Les 5-2mavo-H8-pulsar

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling
  • Uitleg: Mee en tegen werkende krachten
  • Uitleg: Versnellen en vertragen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling
  • Uitleg: Mee en tegen werkende krachten
  • Uitleg: Versnellen en vertragen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Is de hefboom in evenwicht?

F1×l1=F2×l2
F1×l1=F2×l2
F1×l1=F2×l2
A
De hefboom is in evenwicht.
B
De hefboom is niet in evenwicht.

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Meewerkende krachten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Tegenwerkende krachten
  • Rolweerstand
  • Luchtweerstand

Slide 4 - Slide

- Vraag ll om een heel hard hun hand op de tafel te drukken, terwijl ze de hand proberen te verschuiven.
Dat gaat moeilijk
Een as van een auto heeft dat zelfde probleem
Dit heet rol weerstand

- Luchtweerstand --> de wind die je voelt tijdens het fietsen.

Slide 5 - Slide

Waarom zit de wielrenner zo ver voorover gebogen in vergelijking met onze Mark?
Aerodynamica

Slide 6 - Slide

Waarom zit de wielrenner zo ver voorover gebogen in vergelijking met onze Mark?
Versnellen en vertragen

Slide 7 - Slide

Vraag: Waarom valt de persoon links naar beneden en de persoon rechts niet?(de zwaartekracht op beiden is immer ongeveer gelijk)

Antwoord: De mensen in de gif rechts hebben heel veel luchtweerstand bij het vallen hierdoor kunnen ze niet zo veel versnellen. Soms is het zelfs zo dat de windkracht groter dan de zwaartekracht. De mensen stoppen dan langzaam met vallen en worden uiteindelijk naar boven geblazen.

Leg er nadruk op dat een grotere kracht niet betekent dat je ook in de richting van de grootste kracht beweegt.

Weerstand
Spierkracht

Slide 8 - Slide

De weerstand is kleiner dan de spierkracht. Wat zou er gebeuren?

Antwoord: de fiets versneld

Voorbeeld: Als je harder gaat trappen, dan versnel je.
Weerstand
Spierkracht

Slide 9 - Slide

De weerstand is gelijk aan de spierkracht. Wat zou er gebeuren?

Antwoord: Je behoud dezelfde snelheid

Voorbeeld: Touwtje trekken, armpje drukken, duwen tegen een muur.


Weerstand
Spierkracht

Slide 10 - Slide

De weerstand is groter dan de spierkracht. Wat zou er gebeuren?

Antwoord: Je vertraagd

Voorbeeld: Een flinke windvlaag vergroot de luchtweerstand en je remt af


Remkracht

Slide 11 - Slide

Je stopt met trappen en remt.
Wat zou er gebeuren?

Antwoord: Je vertraagd totdat je stilstaat of de remmen loslaat

Voorbeeld: Remmen


Huiswerk
  • Lezen: paragraaf 2
  • Maken: paragraaf 2 opdracht 1 tot en met opdracht 13

Als je klaar bent: inleveren via de mail
Ik blijf online om vragen te beantwoorden.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions