stel je camera en microfoon goed
 in
Mevrouw de Graaf
Als je een vraag hebt, geef dat aan met je handje.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Uitzetten
Profielfoto van jezelf
Welkom bij wiskunde!
We gaan zo starten
liggen al je spullen klaar?
Stel je camera en microfoon goed
 in
Mevrouw de Graaf
Als je een vraag hebt, geef dat aan met je handje.

Slide 1 - Slide

Inhoud balk berekenen

Slide 2 - Drag question

Goedemorgen Allemaal
Wat gaan we vandaag doen?
We gaan kijken naar snelheid

-Lesdoel
-Eenheden van snelheid
-Aan de slag

Slide 3 - Slide

Lesdoel
Ik kan de twee eenheden van snelheid opnoemen

EN

Ik kan eenheden van snelheid omrekenen

Slide 4 - Slide

Eenheden van snelheid
km/uur
m/s
?

Slide 5 - Slide

1 minuut is:
A
60 seconden
B
120 seconden
C
60 minuten
D
30 seconden

Slide 6 - Quiz

1 uur is:
A
120 minuten
B
30 minuten
C
60 minuten
D
60 seconden

Slide 7 - Quiz

Met welke som kun je uitrekenen hoeveel seconde er in 1 uur zitten?
A
60 x 60 = 3600
B
10 x 60 = 600
C
100 x 60 = 6000
D
15 x 60 = 900

Slide 8 - Quiz

En nu?
We weten dat er 3600 seconde in 1 uur zitten

Slide 9 - Slide

Van M/s naar KM/uur
je doet x 3600 : 10 : 10 : 10

Dat willen we korter opschrijven.

Slide 10 - Slide

Hoeveel is 3600 : 10 : 10 : 10

Slide 11 - Open question

Van M/s naar KM/uur
Als je M/s weet kun je dit x 3,6 doen

Je krijgt dan de snelheid in km/uur

Andersom:
Je doet km/uur : 3,6
Je krijgt dan de snelheid in M/s

Slide 12 - Slide

25 meter per seconde betekent:
in 1 seconde leg ik 25 meter af.

Als ik wil weten hoeveel ik in 1 minuut doe, maak ik de som x 60 
( 1 minuut = 60 seconden)

Nu wil ik weten hoeveel meter per seconde ik per uur afleg
60 minuten is een uur. Ik maak de som 1 min x 60 

Nu heb ik het antwoord in meters per uur. Ik wil graag naar kilometers. Van meters - KM = 90.000 : 1000 





Uitleg verhoudingstabel
Of: 25 x 3,6 = 90 km/uur

Slide 13 - Slide

Oefenen
Loes loopt met een snelheid van 2,9 m/s
Bereken haar snelheid in km/u en rond af op 1 decimaal.


Tijd
1 sec
1 minuut
1 uur
Afstand
2,9 m
Teken de tabel in je schrift en vul deze verder in. Zet de boogjes erbij! wat je boven doet, doe je onder ook.

Slide 14 - Slide

Loes loopt met een snelheid van 2,9 m/s
Bereken haar snelheid in km/u en rond af op 1 decimaal.
Tijd
1 sec
1 minuut
1 uur
1 uur
Afstand
2,9 m
174 m
104.440 meter
10,4 km
m -> km = : 1000
104.440 : 1000 = 10,44 -> afronden op 1 decimaal
x60        x60
x60        x60
Uitleg Loes verhoudingstabel

Slide 15 - Slide

Loes loopt met een snelheid van 2,9 m/s
Bereken haar snelheid in km/u en rond af op 1 decimaal.
Van m/s -> k/m =x 3.6
2,9 x 3.6 =10,44 = 10,4

 10,44 -> afronden op 1 decimaal
Uitleg Loes manier 2

Slide 16 - Slide

Snelheid berekenen
Bij een zwemwedstrijd weet je:
* Hoe lang de afstand is
* Hoelang iemand over die afstand heeft gezwommen.

Nu kan ik uitrekenen hoe snel iemand heeft gezwommen.

Slide 17 - Slide

Ranomi zwemt de 100 meter vrije slag in 51,28 seconden
Wat is haar snelheid in km/u? rond af op 1 decimaal







tijd
51,28 sec.
1 sec
1 minuut
1 uur
1 uur
afstand
100 m
1,950078
117,00468
7,020,28
7,0 km
: 51,28     x60        x60
: 51,28     x60        x60
Uitleg Ranomi verhoudingstabel

Slide 18 - Slide

100 : 51, 28 = 1,950 ... m/s

1,950 .. x 3,6 = 7,020 ... km/u

Ranomi zwemt 7,0 km/u
Ranomi manier 2

Slide 19 - Slide

Aan de slag
Wat? Maak opdracht 83 t/m 87 (blz. 172 - 174)
Hulp? Op bladzijde 172 staat de theorie nogmaals uitgelegd. Of stuur een berichtje via Teams

Klaar? Nakijken via digitale omgeving Getal & Ruimte
Uitdaging? Maak opdracht 88 en 89 (blz. 174)

Slide 20 - Slide