De zin (les 2)

Woensdag 2 oktober
Vragen over het boek in LessonUp

Lezen 1 hoofdstuk Vernieling

Aan de slag met opdracht 1-8
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Woensdag 2 oktober
Vragen over het boek in LessonUp

Lezen 1 hoofdstuk Vernieling

Aan de slag met opdracht 1-8

Slide 1 - Slide

Zeven minuten na middernacht 




Leesles
 t/m pagina 100 gelezen

Slide 2 - Slide

Thema
7 minuten na middernacht is een boek over verlies, over kracht, over angst, over onverwachte gebeurtenissen in het leven. Welke termen zou je nog meer kunnen gebruiken?

Slide 3 - Slide

Hoe zorgen veel boeken en films ervoor dat je na het lezen/zien van een heftig verhaal
toch met een goed gevoel het boek weglegt, of de bioscoop verlaat?

Slide 4 - Open question

Heb je enig idee waarom mensen graag ellende van anderen zien of lezen?

Slide 5 - Open question

Waar beschuldigt Conor Lily van? Wat heeft zij gedaan?

Slide 6 - Open question

Waarom heeft het monster de heks gered in het eerste verhaal?

Slide 7 - Open question

Er is niet altijd een goeierik. En ook niet altijd een slechterik. De meeste mensen zitten er ergens tussenin. Ben je het hiermee eens?
0100

Slide 8 - Poll

Conor's oma

Slide 9 - Mind map

Hoe voelt Conor zich in het huis van oma? Geef een voorbeeld

Slide 10 - Open question

Wie is de eerste persoon aan wie Conor vertelt over de boom?
A
Lily
B
Niemand
C
Zijn vader
D
Zijn moeder

Slide 11 - Quiz

Conor's vader wil Conor meenemen naar Amerika
A
Ja, om daar te wonen
B
Ja, maar alleen voor vakantie
C
Nee, hij wil juist terug naar Engeland

Slide 12 - Quiz

De zin (les 2)

Slide 13 - Slide

Aan de slag 
Lezen theorie blz. 15 t/m 22
Maken: oefeningen 5 t/m 8

Noteer in je agenda: Dinsdag 8 oktober opdracht 10 inleveren (learn)
14 november toets taalverzorging. 

Slide 14 - Slide

En....
Mag dat? Een zin met 'en' beginnen? Volgens ongeschreven regels wordt er gezegd dat je zinnen niet mag laten beginnen met 'en, maar, want  en of'. 


Dus het mag... het gaat er niet om wat jij schrijft, maar om hoe de lezer de tekst leest. 

Slide 15 - Slide

Voegwoorden
Een zin mag dus beginnen met en, maar, want en of. 

Let op: beginnen met deze woorden is weer niet geschikt voor zakelijke brieven.... (zakelijke schrijftaal). 

Slide 16 - Slide

Korte zinnen
Zijn korte zinnen 'popiejopiezinnen'? 

Helemaal niet! Zolang de tekst begrijpelijk is, is er niets aan de hand! 


(oefening 6)

Slide 17 - Slide

Leesbaarheid van zinnen
Lange zinnen zijn slaapverwekkend, vervelend en veel lezers raken de draad kwijt bij het lezen van zo'n zin. 

Bijna de helft van de Nederlandse bevolking begrijpt teksten met een gemiddelde zinslengte van twaalf woorden. 

Slide 18 - Slide

Leesbaarheid
Gemiddelde zinslengte
Heel makkelijk te begrijpen
1 - 10 woorden
Makkelijk te begrijpen

10 - 15 woorden
Begrijpelijk

15 - 20 woorden
Moeilijk te begrijpen

20 - 28 woorden
Heel moeilijk te begrijpen

meer dan 28 woorden

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Korte zinnen
* ze schrijven makkelijk
* ze lezen makkelijk
* het is net zoals je praat
* en iedereen begrijpt je

KORTE ZINNEN ZIJN MEER DAN ALLEEN MAAR KORTE ZINNEN!
(Blz. 19: twee tekstjes lezen + oefening 7).

Slide 21 - Slide

Verrassen of versterken
De laatste zin of misschien wel de allerlaatste zin? 
Soms kun je zinnen toevoegen om te verrassen of te versterken. 

Neem niet te snel genoegen met een laatste zin, kijk of je nog wat kunt toevoegen om de tekst aantrekkelijker te maken. 


(Lezen: blz. 20 - 21) - oefening 8

Slide 22 - Slide