Reacties + experimenten bespreken

Chemische reacties 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Chemische reacties 

Slide 1 - Slide

Wie heeft vraag 10 t/m 14 gemaakt?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Aantekening molecuulmodel

Slide 3 - Slide



a. het verbranden van aardgas. 
b. het koken van water.
c. een brandend stuk papier papier. 
d. het koken van een eitje. 
e. het bevriezen van water. 
f.  het smelten van ijs. 
g. het verdampen van water. 


Waar moet je om denken?

Exotherm (warmte komt vrij)
Endotherm (warmte is non-stop nodig)

Gebruik bij (b), e t/m f het molecuulmodel. 
Wat gebeurt er? 
Opdracht 10 

Slide 4 - Slide

Bespreken experiment 4 en 5

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Opdracht 11
a. De verbranding van kaarsvet is geen ontledingsreactie, want er zijn 2 beginstoffen. Bij de verbranding van kaarsvet zijn namelijk kaarsvet en zuurstof de beginstoffen.
b. Deze verbranding is exotherm, want er komt energie in de vorm van warmte en licht vrij.

Slide 7 - Slide

Opdracht 12
a. Het roesten van ijzer is inderdaad een chemische reactie. Bij het roesten van ijzer reageert het ijzer met zuurstof en water en ontstaat roest. Er is dus een andere stof ontstaan.

b. Het roesten van ijzer: Bij het roesten van ijzer heb je meerdere beginstoffen (ijzer, zuurstof en water en heb je maar 1 reactieproduct, dus is het geen ontledingsreactie, want daar heb je meerdere reactieproducten en maar één beginstof.

Slide 8 - Slide

Opdracht 13
a. Hier is sprake van Fotolyse. 
b. Deze reactie is endotherm, want als er geen licht (is een vorm van energie)
wordt toegevoegd, 
stopt de reactie.

Slide 9 - Slide

Opdracht 14
a. De elektrolyse van water is een endotherme reactie, er is energie (in dit geval elektrische energie) nodig om de reactie te laten verlopen.
b. De energieomzetting die plaats vindt: elektrische energie naar chemische energie.

Slide 10 - Slide

Wat weet jij nog van reacties?

Slide 11 - Mind map

We gaan het proberen.
Reactievergelijkingen kloppend maken!

C7H16 + O2 --> CO2 + H2O

Slide 12 - Slide

Aan de slag!
Maak 15 a t/m f. 
Lukt het niet? Kijk dan een filmpje over 'reactievergelijkingen kloppend maken' op youtube. 

Vragen eerder stellen, kan altijd!

Slide 13 - Slide

Waaraan kun je herkennen of er een reactie plaatsvindt ?

Slide 14 - Open question

Wat is een ontledingsreactie?
A
Een reactie met zuurstof
B
Reactie met één beginstof en meerdere reactieproducten
C
Een verbranding
D
Reactie met meerdere beginstoffen en één reactieproduct

Slide 15 - Quiz

soorten  reacties
grofweg bestaan er 3 soorten reacties:
  1. ontledingsreactie:
    één beginstof-> meer eindproducten  
  2. verbrandingsreactie:
     beginstof+zuurstof-> eindproduct(en) 
  3. overige vormingsreacties:
    twee of meer beginstoffen-> reactieproduct(en)

Slide 16 - Slide

Reactieschema of reactievergelijking?

Van een reactie kun je een reactieschema of een reactievergelijking maken. 

Een reactieschema is in woorden. 

Een reactievergelijking is in formule. 

Slide 17 - Slide

Reactieschema
Begin: Methaan en Zuurstof
Eind: Koolstofdioxide en Water

Slide 18 - Slide

Geef het reactieschema voor de ontledingsreactie van aluminiumoxide(l)

Slide 19 - Open question

In dit reactieschema is koperchloride...
A
de beginstof.
B
het reactieproduct.

Slide 20 - Quiz

+
+
Reactieschema van de fotosynthese
Glucose
Water
Licht
Koolstofdioxide
zuurstof

Slide 21 - Drag question

Je ziet nu hoe een reactie verloopt, alleen nog niet hoeveel van de stoffen verbruikt wordt. 

Slide 22 - Slide

Wet van behoud van massa

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Reactieschema naar reactievergelijking

Een reactievergelijking:
  • geeft in formules aan welke stoffen met elkaar reageren en welke producten er ontstaan;
  • geeft de verhouding waarin deeltjes reageren/ontstaan.


Slide 25 - Slide

Regels kloppend maken
  • Voor en na de pijl: van elke atoomsoort evenveel atomen 
  • Aan de moleculen zelf mag je niets veranderen (index)
  • Als je op een half getal uitkomt voor de moleculen, doe je alle getallen (coëfficiënten) keer 2 
  • de coëfficiënten moeten de kleinst mogelijke hele getallen zijn. 


Zelf oefenen met de link 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

Welke coëfficiënten moet je invullen om de reactie kloppend te maken?

....P(s)+....Cl2....PCl5
A
1 - 2 - 5
B
2 - 5 - 2
C
2 - 2 - 5
D
1 - 5 - 2

Slide 28 - Quiz

Aan de slag
Maak opdracht 15 a t/m f. 

Kijk op youtube voor uitleg over het kloppend maken als het thuis niet lukt. 

Slide 29 - Slide