What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
31 mei
Hallo toppers!
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Basisschool
Groep 6
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hallo toppers!
Slide 1 - Slide
Hoe was jullie weekend?
Wat heb je gedaan?
Slide 2 - Open question
Hoe voel jij je?
Slide 3 - Poll
doel van deze les
je herhaalt de woordsoorten
je leert wat
persoonlijke voornaamwoorden zijn
Slide 4 - Slide
Laat hieronder zien of je zin in vandaag hebt. 0 is geen zin en 100 heel erg veel zin.
0
100
Slide 5 - Poll
Lidwoord
Een lidwoord hoort
altijd
bij een zelfstandig naamwoord.
Symbool ->
Slide 6 - Slide
Zoek de lidwoorden in deze zin:
Die vrouw is echt een deftige dame!
A
die
B
een
C
die een
D
is
Slide 7 - Quiz
Zoek de lidwoorden in deze zin:
Er zitten pitten in mijn sinaasappel.
A
er
B
mijn
C
deze zin heeft geen lidwoord
D
sinaasappel
Slide 8 - Quiz
Zoek de lidwoorden in deze zin:
Pak een potlood uit je tas.
A
een
B
een je
C
je
D
potlood
Slide 9 - Quiz
Zelfstandig Naamwoord
Je kunt er vaak een lidwoord voor zetten.
symbool ->
Slide 10 - Slide
Welke zelfstandig naamwoorden herken jij op dit plaatje?
Slide 11 - Mind map
Werkwoorden
Werkwoorden zijn dingen die je kunt
doen,
of er
gebeurt
iets,
of iemand
is
iets.
symbool ->
Slide 12 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
Meestal staat het voor een zelfstandig naamwoord.
symbool ->
Slide 13 - Slide
De luie hond houdt niet van lange wandelingen met zijn
sportieve baasjes.
Slide 14 - Drag question
De onhandige jongen heeft een blauwe
plek op zijn bovenbeen.
Slide 15 - Drag question
Voorzetsel
Een voorzetsel staat vaak voor een zelfstandig naamwoord.
Vaak kun je een voorzetsel herkennen door er .... de doos of …het feest
achter te zetten.
symbool ->
Slide 16 - Slide
Voorzetsels?
Slide 17 - Mind map
Persoonlijk voornaamwoord
Het persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon of een groep personen, zonder ze bij naam te noemen.
symbool ->
Slide 18 - Slide
Ik ga vrijdag naar de speeltuin.
Wat is het pers. vnw?
A
Ik
B
vrijdag
C
de
D
speeltuin
Slide 19 - Quiz
U gaat met hem naar het park.
Hoeveel pers. vnw. staan in deze zin?
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 20 - Quiz
Ze zijn door hem geschreven
Slide 21 - Open question
Ik snap niet alle woorden die hij zegt.
Slide 22 - Open question
Graag geef ik jou zijn boek cadeau.
Slide 23 - Open question
De jongen heeft een nieuwe bril.
Slide 24 - Drag question
Ik ben een harde werker.
Slide 25 - Drag question
Kun je voor zilver een lidwoord zetten?
Slide 26 - Drag question
Snap jij het al?
A
Ik snap het helemaal.
B
Ik vind het moeilijk.
C
Ik snap het bijna helemaal.
D
Ik snap er niks van.
Slide 27 - Quiz
dagplanning
Rekenen: Gynzy kids
bundel
spelling: Gynzy kids blok 8 les 5 en 6
buiten een half uur stil lezen
13.00 videobellen
Slide 28 - Slide
Groep 6,
Gaat dit lukken?
A
B
C
D
Slide 29 - Quiz
More lessons like this
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Ma 8/2 - Woordsoorten herhaling
February 2021
- Lesson with
22 slides
Taalkundig Ontleden
Basisschool
Groep 6-8
Grammatica woordsoorten hoofdstuk 1 t/m 6 zoals op de toets wordt gevraagd
June 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Woordsoorten 2 (M)HA
April 2024
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Grammatica
December 2023
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Grammatica
March 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
20 11 2020
November 2020
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1,3
Herhaling woordsoorten
January 2021
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2