Les 1

Oefenen IEP
Je gaat aan de slag met opgaves die je ook in de IEP kunt krijgen.

Denk aan:
- Een goede focus
- Kritisch zijn
- De vraag goed lezen
- Je antwoorden goed controleren
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Oefenen IEP
Je gaat aan de slag met opgaves die je ook in de IEP kunt krijgen.

Denk aan:
- Een goede focus
- Kritisch zijn
- De vraag goed lezen
- Je antwoorden goed controleren

Slide 1 - Slide

In welke zin is het woord goed afgebroken?
A
Ik ben naar de die- rentuin geweest.
B
Ik ben naar de dieren- tuin geweest.
C
Ik ben naar de diere- ntuin geweest.

Slide 2 - Quiz

Vul de goede vorm van het ww in. Gebruik de tegenwoordige tijd.

De hele klas ....................... morgen aan de beurt om op het veld te spelen. (zijn)

Slide 3 - Open question

Kijk naar het plaatje.
Schrijf de ontbrekende letter op.

Door een botsing had hij een gekneusde ri.....

Slide 4 - Open question

Vul de goede vorm van het woord in.

De hond van Peter was een hele ............ hond. (braaf)

Slide 5 - Open question

Vul de ontbrekende letter(s) in.

Ik vond hem een hele .......armante jongen.

Slide 6 - Open question

Heb je mijn broertje gezien? ...... is nergens te vinden.
A
Hem
B
Hij

Slide 7 - Quiz

Zet je glas niet zo op het randje. Anders valt ......... om.
A
het
B
hij

Slide 8 - Quiz

In welke zin staan de aanhalingstekens goed?
A
Amina vroeg: "Wanneer gaan we weer een keer afspreken?"
B
"Amina vroeg: Wanneer gaan we weer een keer afspreken?"
C
Amina vroeg: Wanneer gaan we weer een keer afspreken?"

Slide 9 - Quiz

Schrijf de ontbrekende letter(s) op.
Ik vind het een fasc....nerende gebeurtenis.

Slide 10 - Open question

Vul de goede vorm in van het werkwoord tussen haakjes. Gebruik de tegenwoordig tijd.

Henk is hier goed in. Daarom .............. ik deze klus aan hem uit. (besteden)

Slide 11 - Open question

Vul de goede vorm in van het werkwoord tussen haakjes. Gebruik de verleden tijd.

Wij ................... onze vrienden gisteravond op het plein. (ontmoeten)

Slide 12 - Open question

Vul de goede vorm in van het woord tussen haakjes.

We zitten aan deze mooie ................. tafel. (hout)

Slide 13 - Open question

In welke zin is het woord goed geschreven.
A
Ik maak een foto'tje van jou.
B
Ik maak een foto-tje van jou.
C
Ik maak een fotootje van jou.
D
Ik maak een fototje van jou.

Slide 14 - Quiz

In welke zin zijn de woorden goed gespeld.
A
Met Pasen gaan we naar onze Duitse familie.
B
Met Pasen gaan we naar onze duitse familie.
C
Met pasen gaan we naar onze duitse familie.
D
Met pasen gaan we naar onze Duitse familie.

Slide 15 - Quiz

In welke zin zijn de woorden goed gespeld.
A
Lillie gaat smorgens naar het plein.
B
Lillie ga s' morgens naar het plein
C
Lillie gaat 's morgens naar het plein.
D
Lillie gaat s morgens naar het plein.

Slide 16 - Quiz