Samenvatting Hoofdstuk 4 en 5

Lesprogramma tot de zomervakantie
Week 15: Paragraaf 4.1 Een land om trots op te zijn.
                   Paragraaf 4.2 De Grote Oorlog
Week 16: Paragraaf 4.3 Crisis in de wereld
                   Paragraaf 4.4 Een nieuwe leider
Week 17: Meivakantie
Week 18: Meivakantie
Week 19: Paragraaf 5.0 + 5.1 Oriëntatie + Hitlers oorlog
Week 20: Paragraaf 5.2 + 5.3 Nederland bezet + Hitlers moordmachine
Week 21: Paragraaf 5.3 Hitlers moordmachine + toets Hoofstuk 4 en 5
Week 22: Paragraaf 5.5 + 6.1 Vrienden worden vijanden + Koude of hete oorlog
Week 23: Paragraaf 6.1 + 6.4 Koude of hete oorlog + Nederland, Europa en de wereld
Week 24: Paragraaf 6.4 + Toets hoofdstuk 6

1 / 33
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lesprogramma tot de zomervakantie
Week 15: Paragraaf 4.1 Een land om trots op te zijn.
                   Paragraaf 4.2 De Grote Oorlog
Week 16: Paragraaf 4.3 Crisis in de wereld
                   Paragraaf 4.4 Een nieuwe leider
Week 17: Meivakantie
Week 18: Meivakantie
Week 19: Paragraaf 5.0 + 5.1 Oriëntatie + Hitlers oorlog
Week 20: Paragraaf 5.2 + 5.3 Nederland bezet + Hitlers moordmachine
Week 21: Paragraaf 5.3 Hitlers moordmachine + toets Hoofstuk 4 en 5
Week 22: Paragraaf 5.5 + 6.1 Vrienden worden vijanden + Koude of hete oorlog
Week 23: Paragraaf 6.1 + 6.4 Koude of hete oorlog + Nederland, Europa en de wereld
Week 24: Paragraaf 6.4 + Toets hoofdstuk 6

Slide 1 - Slide

Tijd van de wereldoorlogen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Nationalisme:
  • Trots op eigen volk
  • Trots op eigen             cultuur
  • Laten zien door volkslied

Militarisme:
  • Trots op alles wat met het leger te maken heeft: soldaten, wapens, medailles



Slide 4 - Slide

Bondgenootschappen 1914
Geallieerden:
  • Rusland
  • Engeland
  • Frankrijk
Centralen:
  • Duitsland
  • Oostenrijk-Hongarije
  • Italië

Slide 5 - Slide

Oorzaak Eerste Wereldoorlog
  1. Trots zijn op je eigen land(nationalisme)
  2. Trots zijn op je eigen leger en een oorlog is goed(militarisme)
  3. Duitsland was een nieuw land, wilde ook graag groot/machtig worden door veroveren van koloniën.(Imperialisme)
  4. Engeland en Frankrijk vonden Duitsland gevaarlijk.
  5. Er kwamen twee bondgenootschappen, die vijanden van elkaar werden. Geallieerden en Centralen.
  6. Oorlog gestart door de moord op kroonprins Oostenrijk-Hongarije.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Wat waren de vier indirecte oorzaken van de Eerste Wereldoorlog?
Een groot en machtig land willen worden.
Afspreken elkaar te helpen in een oorlog.
Trots zijn op je land.
Trots zijn op je leger en soldaten.
nationalisme
militairisme
imperialisme
bondgenootschap

Slide 8 - Drag question

Nederland is NEUTRAAL

Geen bondgenootschap
Deed niet mee aan de Eerste Wereldoorlog
Wel last. Handel kwam stil te liggen

Slide 9 - Slide

Loopgraven
Kilometerslange geulen in de grond.
Kanonnenvoer

Slide 10 - Slide

Einde van de oorlog
1917 Duitse torpedo > Amerikaans schip.
Duitsland viel alle Amerikaanse schepen aan.
Amerika ging hierdoor samenwerken met Engeland en Frankrijk.
Rusland had al een wapenstilstand met Duitsland. 
1918 Oorlog voorbij. 
Duitsland en Oostenrijk-Hongarije verslagen.
Duitsland kreeg de schuld. 

Slide 11 - Slide

De soldaten groeven op het slagveld loopgraven. Af en toe was er een grote aanval. Maar daarbij werden heel veel soldaten gedood en weinig land veroverd. Vul het ontbrekende woord in. Soldaten werden ook wel ... genoemd.(R)
A
Hondenvoer
B
Stamppot
C
Modder
D
Kanonnenvoer

Slide 12 - Quiz

Vrede na de Eerste Wereldoorlog
1919 Verdrag van Versailles
Duitsland > zware straffen
Herstelbetaling aan Frankrijk, België, Engeland
Duitse leger < 100.000 soldaten
Koloniën inleveren
Keizer Wilhelm II vlucht weg


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Economische crisis in de wereld
1929

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Adolf Hitler teleurgesteld 
Meegevochten Eerste Wereldoorlog
Teleurstelling door verliezen oorlog
Schuld: communisten en Joden 
 

