Les 2 Ben jij verslaafd aan je smartphone?

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 2 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Lesplanning
  • Voorkennis activeren 
  • Leerdoelen van de les 
  • Uitleg .....
  • Opdracht......
  • Uitleg ......
  • Opdracht.....
  • # Exit ticket 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Weet je nog wat nomofobie betekent?
A
Je wilt altijd een nieuwe telefoon kopen.
B
Je bent bang om zonder telefoon te zijn.
C
Je kunt goed zonder mobiel.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Weet je nog wat fanatiekelingen betekent?
A
Mensen die snel moe zijn.
B
Mensen die nooit iets doen.
C
Mensen die iets heel veel doen.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Weet je nog wat verslaafd betekent?
A
Je kunt iets niet loslaten.
B
Je vindt iets saai.
C
Je hebt iets één keer gedaan.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Weet je nog wat geestelijk betekent?
A
In je lichaam.
B
In je hoofd of gevoel.
C
In je telefoon.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Weet je nog wat notificatie betekent?
A
Een melding op je telefoon.
B
Een liedje dat je hoort.
C
Een boek over telefoons.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Weet je nog wat ongelukkig betekent?
A
Je bent blij en vrolijk.
B
Je hebt honger.
C
Geen blij gevoel hebben.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Weet je nog wat onderzoeker betekent?
A
Hij verkoopt telefoons.
B
Iemand die iets onderzoekt.
C
Hij maakt games.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent hartslag?
A
Hoe snel je hart klopt.
B
Hoe vaak je knippert met je ogen.
C
Hoeveel je praat.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent Wifi-verbinding?
A
Een nieuwe telefoon.
B
Internet zonder kabel.
C
Een app om muziek te luisteren.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent afkicken?
A
Beginnen met iets nieuws.
B
Leren hoe je een telefoon gebruikt.
C
Stoppen met iets waar je verslaafd aan bent.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

              Inleiding
De vorige les zijn we bezig geweest met moeilijke woorden die te maken hebben met smartphone en smartphone verslaving.

Deze les gaan we de tekst globaal en lezen en er vragen over maken.

Slide 14 - Slide

Inleiding
Door een goede inleiding voelen leerlingen zich betrokken en begrijpen ze het belang van wat ze gaan leren. Dit vergroot hun motivatie en leerresultaten. 
           Leerdoelen
Aan het einde van de les ...

  • heb je nagedacht over de smartphone
  • heb je tekstdoelen ontdekt en vragen beantwoord
  • heb je betekenissen aan woorden gekoppeld

Slide 15 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
We gaan nu de vragen maken van het eerste werkblad.
Je leert nadenken over de smartphone door vragen te beantwoorden met W (waar) en NW (niet waar). Daarnaast 2 vragen over jouw eigen smartphone gebruik.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

We gaan de vragen bij 2 A maken, door de tekst globaal te gaan lezen. Alleen de titel en de tussenkopjes.

geformuleerd= gesteld

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

We lezen de titel en de tussenkopjes.
En daarna maken we de vragen bij A.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Exit ticket
Wat zou jij appen over deze les?
📱 Kies een zin en maak het af.

🧠 Ik heb geleerd dat...
📵 Smartphones zijn soms...
🤔 Ik vond de les...

Slide 21 - Slide

Formatief evalueren: 
Het werken met leerdoelen maakt effectief feedback geven mogelijk.
Gedurende de les wordt continue geëvalueerd in hoeverre de leerlingen de leerdoelen
beheersen. Leerlingen gaan pas aan de slag met het volgende leerdoel wanneer zij
aantonen de vorige te beheersen. De docent laat op verschillende manieren weten waar
leerlingen naartoe werken (feed-up), of zij goed bezig zijn (feed-back) en wat de volgende
stap is (feedforward). Deze feedback is niet alleen gericht op een taak/product, maar vooral
ook op hoe leerlingen op een juist antwoord zijn gekomen (proces). Enkele praktische tips
om met formatief evalueren aan de slag te gaan: https://toetsrevolutie.nl/?p=2298 &
https://hetdigitalewerkvormenboek.files.wordpress.com/2020/07/het-digitale-
werkvormenboek.pdf
Hoe was deze les voor jou?
Ik vond de tekst makkelijk
Ik vond de tekst moeilijk
Ik snap nu meer over smartphonegebruik
Ik herken mezelf in de tekst
Ik wil meer weten over dit onderwerp

Slide 22 - Poll

This item has no instructions