De aoristus: oefenen en vertaling tekst 18 (vanaf 2e alinea)

De wondere wereld van de aoristus
1 / 44
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De wondere wereld van de aoristus

Slide 1 - Slide

Die sigma wordt meestal (behalve bij de 3e ev en bij imperativus ev) gevolgd door de ...
A
alfa
B
omikron
C
epsilon
D
upsilon

Slide 2 - Quiz

De sigmatische aoristus kun je herkennen aan de ...
A
alfa
B
epsilon
C
... duh, sigma
D
omega

Slide 3 - Quiz

Is er een verschil in vertaling tussen de sigmatische en thematische aoristus?
A
ja, natuurlijk...
B
nee, natuurlijk niet...

Slide 4 - Quiz

Met welke tijden vertalen we een aoristus?
A
O.T.T.
B
O.V.T.
C
V.T.T.
D
V.V.T. (in bijzinnen, na een voegwoord)

Slide 5 - Quiz

Vertaal: ἐλυσαμεν (aspect: voorbij, dus gebruik de V.T.T.)

Slide 6 - Open question

Het werkwoord θυω betekent 'offeren'. Hoe klinkt dan de aoristus 'ik heb geofferd/ik offerde' (sigmatische aor)

Slide 7 - Open question

Maak van het werkwoord ἀκουω een (sigmatische) aor 3 mv. Denk goed na over het augment!

Slide 8 - Open question

Weet je het nog?
Het augment bij een imperfectum en een aor: 
- meestal een ἐ ervoor
- bij woorden die beginnen met een α, η of ε => η
- bij woorden die beginnen met een ο of ω => ω
- bij samengestelde woorden ertussen: ἀπεβαλλον (van ἀπο-βαλλω)

Slide 9 - Slide

bij welk werkwoord is sprake van een voorzetsel?
A
ἤθελον
B
ἤγαγεν
C
ἐνομίσατε
D
κατέλιπες

Slide 10 - Quiz

Maak van ἀκουω een sigmatische aor 2 ev

Slide 11 - Open question

Let op: soms is er een 'chemische reactie' met de σ
π(τ) / β / φ   + σ =>  ψ
κ / γ / χ         + σ =>  ξ
δ /  ζ / θ        + σ =>  de slotletter van de praesensstam verdwijnt

πεμπω => ἐπεμψα
διωκω => ἐδιωξα
ψευδω => ἐψευσα

Slide 12 - Slide

Maak van γραφω een sigmatische aor, 1 mv

Slide 13 - Open question

Thematische aoristus
Sigmatische aoristus
εἰπον
ἐλυσας
ἐδιωξα
ἐβαλε
ἐφυλαξε
ἐνομισαμεν
ἐλαβομεν
ἠκουσα
εἰδες

Slide 14 - Drag question

imperfectum
aoristus
ἐπραττομεν (πραττω)
ἐτυχετε (τυγχανω)
ἐθανον (θνῃσκω)
ἐπεμπε (πεμπω)

Slide 15 - Drag question

ev
1e
2e
3e
mv
1e
2e
3e
Werkwoord aoristus: λαμβάνω
ἐλαβον
ἐλαβετε
ἐλαβε(ν)
ἐλαβον
ἐλαβες
ἐλαβομεν

Slide 16 - Drag question

Welke aoristus hoort bij het aangegeven werkwoord? Let op: er blijven twee aoristusvormen over.
μανθάνω
λέγω
πίνω
λείπω
φεύγω
ἔπιον
εἰπον
ἔφυγον
ἔμαθον
ἔλιπον
ἤνεγκον
ηὑρον

Slide 17 - Drag question

bij twijfel
Lees p. 155 in je hulpboek. Op het midden van de pagina staat de belangrijkste regel om te bepalen of je een sigmatische of pseudosigmatische aoristus hebt.
sigmatische aoristus
pseudo-sigmatische aoristus

ἐδιωξαν 
ἔμειναν
ἐφηναμεν
νεῖμον
ἐκτεινε
ἐκρινατε
ἠγγειλας
ἐλυσε
ἐφυλαξαμεν

Slide 18 - Drag question

Pak je hulpboek p. 156 erbij als je het niet weet.
Waar
Niet waar
Een pseudosigmatische aoristus vertaal je met dezelfde tijd(en) als een thematische en sigmatische aoristus
ἠγγειλας betekent 'jij berichtte/jij hebt bericht'

