3K - Chapter 2 - Grammar 4/5 + vocab A/B

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Today's Lesson

- Woordenschat vergroten

- Weten waarom je modals toepast

- Weten hoe je een preposition in een zin gebruikt.

- Done? Go to Quizlet link to practice with the words and sentences.  

Waarom gebruik je een modal (hulpwerkwoord)?

1. om een complete zin te maken.
2. om iets te verplichten, of om advies te geven.
3. om gelijk te krijgen
4. om bezit aan te geven.

Extra uitleg

Een modal gebruik je dus voor de volgende dingen; 

Je geeft advies of raad iets af: Should / shouldn't 

Als iets niet moet of juist wel (verplichting): Must / mustn't

Als iets van een ander is (bezit): Have / has to 
Als er een verplichting, zekerheid of noodzaak is: Have / has to 

Must is sterker dan should. 

Advies: You .... wear a coat.

1. must
2. have to
3. should

Verplichting: She ... be home at 10.

1. mustn't
2. must
3. has to
4. have to

Bezit: This .... their mess.

1. has to be
2. have to be
3. must

Advies: They ... eat too many sweets.

1. should
2. shouldn't
3. have to
4. has to

must - shouldn't - have to
They ... wear a school uniform.

have to 

They have to wear a school uniform. 

Waarom have to? Verplichting. 

Has to - should - have to
This ... be Jack's dog.

This has to be Jack's dog. 

Waarom has to be? Omdat het om bezit gaat. 

shouldn't - don't have to -mustn't
You ..... bring your books tomorrow.

You don't have to bring your books. 

Waarom don't have to? Omdat het niet hoeft. 

Waarom gebruik je prepositions of direction? (voorzetsels)

1. Omdat het hoort.
2. om de weg te wijzen.
3. om aan te geven waar iets of iemand is.
4. om aan te geven waar iemand naar toe gaat.

He walked ... the street to his neighbour.

1. to
2. up
3. out of
4. across

along - after - over
The path goes ... the river.

The path goes along the river. 

Waarom along? Omdat het pad naast de rivier loopt. 

off - out off - onto
The cat fell ..... the sofa.

The cat fell off the sofa. 

Waarom off? Omdat de kat eraf viel. 

onto - into - along - alongside
They walked.... each other.

They walked alongside each other

Waarom alongside? Omdat zij naast elkaar lopen. 

onto - into - along - alongside
The animal walked ... a trap.

The animal walked into a trap. 

Waarom into? Omdat het dier in een val liep. 

Vocabulary A 

unless

tenzij

curtain

gordijn

layer 

laag 

goedmaken

1. okay
2. make it good
3. make up
4. make-up

vreemd

1. wierd
2. weird
3. strang
4. strange

kans

1. change
2. opportunity
3. opurtunity
4. oppurtunity

Vocabulary B

zaklamp

torch

dapper, moedig

1. bald
2. bold
3. exhausting

uitdaging

challenge

gevaar lopen

1. adventure
2. dangerous
3. thrilling
4. run a risk

hike

Wandelen

Wat ging goed?

woordjes

grammatica

Nog niet zoveel

Waar ga je aan werken?

Grammar, dit oefen ik met de Powerpoint

Woordjes, dit oefen ik met de Quizlet

Zinnen, dit oefen ik met de Quizlet

Done!

Please go to Magister, check your messages. 

Click on the link to Quizlet.