This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Voedselketen
Voedselweb
Slide 2 - Slide
Kringloop
In de natuur worden stoffen steeds opnieuw gebruik.
Reducenten nemen organische stoffen op en worden vervolgens omgezet in anorganische stoffen.
Slide 3 - Slide
Producenten en reducenten
Wat zijn producenten?
Wat zijn reducenten?
Slide 4 - Slide
P, C, R
Producenten: planten, autotroof
Consumenten: dieren (ook de bodemdieren),( bacteriën en schimmels)
Reducenten: schimmels en bacteriën
Slide 5 - Slide
Horen afvaleters bij producenten, consumenten of reducenten?
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten
Slide 6 - Quiz
Schimmels behoren tot de reducenten.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
Wie kunnen eigen voedsel maken?
A
consumenten
B
producenten
C
reducenten
Slide 8 - Quiz
Planten
Maken van anorganische stoffen --> organische stoffen
Slide 9 - Slide
Afvaleters behoren tot de consumenten.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Hoe werkt de voedselkringloop?
Mensen eten dieren en planten. Dieren eten planten en andere dieren. Organismen kunnen niet zonder elkaar en je kan er een kringloop van maken.
Producenten: Groene planten zijn de makers van voedingsstoffen. Ze maken glucose en van glucose weer andere stoffen zoals eiwitten en vetten.
Consumenten: Mensen en dieren. Zij eten de planten en krijgen zo voedingsstoffen binnen. Consumeren is een ander woord voor eten en drinken.
In een voedselketen worden producenten gegeten door consumenten van de eerste orde, die op hun beurt weer gegeten worden door consumenten van de tweede orde.
Afvaleterseten op hun beurt weer dode resten van planten en dieren, de resten die ze achterlaten worden afgebroken door bacteriën en schimmels. Zij heten reducenten.