Breuken en procenten herhaling

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Procenten

Planning

- Herhalen

- Opdrachten

De bovenkant van de breuk.

1/4

De onderkant van de breuk.

1/4

Dit is de noemer

Dit is de teller

wat is meer?
1/4 deel of 1/3 deel

1. 1/4
2. 1/3

Sleep de breuken van groot naar klein

1/3 

1/4

1/2

welke deel is dit?

1. 2 3
2. 3 3
3. 4 3
4. 1 3

welk deel is dit ?

1. 3 8
2. 4 8
3. 3 9
4. 4 9

1/3 van 60=

1. 30
2. 20
3. 10
4. 3

2/10 van 50 =

1. 10
2. 20
3. 5
4. 25

2/ 5 + 2/ 5 =

1. 4/10
2. 4/5
3. 2/10

3 7/8 - 1 2/8

1. 2
2. 2 5/8
3. 1 5/8
4. 2 5/1

Breuk - procent - decimaal

Breuken kun je omrekenen naar procenten.

Zet het gelijkwaardige percentage bij de breuk.

Hoeveel procent is kat in de dierenopvang?

1. 44
2. 8
3. 16
4. 100

Van breuk naar procent
1/5 is ...
Schrijf het procent

1. 25%
2. 15%
3. 20%
4. 10%

Van breuk naar procent
3/5 is ...
Schrijf het procent

1. 75%
2. 55%
3. 60%
4. 50%

Hoeveel procent is de helft?

1. 5%
2. 50%
3. 25%
4. 0,5%

Hoeveel is 10% van 300?

1. 3
2. 30
3. 200
4. 25

Hoeveel is 1% van 240?

1. 24
2. 240
3. 2,4
4. 0,24

25% is

1. 1/2
2. 1/3
3. 1/4
4. 1/5

20% is

1. 1/2
2. 1/3
3. 1/4
4. 1/5

75% is

1. 1/2
2. 1/3
3. 1/4
4. 3/4

Hoeveel is 75% van 300

1. 75
2. 225
3. 250
4. 150

Hoeveel is 20% van 700?

1. 300
2. 140
3. 250
4. 120

In de winkelstraat lopen 4 mensen rond. Er worden 2 mensen gevraagd om mee te doen aan een enquete. Hoeveel procent van de mensen is ondervraagd?

1. 20%
2. 50%
3. 70%
4. 10%

Als je 3 van 5 euro hebt gespaard, hoeveel procent heb je dan gespaard?

1. 20%
2. 50%
3. 30%
4. 60%

Aan de slag

D-toets/Herhaling/Oefentoets