Spelling voltooid deelwoord + herhaling

Spelling
Nodig:
Wisbordje + stift
Los blad + pen/potlood
Opwarmer: 
Welke woorden zijn fout geschreven? Verbeter:

De foto'tjes van de baby's zijn s' woensdags afgedrukt en uitgedeelt.


timer
1:30
1 / 12
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 7

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spelling
Nodig:
Wisbordje + stift
Los blad + pen/potlood
Opwarmer: 
Welke woorden zijn fout geschreven? Verbeter:

De foto'tjes van de baby's zijn s' woensdags afgedrukt en uitgedeelt.


timer
1:30

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Dit ga ik leren
  • Ik kan het voltooid deelwoord van zelfde- en andere-klankwerkwoorden goed schrijven.
  • Herhaling andere spellingsregels

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Dit verwacht ik van jou
  • Ik let op mijzelf en niet op een ander
  • Ik praat alleen wanneer de juf mij de beurt geeft
  • Ik luister goed en ik doe goed met de les mee

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Voltooid deelwoord

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voltooid deelwoord

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Ik/wij
Hele werkwoord
opschieten
kneuzen
Tegenwoordige tijd enkelvoud
hij 
hij
Verleden tijd enkelvoud
hij
hij
Voltooid deelwoord

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Jullie
Hele werkwoord
doven
herzien
Tegenwoordige tijd enkelvoud
hij 
hij
Verleden tijd enkelvoud
hij
hij
Voltooid deelwoord
timer
1:30

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Jij
Hele werkwoord
ontmoeten
opruimen
Tegenwoordige tijd enkelvoud
hij 
hij
Verleden tijd enkelvoud
hij
hij
Voltooid deelwoord
timer
1:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Dictee
  • Schrijf je naam aan de bovenkant van het blad
  • Schrijf 1 t/m 15 aan de linkerkant
  • Schrijf linksboven hoeveel goede antwoorden je denkt te geven
  • Werk netjes
  • Klaar? Pen/potlood neer
  • Controleer jezelf!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Tips
  • Zeg het woord na in je hoofd
  • Hak het woord in klankgroepen
  • Per klankgroep: welke spellingsregel(s)?
  • Bedenk hoe je het hele woord schrijft
  • Schrijf het woord op
  • Controleer 
  • Onderstreep de spellingsproblemen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

10 
11 
12 
13 
14 
15 

Slide 11 - Slide

Dictee: Eerst volledig voorlezen. Dan losse zin en woord dat moet worden opgeschreven. Schrijf na elke zin het antwoord op het bord en benoem de spellingsproblemen.
1. Joris riep zijn vriendin Lotte. Hij had op zolder namelijk een geheimzinnige kaart gevonden. (andere klankwerkwoord, vd eindigt op -en)
2. Op de kaart stond een pijl naar een plek bij een verlaten goudmijn diep in het bos. (ou en lange ij)
3. Nadat hij de kaart aan haar had laten zien, twijfelden ze geen moment en trokken hun wandelschoenen aan. (lange ij; zelfde klankwerkwoord, verleden tijd kofschip)
4. Lotte besloot om haar cameraatje ook mee te nemen. (c dat klinkt als k: leenwoord; jagerregel; verkleinwoord op lange klank -> twee klinkers)
5. Ze bestudeerden de kaart. “Volgens deze tekening moeten we langs het oude circus,” fluisterde Lotte tegen Joris. (c dat klinkt als s + c dat klinkt als k; leenwoord)
6. Joris werd er zenuwachtig van. “Vind jij dit ook zo spannend?” vroeg hij aan Lotte. (jij na persoonsvorm tegenwoordige tijd, dus alleen stam (zonder + t))
7. Maar Lotte was de deur al uit. Joris ging haar achterna, het bos in. Ze volgden het pad richting het oude circus en kwamen langs een paar verlaten garages, die half verscholen lagen onder klimop. (jagerregel; je hoort aazje, je schrijft -age; -s vastplakken na korte klank)
8. De deur van de achterste garage stond al op een klein kiertje, maar Joris was helemaal buiten adem nadat hij de zware deur volledig had opengeduwd. (jagerregel; zelfde klankwerkwoord, vd kofschip)
9. Binnen stond een kist vol papieren. Het waren verhalen over de oudheid en ook een paar brieven. (zoals snelheid, achtervoegsel -heid met korte ei en een d)
10. Zo stil en zo voorzichtig mogelijk begonnen ze de verhalen en brieven te lezen. Eén brief was geschreven in een vreemd, speciaal soort handschrift. (je hoort -iejaal, je schrijft -iaal)
11. De afzender bleek een apotheker die lang geleden kruiden had geplukt uit het bos. (jagerregel; je hoort t, je schrijft th (weetwoorden))
12. De kruiden die hij zocht groeiden alleen ’s zomers. In de brief beschreef hij hoe je geheimzinnige drankjes kon maken van deze kruiden. (apostrof s met daarna een spatie; jagerregel; -s vastplakken na korte klank)
13. Misschien was de brief wel een aanwijzing! Er waren geen kopieën van de brief, dus Lotte besloot om er een foto van te maken. (jagerregel; klemtoon op laatste klankgroep dus +ën)
14. Op hun tenen slopen Joris en Lotte verder de garage in, op zoek naar nog meer mogelijke aanwijzingen. Plots hoorden ze een vreemd geluid uit een donkere hoek komen. Hun harten bonsden terwijl Lotte en Joris pijlsnel wegrenden, terug naar huis. (zelfde klankwerkwoord, verleden tijd kofschip; s/z regel)
15. Eenmaal veilig thuisgekomen besloten ze om pas morgen weer verder op zoek te gaan. Vandaag hadden ze namelijk wel genoeg meegemaakt. (zelfde klankwerkwoord, vd kofschip)

Dictee
  • Schrijf aan de onderkant van het blad hoeveel woorden je goed hebt geschreven.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions