Overtuigen

Overtuigen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Overtuigen

Slide 1 - Slide

Vandaag:
- mentormededelingen
- overzicht pto 3

- H. 19 Overtuigen (blz. 102)
Je leert op welke manieren je invloed kunt uitoefenen, wat een betoog is en uit welke elementen het bestaat. 



Slide 2 - Slide

PTO 3:

- H. 19 t/m 22
- Troublespeech (boekopdracht)

Numo

Slide 3 - Slide


H. 19 Overtuigen (blz. 102)

Je leert op welke manieren je invloed kunt uitoefenen, wat een betoog is en uit welke elementen het bestaat. 


Slide 4 - Slide

Argumenteren: iemand overtuigen met taal

Standpunt: mening/ visie/ opvatting/ stelling/ claim / conclusie.

Argumenten: ondersteunen je standpunt
- omdat, want, aangezien, immers

Argumentatie/ betoog/ redenering: alle argumenten bij elkaar. 


Slide 5 - Slide

Feitelijke uitspraak: je kan controleren of het waar is of onwaar.

Waarderende uitspraak: oordeel van wat goed, slecht, mooi of lelijk is. Kun je niet controleren.

Slide 6 - Slide

argumenteren
standpunt
betoog
argumenten
iemand overtuigen met taal
mening/opvatting
alle argumenten bij elkaar. 
ondersteunen je standpunt

Slide 7 - Drag question

Dat de maximum snelheid op de snelweg is verlaagd is goed. Het is beter voor het milieu.
A
argument - standpunt
B
standpunt - argument

Slide 8 - Quiz

Snelle e-bikes zijn vaker betrokken bij ongelukken: mij zal je niet op zo'n ding zien.
A
argument - standpunt
B
standpunt - argument

Slide 9 - Quiz

Drugs moeten helemaal gelegaliseerd worden. Dan daalt de criminaliteit.
A
argument - standpunt
B
standpunt - argument

Slide 10 - Quiz

Gisteren lukte je het ook al niet, stop er nu maar mee!
A
argument - standpunt
B
standpunt - argument

Slide 11 - Quiz

Het gaat straks regenen, ik zou maar een paraplu meenemen.
A
argument - standpunt
B
standpunt - argument

Slide 12 - Quiz

Lees mee met de tekst 'Waarom krijgen jongeren geen les in mentale gezondheid?'.

Slide 13 - Slide

Beantwoord de vragen en onderstreep de antwoorden in de tekst.  

1. Onderstreep het standpunt. 
2. Onderstreep twee argumenten. 
3. Onderstreep vijf feitelijke uitspraken. 

Klaar?
Formuleer je eigen standpunt over de psychologielessen, met daarbij minstens twee argumenten. 
Werk in tweetallen. 
timer
8:00

Slide 14 - Slide

1. Lees de theorie op blz. 102-103. 

2. Maak opdracht 1 t/m 3, 5 en 6 (blz. 94). 

Slide 15 - Slide