Slide 19 - Drag question

ἤνεγκον
(aoristus hieronder met OVT vertaald)
A
jullie brachten
B
zij brachten
C
hij/zij/het bracht
D
ik bracht

Slide 20 - Quiz

μετέσχον
A
ik nam deel
B
hij/zij/het nam deel
C
wij namen deel
D
zij namen deel

Slide 21 - Quiz

ἔψευσα
(VTT)

Slide 22 - Open question

ηὕρομεν
(VTT)

Slide 23 - Open question

ᾠκήσαμεν

Slide 24 - Open question

δράμε

Slide 25 - Open question

ἐγέλασαν

Slide 26 - Open question

ἔκλεψαν

Slide 27 - Open question

σῶσαι

Slide 28 - Open question

ἐκέλευσας

Slide 29 - Open question

ἤγαγε

Slide 30 - Open question

παρεσκεύασα

Slide 31 - Open question

Αἱ παῖδες ἀεὶ ἐν τῇ αὐτῇ οἰκίᾳ ἔμειναν
A
de pv is een sigmatische aoristus
B
de pv is een pseudosigmatische aoristus
C
de pv is een thematische aoristus
D
de pv is geen aoristus

Slide 32 - Quiz

Op de schaal van 1 tot 10, hoe moeilijk vind je de aoristus?

Slide 33 - Open question

Nu alles door elkaar...

Slide 34 - Slide

praesens
imperfectum
aoristus
ἐσθίομεν
νίκησον
ἕλε
ἔνεμε
ἔνειμε
λῦε
ἐλίπετε
βάλλειν
ηὕρισκον
γελᾶν
ἐποιοῦμεν
ἐλύσατε
παρεσκευάζετε
μετέσχον

Slide 35 - Drag question

Tekst 18
alinea 2

Slide 36 - Slide

14 καὶ ἐκέλευσεν αὐτὸν νεῖμαι τοὺς ἀσκοὺς τοῖς
15 θεοῖς καὶ τοῖς ἀνθρώποις.
Vul aan: "en hij beval hem de zakken toe te delen ... ."

Slide 37 - Open question

r. 13 Τότε ἔφηνε τοὺς ἀσκοὺς τῷ τῶν θεῶν ἡγεμόνι
Vul aan: "Toen toonde hij de leren zakken ... "

Slide 38 - Open question

Ὁ δὲ δὴ Ζεὺς τὸν
δόλον οὐκ ἔγνω καὶ ἔνειμε τοῖς θεοῖς τὸν ἀσκὸν
τὸν τῶν σπλάγχνων μεστόν. Ἐν δὲ τῷ δείπνῳ
ἐξηῦρε τὴν ἀπάτην καὶ σφόδρ᾽ ἠγανάκτησεν. 

Zeus begreep de list niet en deelde aan de goden de leren zak vol met ingewanden. Bij de maaltijd ontdekte hij het bedrog en werd hevig/erg boos.

Slide 39 - Slide

zie volgende dia

Slide 40 - Slide

Past het blaadje bij de zin?
Ἔκλεψε δὲ τὸ πῦρ καὶ αὖθις ἤνεγκεν
πρὸς τοὺς ἀνθρώπους.
A
ja
B
nee
C
hoe moet ik dat weten?

Slide 41 - Quiz

Vertaal nu zelf alinea 3 (r. 25-26-27).
Welke straf kreeg Prometheus?
A
B
C
D

Slide 42 - Quiz

Laatste alinea (r.28-30)

Slide 43 - Slide

Ἐκ τούτου δὲ οἱ ἄνθρωποι ἐπὶ τοῦ τῆς θυσίας
δείπνου τὰ κρέα ἐσθίουσι καὶ τὰ σπλάγχνα
θύουσι τοῖς θεοῖς.
Wat staat hier?
A
De mensen geven het beste vlees bij een offer aan de goden.
B
De mensen eten zelf het beste vlees bij een offer.
C
De mensen verbranden het beste vlees bij een offer.
D
De Grieken brachten mensenoffers aan de goden.

Slide 44 - Quiz