Om aan onze behoeften te voldoen, moeten we goederen en diensten kopen.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieSecundair onderwijs
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Om aan onze behoeften te voldoen, moeten we goederen en diensten kopen.
Slide 1 - Slide
Gaat het over een goed of een dienst? Een schaar
A
goed
B
dienst
Slide 2 - Quiz
Gaat het over een goed of een dienst? Een flesje water
A
goed
B
dienst
Slide 3 - Quiz
Gaat het over een goed of een dienst? Een taxirit
A
goed
B
dienst
Slide 4 - Quiz
Gaat het over een goed of een dienst? Een smartphone
A
goed
B
dienst
Slide 5 - Quiz
Gaat het over een goed of een dienst? Een knipbeurt bij de kapper
A
goed
B
dienst
Slide 6 - Quiz
Gaat het over een goed of een dienst? De kraan laten herstellen
A
goed
B
dienst
Slide 7 - Quiz
Voor de meeste goederen en diensten moet er betaald worden. Maar dat leidt tot een probleem...
Slide 8 - Slide
Schaarste
We hebben oneindig veel behoeften, maar hebben slechts een beperkt inkomen. Hierdoor hebben we onvoldoende middelen om onze behoeften te vervullen.
Slide 9 - Slide
Wat moeten we dus constant doen?
Slide 10 - Open question
We moeten constant keuzes maken!
Slide 11 - Slide
Keuzes
Deze maken we op basis van :
- het beschikbare inkomen
- het nut dat het ons oplevert
- jouw persoonlijke voorkeur
Iedereen maakt andere keuzes!
Slide 12 - Slide
Smartphones zijn schaarse middelen.
Slide 13 - Open question
Een miljardair heeft als consument geen keuzeprobleem.
Slide 14 - Open question
Het keuzeprobleem van een arm persoon is kleiner dan dat van een rijk persoon.
Slide 15 - Open question
Wat de ene consument koopt, kan een invloed hebben op de keuze van een andere consument.
Slide 16 - Open question
Sigaretten of alcohol zijn nuttig.
Slide 17 - Open question
Tijd speelt een rol bij het keuzeprobleem van de consument.
Slide 18 - Open question
2. Toegevoegde waarde en bbp
Slide 19 - Slide
Toegevoegde waarde
Elke schakel in de bedrijfskolom koopt het (on)afgewerkte product van de vorige schakel en verandert iets aan het product. Ze voegen dus allemaal waarde toe aan dit product en verkopen het voor een hogere prijs.
Slide 20 - Slide
bbp
Als je alle toegevoegde waardes van alle ondernemingen in een land (gedurende één jaar) samentelt, dan verkrijg je het bbp of het Bruto Binnenlands Product van dat land.
Slide 21 - Slide
Het bbp moet stijgen
Een stijgend bbp leidt tot meer welvaart in een land.
Wanneer het bbp stijgt, dan spreekt men over economische groei.