Syndroom van Down mei 2025

DOWN SYNDROOM
1 / 29
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

DOWN SYNDROOM

Slide 1 - Slide

Syndroom van Down

Slide 2 - Mind map

Oorzaak
21 paar chromosomen (totaal 46 chromosomen)
Syndroom van Down is een afwijking van het 21ste chromosoompaar, trisomie 21



Slide 3 - Slide

Oorzaak
Ontstaan; 
Voor de bevruchting gaat er iets mis bij de deling van de eicel of zaadcel.
Of na de bevruchting gaat er iets mis bij de celdeling
Leeftijd

Slide 4 - Slide

DOWN Syndroom
IQ van 35-80; klein deel iets hoger
Extra chromosoom 21
Oorzaak meestal niet erfelijk maar 4%

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Kenmerken
Scheefstaande ogen
Een extra huidplooi over de binnenste ooghoeken
Een kleine schedel en relatief weinig achterhoofd
Assymetrisch oren
Een relatief kleine mond en een dikke gegroefde tong

Slide 7 - Slide

Kenmerken
Een brede korte nek
Korte armen, benen en voeten
Korte brede handen
Kleine kromme pinken
Ruimte tussen de eerste en tweede teen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Welke ziektebeelden komen het meeste voor
Maag-, darm- of hartproblemen
Problemen met het gehoor
Epilepsie
Herseninfacten
DM
Dementie op jonge leeftijd

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Gedragskenmerken
Koppigheidsfase
Aandoenlijk - vriendelijk
Aanhankelijk - afstand / gedragsmatig lastig
Gemakzuchtig - grensoverschrijdend. 

Slide 12 - Slide

Omgang met syndroom van Down
1. Personen met Downsyndroom zijn niet allemaal hetzelfde. De verschillen kunnen zelfs heel groot zijn, met name bij: het begrijpen van taal, spreken en zelfredzaamheid.
2. Gehoorverlies komt heel erg vaak voor bij jongeren en volwassenen met Downsyndroom.




Slide 13 - Slide

Omgang met syndroom van Down

3. Personen met Downsyndroom hebben vaak wat meer tijd nodig om informatie die zij hebben gehoord te verwerken.
4. Over het algemeen begrijpen mensen met Downsyndroom meer taal dan je zou verwachten op grond van de manier waarop zij spreken.



Slide 14 - Slide

Omgang met syndroom van Down

5. Geef bij het aanleren van iets nieuws niet te veel informatie in één keer. 
6. Mensen met Downsyndroom verwerken en onthouden visuele informatie vaak beter dan informatie die zij alleen hebben gehoord
7. Kondig gebeurtenissen en activiteiten duidelijk aan. 








Slide 15 - Slide

Omgang met syndroom van Down

8. Probeer de persoon met Downsyndroom zo leeftijdadequaat mogelijk te bejegenen.
9. Geef grenzen aan bij ongepast gedrag. 
10. Doe zo gewoon mogelijk.







Slide 16 - Slide

Diagnose
NIPT test; bloedafname moeder; 
Vlokkentest; cellen uit de placenta gehaald via de vagina of buikwand.
Vruchtwaterpunctie; vruchtwater uit de baarmoeder gehaald.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

De NIPT-test kan bijvoorbeeld het syndroom van Down opsporen, wat vinden jullie hier van?

Slide 19 - Open question

Mensen met het syndroom van down zijn licht verstandelijk beperkt
A
Nooit
B
Soms
C
Altijd
D
syndroom van down heeft niets met een verstandelijke beperking te maken

Slide 20 - Quiz

Bij 96% van de mensen met het downsyndroom zorgt een fout tijdens de celdeling voor het extra chromosoom.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Uiterlijk kenmerken van syndroom van down:

Scheefstaande ogen
Een kleine schedel en relatief weinig achterhoofd
Asymmetrisch oren
Een relatief kleine mond en een dikke gegroefde tong
Een brede korte nek
Korte armen, benen en voeten
Korte brede handen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

De kans op Down neemt toe naarmate de moeder ouder is....
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Wat is een uiterlijke kenmerk van het syndroom van down?
A
Veel haar
B
Ondergewicht
C
Lange vingers en tenen
D
Een grote tong

Slide 25 - Quiz

Trisomie 21 is
A
Syndroom van Rett
B
Syndroom van Turner
C
Syndroom van Down
D
Weet ik niet

Slide 26 - Quiz

Leeruitkomst
Oorzaak van het syndroom van Down
Kenmerken van syndroom van Down
Welke ziektebeelden het meeste voorkomen bij mensen van Syndroom van Down
Diagnose wordt gesteld
Hoe begeleid je iemand met het syndroom van Down

Slide 27 - Slide

Vragen?
VRAGEN?

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video