Verwijswoorden 7-11 maart

1 / 12
next
Slide 1: Video
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 8

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Slide 2 - Slide

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Vera doet het trucje voor.    ________  zegt:

‘Zo moet je ________ doen.’
deze
die
hij
zij
het

Slide 3 - Drag question

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Vera doet het trucje voor.    ________  zegt:

‘Zo moet je ________ doen.’
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze

Slide 4 - Drag question

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Het drumstel is van Davids vader, 

maar ________ gebruikt ________ niet meer.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze

Slide 5 - Drag question

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Onno krijgt een vreemd mailtje binnen.

_________ denkt dat  ________ spam is.
deze
die
dat
hij
zij
het
ze

Slide 6 - Drag question

Wat is een verwijswoord?
A
verwijswoord wijst naar een woord wat al eerder genoemd is
B
wijst iets aan
C
heeft last van zijn vinger

Slide 7 - Quiz

Noem 3 verwijswoorden
timer
1:00

Slide 8 - Open question

Schrijf uit de tekst de 5 verwijswoorden op.

Slide 9 - Open question

Blauwe Vinvis 
Opdracht 1 t/m 5 samen
6 t/m 16 zelfstandig 

Slide 10 - Slide

Hoeveel antwoorden had je in totaal goed ?

Slide 11 - Open question

Na deze les weet ik wat verwijswoorden zijn.
Ja
Nee
Beetje
Graag nog een keer extra uitleg

Slide 12 - Poll