Onderdeel A: (Theorie Motoriek ) Activiteiten Baby en Dreumes

Mens en Activiteit



Kennismaken met organisaties
Wie is je doelgroep?
Wat willen zij?
Waar moet je rekening mee houden?

1 / 19
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Mens en Activiteit



Kennismaken met organisaties
Wie is je doelgroep?
Wat willen zij?
Waar moet je rekening mee houden?

Slide 1 - Slide

Mens en Activiteit



Blok 1. Het kinderdagverblijf

Slide 2 - Slide

Lesdoel
  • Wensen en behoeften achterhalen van de doelgroep
  • activiteiten kiezen die passen bij het doel en de doelgroep
  • verschil tussen grove en fijne motoriek
verschil homogene, heterogene, verticale en horizontale groepen
  • baby in bad doen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Waar denk je aan bij het kinderdagverblijf?

Slide 6 - Mind map

Welke werkzaamheden heb je gezien van Chantal?

Slide 7 - Mind map

Over welke kwaliteiten moet je beschikken om in het kinderdagverblijf te werken?

Slide 8 - Open question

Wat betekent het als een baby eenkennig wordt?
A
Een achterstand in de sociale ontwikkeling.
B
Gaat huilen als een vreemde aandacht geeft.
C
De baby lacht naar iedereen.
D
De baby herkent gezinsleden niet meer.

Slide 9 - Quiz

Wat houdt de koppigheidsfase/ peuterpuberteit in?

Slide 10 - Open question

Theorie blok 1: motoriek

Slide 11 - Slide

Grove motoriek
Fijne motoriek

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Fijne motoriek:


Kleinere bewegingen die je met je handen en vingers maakt. 

Je moet je vaak goed concentreren 

Slide 14 - Slide

voorbeelden
  • tekenen en schrijven
  • typen
  • gebruik van de muis
  • werken op de computer of tablet 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Grove motoriek:
Gaat om de grote, grove bewegingen die je met je lijf maakt. 

Bijvoorbeeld: lopen, zwemmen, fietsen, rennen, traplopen

Slide 17 - Slide

Soorten groepen kinderopvang
Homogene: zelfde geslacht
Heterogene: verschillend van geslacht
verticale groep: niet even oud
horizontale groep: even oud

Slide 18 - Slide

Soort groep?
A
Homogeen
B
Heterogeen

Slide 19 - Quiz