Prepositions of Place

Prepositions of Place
In deze les ga je oefenen met de 'prepositions of place'. Eerst kijk je een korte video over deze grammatica regel. Daarna maak je de rest van de vragen in deze LessonUp. 
Succes!
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Prepositions of Place
In deze les ga je oefenen met de 'prepositions of place'. Eerst kijk je een korte video over deze grammatica regel. Daarna maak je de rest van de vragen in deze LessonUp. 
Succes!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Wat is volgens jou de juiste beschrijving bij het voorzetsel?
in
at
on
oppervlaktes en openbaar vervoer (bus, trein etc)
huisnummers en namen van gebouwen 
wegen, steden, landen en binnen grote gebieden en ruimtes.  

Slide 4 - Drag question

In
On
In front of
Between
Next to
Under
Above

Slide 5 - Drag question

I live ______ Germany.
A
in
B
on
C
at

Slide 6 - Quiz

1. The elephant is.......... the chair
A
next to
B
in front of
C
under
D
between

Slide 7 - Quiz

I live _____ the Reeweg 14.
A
in
B
on
C
at

Slide 8 - Quiz

5. He is stuck.................the rocks
A
opposite
B
next to
C
between
D
on

Slide 9 - Quiz

7. The man is standing............the bear
A
opposite of
B
behind
C
next to
D
on

Slide 10 - Quiz

I will meet you _______ (voor) the cinema.
A
on
B
between
C
in front of

Slide 11 - Quiz

I am .... the bus to school.
A
in
B
on
C
above
D
at

Slide 12 - Quiz

I am .... school
A
in
B
on
C
at
D
under

Slide 13 - Quiz

I am .... school
A
in
B
on
C
at
D
under

Slide 14 - Quiz

The boy is walking .... the roof.
A
in
B
on
C
above
D
at

Slide 15 - Quiz

Where is the cat?
.... the box
A
under
B
behind
C
opposite
D
above

Slide 16 - Quiz

Where is the bird?
.... the boxes
A
under
B
in front of
C
between
D
on

Slide 17 - Quiz

Where is the bird?
.... the box
A
in
B
above
C
opposite
D
on

Slide 18 - Quiz

Where is the bird?
.... the box
A
on
B
under
C
above
D
between

Slide 19 - Quiz

Where is the cat?
.... the box
A
under
B
over
C
between
D
next to

Slide 20 - Quiz

Kies de juiste voorzetsel van plaats:

Do you take sugar __ your coffee?
A
at
B
on
C
in
D
above

Slide 21 - Quiz

Kies de juiste voorzetsel van plaats:

There was a boy ____the window.
A
at
B
in
C
on
D
between

Slide 22 - Quiz

Plaats de voorzetsel in het huisje
in
above
behind
in front of
next to

Slide 23 - Drag question

Slide 24 - Video

Hoe voel jij je over de 'prepositions of place'?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Heb jij nog vragen over dit grammatica onderdeel?

Slide 26 - Open question

Vroeg klaar?
- Ga aan de slag met het leren van de woorden van hoofdstuk 6.

Maandag 12 Juni = toets theme 6 woordjes en grammatica

Slide 27 - Slide