Hitler leider nationaalsocialistische partij
Aanhangers > nazi's

Slide 17 - Slide

Hitler belooft......
Duitsland weer een sterk land maken. TROTS!!!
Niets geen Verdrag van Versailles!
Communisten weg!
Haat tegen Joden en Communisten!
Fascist, 1 sterke leider
Geweld is goed!
Propaganda=reclame voor Hitler

Slide 18 - Slide

Hitler minister-president


1933 Hitler aan de macht
Parlement, De Rijksdag
Rijksdaggebouw in BRAND
Hitler gaf communisten de schuld
MACHTIGINGSWET > DICTATOR
Beslissingen nemen zonder toestemming van de Rijksdag 

Slide 19 - Slide

Op weg naar een nieuwe oorlog
Wapenfabrieken
Leger
Wegen aanleggen
Minder werkloosheid > 
Meer aanhangers voor Hitler


Lebensraum

Slide 20 - Slide

De Duitse aanval
  •  1 september 1939 > Duitsland viel Polen binnen
  • Blitzkrieg: binnen een maand hadden zijn soldaten grote gebieden bezet. 
  • Binnen een half jaar veroverde Hitler het westen van Europa, behalve Engeland. 
  • Bondgenoten van Polen (Frankrijk en Engeland) verklaarden Duitsland de oorlog.   

Slide 21 - Slide

Blitzkrieg

Slide 22 - Slide

Aanval op de Sovjet-Unie
  • Stalin is de leider van Sovjet-Unie 
  • 1939 Hitler en Stalin spreken af 
       elkaar niet aan te vallen.
  • 1941 Hitler viel de Sovjet-Unie toch binnen.
  • Winter > diesel bevroor in de tank. Het Russische leger was hier meer op voorbereid. Duitsland verloor. 
  • De Slag om Stalingrad keerpunt in de oorlog 

Slide 23 - Slide

Een zware tijd 
Europa
  • Miljoenen soldaten sneuvelden 
  • Burgers gedood door bombardementen
  • Gebrek aan voedsel
Duitsland
  • Duitse steden gebombardeerd door Engelsen en Amerikanen
  • Hitler wilde geen opstand en bleef propaganda maken.
  • Duitsers bleven geloven dat de oorlog nodig was.

Slide 24 - Slide

Duitsland verslagen 
  • 6 juni 1944 > D-DAY 
  • Duitse soldaten Franse kust werden aangevallen 
       vanaf zee door Engeland, Verenigde Staten, 
       Canada etc.....ook wel de GEALLIEERDEN.
  • De vochten tegen Duitsland vanaf de oostkant.
  • April 1945 kwamen beide legers elkaar in Berlijn tegen. Hitler pleegt zelfmoord. 
  • 7 mei 1945 gaf Duitsland zich over. De oorlog in Europa is voorbij. 

Slide 25 - Slide

Overvallen!
  • 10 mei 1940 vielen de Duitsers 
        Nederland binnen.
  • 4 dagen nog niet veroverd.  14 mei 1940
  • Hitler liet Rotterdam bombarderen
  • 800 mensen kwamen om en 80.000 dakloos.
  • Koningin Wilhelmina en regering vlucht naar Londen.
  • 15 mei 1940 Nederland bezet door de Duitsers. 

Slide 26 - Slide

Verraad en verzet
  • Eerste jaar waren er geen problemen tussen Nederland en Duitse bezetters. 
  • Later werden ze bang
  • 'Moffen'
  • Collaboreren: Duitsers helpen of handel met ze drijven
  • NSB Anton Mussert 
  • Het verzet, onderduikers, maakten Duitse spullen kapot, vermoorden Duitse soldaten en NSB'rs.

Slide 27 - Slide

Het laatste oorlogsjaar
  • Herfst 1944 start bevrijding onder de rivieren
  • Hongerwinter 1944/1945
  • Mensen eten boomschors, aardappelschillen, bloembollen etc..

Slide 28 - Slide

Zes miljoen doden
Vernietigingskampen
Joden, zigeuners etc...
Gaskamers
Holocaust: massamoord op 6 miljoen joden

Slide 29 - Slide

Zeven vernietigingskampen(om mensen te vermoorden)
Auschwitz in Polen is de bekendste.
Honderden concentratiekampen(gevangen en als slaaf werken)

Slide 30 - Slide

Van uitsluiten naar moorden
Discriminerende regels:
November 1940> Joodse leraren en ambtenaren ontslagen
Januari 1941>        Joden vertellen waar ze wonen.
                                 Op persoonsbewijs werd een grote J                                                     geschreven
November 1941>  Joden mochten niet meer met het openbaar                                     vervoer, naar de bioscoop, park of zwembad.
Mei 1942>              Joden moesten een gele ster dragen
1942                        Razzia's (jacht op mensen)        

Slide 31 - Slide

Waarom?!
Übermenschen
Westen > Germanen
Ariërs: blauwe ogen
             blond haar
   
Untermenschen
Oosten > Slaven
zigeuners
homoseksuelen
psychiatrische patiënten
Joden
Jodenhaat = antisemitisme

Slide 32 - Slide

Endlösing=eindoplossing
1941 Sovjet-Unie aangevallen > veel Joden


Besluit: 
alle Joden doden anders komen er te veel in ons rijk.

Vanaf 1942 gaskamers gebouwd in vernietigingskampen. 

Slide 33 - Slide